Anne, planken
Er staat wat op het spel als aanstaande donderdag Anne in première gaat, de toneelbewerking van het dagboek van Anne Frank waarvoor het Theater Amsterdam uit de grond werd gestampt. Michiel Kruijt volgde de makers in de laatste maanden van de voorbereiding.
In het provisorisch nagebouwde Achterhuis ontstaat debat waar de kies werd getrokken bij een van de onderduikers. In de kamer van Otto en Edith Frank en hun oudste dochter Margot? Of een verdieping hoger, in het vertrek waar het echtpaar Van Pels sliep?
Het is begin maart. De cast en het productieteam van Anne zijn neergestreken in een gehuurde studio op het bedrijvenpark Sloterdijk - een plek die nog polder was toen Anne Frank haar dagboek schreef. In een hal repeteert Theu Boermans (64) zes dagen per week met 22 acteurs. Er zijn nog negen weken te gaan tot de première.
'Wat staat er in het boek', vraagt de regisseur. Een assistent gaat bladeren en leest even later een aantekening van 10 december 1942 voor. De scène kan weer doorgaan.
Het lijkt iets futiels, de vraag waar zeventig jaar geleden een tandheelkundige ingreep plaatsvond. Maar dat is het niet. Als twijfel ontstaat over de historische juistheid van Anne, zou het doek voor de theatervoorstelling weleens snel kunnen vallen. Het afbreukrisico is groot, weten de makers.
Het Joodse meisje, ze was 13 geworden op de dag dat ze aan haar dagboek begon en zou nog geen drie jaar later creperen in Bergen-Belsen, is uitgegroeid tot een icoon. Boermans: 'Iedereen heeft een beeld van haar. Er zullen straks vele wetenschappers zijn die weten hoe het in elkaar zit.' Dat de Anne Frank Stichting zich de afgelopen weken wantrouwend heeft uitgelaten over dit initiatief, dat van een andere Anne Frank-organisatie komt, maakt de zaak er niet eenvoudiger op.
Er is nog een reden die de première bijzonder maakt, hoe de voorstelling ook zal worden. Terwijl Anne creatief vorm kreeg, is het theater uit de grond gestampt waarin de productie zal worden gespeeld. De tent moet minstens een jaar vol zitten om de miljoenen terug te verdienen die er zijn ingepompt. Als het goed gaat, zal Anne ook in andere landen op de planken komen te staan.
Spanning genoeg dus op 8 mei. De koning komt ook kijken.
Dat aan het Amsterdamse IJ in een half jaar tijd een theater is verrezen - een zaal met elfhonderd stoelen, vier verdiepingen met onder meer een restaurant, 'VIP-lounges' en kantoren - is voor een belangrijk deel te danken aan Kees Abrahams (44).
Kees wie?
Als rechtenstudent en corpsbal was Abrahams voorbestemd om bij een advocatenkantoor of een multinational te gaan werken. Hij deed heel iets anders. Hij meldde zich in een grijs pak bij het bedrijf van tv- en musicalproducent Joop van den Ende. Abrahams: 'Een hoop gelach natuurlijk. Wat kom jij hier doen? Ik zei: ik kom hier werken omdat ik denk dat ik daar gelukkig van word en ik denk dat jullie ook gelukkig van mij worden, want ik ben heel erg gemotiveerd.'
Dat was geen grootspraak. Abrahams zou voor Van den Ende - John de Mol kwam daar later bij - 'belangrijke business' neerzetten, zoals hij het zelf noemt. Hij maakte onder meer een dochterbedrijf groot dat geld verdiende met belspelletjes en de stemmen die tv-kijkers uitbrengen.
In 2004 verliet hij Endemol en stichtte hij een nieuw bedrijf, 2waytraffic. Dat wist korte tijd later voor 150 miljoen euro de rechten te verwerven van een wereldwijde tv-hit , de tv-quiz Who Wants To Be a Millionaire? Grote spelers als John de Mol en Sony Pictures Entertainment werden afgetroefd. De overwinning was compleet toen Sony twee jaar later 2waytraffic overnam voor 250 miljoen.
Abrahams werd een hoge pief bij dat concern, qua omvang 'tien keer Endemol'. Zijn huwelijk strandde, maar dat had volgens hem andere oorzaken. In 2011 stopte hij bij Sony, omdat hij het reizen en zijn rol als 'brandweerman' zat was. Het bericht dat hij in die tijd 18,6 miljoen euro bij elkaar harkte, noemt hij 'onjuist'. Hij wil niet kwijt hoe groot de verdiensten wel waren. 'Laten we zeggen dat ik daardoor het geld had om iets nieuws te beginnen zonder dat ik mijn huis zou kunnen verliezen.'
Hij is een strateeg. Hij kan met zichtbaar plezier college geven over zijn inzicht, opgedaan tijdens een bezinningsperiode, dat kleine, strak geleide bedrijven meer tv-hits scoren dan kolossen. Drukte lijkt hem nauwelijks te deren. Als iemand belt dat hij het theatergebouw niet in kan, gaat de voormalige president van Sony Pictures Entertainment - 'Daar waren er niet al te veel van' - zelf drie verdiepingen naar beneden om open te doen.
Hij is een 'bouwer', zegt hij. 'Ik maak van niets iets, daar ben ik goed in.' In 2012 wilde hij weer iets beginnen. Hij zocht een creatieve partner. Toen hij Soldaat van Oranje zag, wist hij dat hij die had gevonden: producent Robin de Levita, die in zijn dertigjarige carrière al heel wat musicals op de planken heeft gezet.
Na twintig gesprekken (Abrahams: 'Hij had drempelvrees', De Levita: 'Het is een levensstijl als je de zakenpartner van iemand wordt, ik wilde precies weten wat we gingen doen') richtten de twee in oktober van dat jaar een bedrijf op: Imagine Nation.
12 maart, Theater Amsterdam wordt gepresenteerd aan de pers. De inrichting van het gebouw is nog lang niet af. Wat geeft het, er moet zo veel mogelijk media-aandacht worden gegenereerd.
Alle acteurs zijn ingescheept op de boot die straks elke speelavond bezoekers zal aanvoeren vanaf het Centraal Station. Na een rondje door de haven legt de 'Lingestroom' (Abrahams tegen een bemanningslid: 'Die naam moet anders hoor, Miep Gies of Kitty of zo') voor het theater aan. Het is een lekker shot voor de verzamelde pers. Dat het schip een uurtje daarvoor van vrijwel dezelfde plek is vertrokken, heeft niemand gezien.
Daphne Bunskoek is ingehuurd als spreekstalmeester. Trots wordt de nieuwe uitgaansgelegenheid getoond. De Levita zegt tijdens een toespraak dat het belangrijk is dat er genoeg toiletten zijn. 'We hebben drie keer zoveel wc's als je gemiddeld op Broadway of West End ziet. Hier links hebben we 26 damestoiletten.'
Over de theaterzaal is hij veel minder openhartig. De producent laat doorschemeren dat er iets bijzonders staat te gebeuren. Dat zal niemand verbazen die de draaiende tribune en de grootse decors van Soldaat van Oranje heeft ondergaan. 'Ongekend totaaltheater', oordeelde indertijd deze krant. Het is de meest gespeelde musical in Nederland ooit.
Robin de Levita (55) heeft The Producers al zeker twintig keer gezien, bekent hij in een repetitiepauze. Hij schiet in de lach als hij terugdenkt aan de komedie, die over een musical gaat die om financiële redenen moet floppen. De film is 'verplichte kost' als je iets van het snelkookpanproces voor premières wilt begrijpen, zegt hij.
Hij heeft daar mooie teksten over, zoals deze: 'Je komt vanzelf in het godverdomme-traject.' Zijn timing verraadt dat hij is opgegroeid in een familie van acteurs. Hij verhaalt over een beroemde regisseur die zich niet wilde laten fotograferen door The Los Angeles Times terwijl de krant twee pagina's aan hun productie wilde wijden. 'Dan weet je dat je in diepe shit zit. Ik maakte mee dat regisseurs op de eerste repetitiedag veranderden van een normaal mens in een monster.'
Hij zegt daarvan te hebben geleerd. 'Het is ook belangrijk dat het creatieproces leuk is. Nu heb ik het heel erg naar mijn zin.' Hij lacht weer. 'Famous last words.'
Ook De Levita bokste zich in het bedrijf van Joop van den Ende omhoog. Hij was de vooruitgeschoven pion van de theaterondernemer in de musicalmekka's New York en Londen. Die periode leverde hem drie Tony Awards en een Amerikaanse echtgenote op.
In 2000 werd hij door Van den Ende teruggehaald om plaats te nemen in de leiding van diens theaterbedrijf Stage Entertainment. Na vijf jaar stopte hij. 'Ik wilde niet meer andermans projecten maken. De relatie met Joop was ook wel enigszins op. Dat heb je soms, dat je uit elkaar groeit.'
Hij begon als onafhankelijk producent en 'showfixer'. Zo kwam hij bij Soldaat van Oranje terecht. Fred Boot, ook iemand uit de Van den Ende-stal, kwam ervaring tekort bij de ontwikkeling van zijn musical. De succesvolle samenwerking - Theu Boermans was ook van de partij - leverde het geld op waarmee hij met Abrahams in zee kon gaan. 'Kijk hoe we hier nu zitten', zegt hij. 'Dat was mij alleen nóóit gelukt. Laten we daar heel duidelijk in zijn. Nóóit gelukt. Geen schijn van kans.'
Maandagochtend, 7 april. Voordat de wekelijkse vergadering begint op de bovenste verdieping van het theatergebouw - het uitzicht over het IJ is machtig - moet eerst iets anders worden besproken. Abrahams en De Levita zijn het afgelopen weekend naar Auschwitz geweest, samen met Boermans en de cast. In dat concentratiekamp belandde de familie Frank na hun gevangenneming in 1944.
Het bezoek heeft indruk gemaakt. Was het niet te heftig, vraagt iemand. De Levita zegt dat hij het kamp niet graag alleen zou hebben bezichtigd. 'Toch wel een lifechanging ding', concludeert een iets jongere medewerkster die ook mee is geweest.
Zowel Abrahams als De Levita hebben joodse voorouders, maar zijn nauwelijks met dat geloof grootgebracht. Als de laatste moet opdraven bij een diner van de Israëlische ambassadeur in Nederland, dient de eerste hem uit te leggen dat hij een keppeltje op krijgt. De Levita: 'Dat wil ik niet.' Abrahams: 'Dat krijg je.'
De Levita had een joodse vader die ondergedoken zat. Zijn grootmoeder, de actrice Mary Dresselhuys, woonde met de Franks aan hetzelfde plein totdat die moesten onderduiken. Na de oorlog gaf Otto Frank een eerste druk van het dagboek aan de moeder van De Levita. 'Voor Merel, vriendinnetje van Anne', had hij voorin geschreven. Ze is het kwijt. De Levita: 'Daar pest ik haar nu de hele tijd mee: 'Mam, heb je het al gevonden?''
De vergadering begint. Elke week moet een berg actiepunten worden afgevinkt. Abrahams schiet daar efficiënt doorheen, De Levita kan van onderwerpen een nummertje maken. Zo is hij bevreesd dat werklieden of leveranciers beelden van de geheime set op Facebook zetten. De plaatsing van waarschuwingsteksten wordt overwogen. De Levita: 'Het moet hier geen nuclear facility lijken, maar ik wil niet dat de een of andere aap het decor fotografeert.' Een dag later hangen er bordjes: No pictures please.
Het theatergebouw vult zich met mensen. Er wordt aan meer gewerkt dan alleen Anne. Sinds 13 maart draait de film Hartenstraat in de bioscopen, die door Imagine Nation is medegefinancierd en -geproduceerd. Dat geldt ook voor de musical Dirty Dancing, die op 27 april in Berlijn in première gaat. Abrahams zegt dat aan zes filmscripts en drie theaterprojecten wordt geschaafd.
Geld is ruim voorradig. Een vermogensbeheerder uit Londen, Abrahams heeft daar veel contacten, maakte op 17 februari bekend in Imagine Nation te investeren. Voor hoeveel wil geen van de partijen zeggen. Wel is bekend dat de geldschieter, Lloyds Development Capital, vorig jaar 500 miljoen euro uitgaf in 22 deals.
Het eerste en tevens laatste toneelstuk waaraan Otto Frank goedkeuring verleende, dateert uit 1955. Toen ging op Broadway The Diary of Anne Frank in première, dat was geschreven door het echtpaar Hackett-Goodrich. De verfilming vier jaar later maakte Anne Frank wereldberoemd.
Sindsdien zijn er vele toneelproducties geweest, maar geen waarop de familie een officieel stempel zette. Daardoor mocht er nooit uit het dagboek worden geciteerd. Nu kan dat voor het eerst weer wel. Het Anne Frank Fonds, in 1963 door Otto Frank in Basel opgericht, heeft een nieuw toneelscenario laten schrijven.
Deze charitatieve instelling bezit de auteursrechten en staat los van de Anne Frank Stichting in Amsterdam (zie kader links). Het fonds en de stichting zijn al jaren in een weinig verkwikkende strijd verwikkeld. Die gaat over de uitleg van het gedachtengoed van Otto Frank, en wie waarop recht heeft in de nalatenschap.
Eind 2015 loopt in een aantal landen een deel van de auteursrechten op het dagboek af. Dat het fonds de laatste tijd veel initiatieven neemt - naast het toneelstuk staan onder meer een film, een animatiefilm en een Frank Family Center in Frankfurt op stapel - heeft volgens Yves Kugelmann (42) niets met die juridische vervaltermijn van doen. Hij geeft in Zwitserland drie joodse tijdschriften uit en is veruit het jongste bestuurslid van het Anne Frank Fonds - een bijbaan waarvoor hij zegt niet te worden betaald.
Al in 2007 ging hij op zoek naar auteurs voor een nieuwe toneelbewerking, stelt de Zwitser. 'We wilden een stuk over Anne Frank in een eigentijdse taal en gebaseerd op de volledige tekst. Goodrich en Hackett hebben alleen een verkorte versie uit 1947 tot hun beschikking gehad. We wilden ook dat het scenario inzicht gaf in wat er na het dagboek is gebeurd.'
Dat Anne veel geld kan opleveren - ook voor het fonds, dat meedeelt in de royalty's - vormt geen bezwaar. Kugelmann wijst op de opdracht die Otto Frank indertijd gaf tot het schrijven van een toneelstuk dat een commercieel succes werd. 'Hij zette de eerste stap. Wij de tweede.'
Het fonds sprak met 'tien tot vijftien auteurs' voordat de keuze viel op Leon de Winter (60) en Jessica Durlacher (52), opnieuw een schrijversechtpaar. 'Dat we het samen gingen doen, had iets moois, passends', zegt Durlacher, die net als haar man uit een joodse familie komt van wie veel leden door de nazi's zijn vermoord. 'Het is ook ontroerend. Eervol.'
Omdat De Winter een ander project aan zijn hoofd had, zette Durlacher in een half jaar tijd een eerste versie op papier. 'Toen is Leon er doorheen gelopen met zijn pen. Daarna is het om en om gegaan.' Tot hun genoegen ging het fonds mee in een 'best wel stoer, afwijkend idee'.
Terugkijkend zou ze niet snel weer samen met iemand willen schrijven, bekent ze. 'Opeens is er nog een week voordat het script moet worden ingeleverd. Dan zit je natuurlijk wel naast elkaar te gillen. 'Als dit er in komt, pleeg ik harakiri.''
Authenticiteit was een voorwaarde voor Basel. 'Van Anne Frank is een icoon gemaakt, zeker in Nederland', meent Kugelmann. 'We wilden haar terugbrengen naar haar eigen context.' Durlacher: 'Het fonds heeft zich niet bemoeid met de inhoud. Wel vroegen ze steeds: waar staat dat dan in het dagboek?' Kugelmann: 'Als we iets zagen dat voor ons niet werkte, zeiden we het. Maar we wilden niks controleren. Het beste argument won.'
Bij de marketing van Anne lag de rolverdeling anders, aldus Kugelmann. Hij stelt onomwonden dat in Zwitserland is beslist over de benadering van pers en publiek. 'Het handschrift van de productie komt van het fonds.' In Amsterdam wordt daar genuanceerder over gedacht. Kees Abrahams ziet geen bezwaar in de Baselse bemoeizucht. 'Die wil ik juist', zegt hij. 'Je wilt op zo'n integer mogelijke manier met dit gevoelige project omgaan.'
Toch ontstaat commotie. Nieuwsuur brengt half april een item waarin het 'dinerarrangement' wordt bekritiseerd van 180 euro per persoon (exclusief btw). Het is op de website van Theater Amsterdam te vinden onder 'Groepen en zakelijke reserveringen'.
'Je kan een heerlijk gangenmenu kiezen, met zorg klaargemaakt', zegt Ted Musaph-Andriesse, oud-voorzitter van het Joods Historisch Museum, in de uitzending. 'Dat hadden wij in Bergen-Belsen nooit. Er was überhaupt niks te vreten.'
Ronald Leopold, algemeen directeur van de Anne Frank Stichting, draagt ook een steentje bij: 'Het mag niet de sfeer uitademen van samen naar het kamp, ja gezellig.'
Abrahams benadrukt dat hij buiten de strijd tussen de twee Anne Frank-organisaties wil blijven. Het verbaast hem wel dat Leopold zich over de productie uitlaat zonder dat die in het theater is komen kijken. De kritiek op het dinerarrangement doet hij af als 'Hollandse folklore'. In zijn theater moet het bedrijfsleven 'op passende wijze' kunnen worden gefaciliteerd, vindt Abrahams.
Durlacher verdedigt die keuze. 'Het is hier geen gesubsidieerd toneel. Je kan ook eten in het Achterhuis. En in het Museum of Tolerance in Los Angeles. En in het Holocaust Museum in Washington. Het is altijd dubbel. Mijn vader schreef een boek over Auschwitz en zijn verleden in nazi-Duitsland. Toen won hij de AKO Literatuurprijs. Vijftigduizend euro. Een schande, werd er gezegd. Hoezo?'
'Natuurlijk kun je twisten over de menukaart', zegt hoofd marketing Suzanne Groen, die veel met Basel beraadslaagde over wat wel en wat niet gepast is. 'Ik begrijp de gevoeligheid ook. Maar de prijzen zijn marktconform. Dat dinerarrangement is een manier om iets terug te verdienen voor de investeerders. Die nemen een enorm risico. Veel mensen lijken dat niet te beseffen.'
18 april, nog drie weken tot de première. De cast is verhuisd naar het theater. Tijdens een doorloop van het stuk voor de pauze klinkt geschreeuw, daarna gekraak. De replica van de beroemde boekenkast waarachter het Achterhuis was verborgen, raakt beschadigd tijdens een scènewisseling.
De eerste akte blijkt even lang te zijn als straks de hele voorstelling mag duren. Regisseur Theu Boermans stelt dat hij nog moet 'fijnsnijden' en dat de voorstelling al repeterend aan tempo zal winnen. De Levita: 'Hij noemt dat fijnsnijden. Ik noem dat hakken.'
Een paar dagen later gaat het mes erin. Boermans, De Winter en Durlacher schrappen in een dag 40 minuten. Dat is schakelen voor de acteurs, zeker voor hoofdrolspeelster Rosa da Silva (27). Zij kent haar tekst nog steeds niet helemaal uit het hoofd.
Er zijn technische onvolkomenheden, maar dat mag nauwelijks een verrassing heten. Als de Oostenrijker Bernhard Hammer wordt gevraagd hoe het was om in een paar maanden tijd een decor van deze omvang te ontwerpen, zegt hij: 'Wahnsinn.' Geluidsman Igor Milosavljevic meldt twee keer uit eigen beweging dat hij in zijn 26-jarige loopbaan nog nooit zo'n ingewikkelde voorstelling heeft gedaan.
Omdat verschillende technieken in elkaar moeten grijpen, wordt er eindeloos 'getecht' - tech staat voor technical rehearsal. De Levita maakt elke dag een 'shitlist', waarop hij zaken noteert die in zijn ogen niet deugen of onlogisch zijn. Op 23 april heeft de producent zoveel punten op zijn lijstje staan, dat de repetitie wordt onderbroken voor spoedberaad. Anderhalf uur lang vuurt hij in het Engels op- en aanmerkingen af op de twintig creatives om hem heen. 'Rosa wordt gek van de kostuumwisselingen.'
Een flink deel van de freelancers heeft eerder aan Soldaat van Oranje meegewerkt, de productie waarmee Anne onontkoombaar zal worden vergeleken. Boermans wijst op het verschil tussen een musical over een verzetsheld en een theatervoorstelling over een joods meisje dat ondergedoken zat. 'Het is een hele andere dynamiek. Soldaat was actie en tempo, Anne is een Kammerspiel in een grote zaal.'
Volgens De Levita zou hij zonder Boermans niet aan deze productie zijn begonnen. Hij noemt hem een 'verbijsterend goede regisseur' en een 'vriend'. Boermans, zuinigjes: 'Dat heeft mij niet gedwongen dit te doen.' Hij zegt dat de samenwerking bij Soldaat goed verliep en dat hij, toen hij het dagboek opnieuw las, 'verbinding kreeg' met Anne Frank omdat hij zelf een puberende dochter heeft.
Dat het joodse schrijftalent bijkans heilig is verklaard, maakt het voor hem alleen maar interessanter. 'Hamlet is ook een icoon. Ik wil graag weten waarom dat dan zo is.'
30 april. De generale repetitie vervalt vanwege een technisch probleem. De cast moet met minder oefening de try-outs in. Nog maar acht dagen te gaan tot de première.
'Zoveel mensen denken dat succes aan hen zelf ligt', zegt De Levita. 'Maar het is vooral geluk. Op een heleboel fronten tegelijk.' Maanden geleden tekende hij een grafiek op een flip-over. Die begint linksonder. 'Slopershoogte', schreef de producent ernaast. De grillige lijn eindigt rechtsboven. 'Spekkoper', staat daar.
undefined
EERDER IN HET THEATER
The Diary of Anne Frank, 1955
Oorspronkelijk stuk van Meyer Levin werd door vader Otto Frank 'te joods' bevonden; hij liet er door het toneelschrijversechtpaar Frances Goodrich en Albert Hackett een meer 'universele versie' van maken.
Het dagboek van Anne Frank, 1956
De Nederlandse versie. In de woorden van vertaalster Mies Bouhuys was dit zo'n beetje het startpunt van het discours in Nederland over WOII, waarover daarvoor nauwelijks gepraat werd.
Yours, Anne, 1985
De eerste musical over Anne. Volgens The New York Times niet zo smakeloos als je zou vrezen.
Je Anne, 1994
Nederlandse versie van de musical; tekstregels als 'We leven nog/ we geven toch/ de moed niet op' en toch, volgens criticus Henk van Gelder, 'greep Je Anne me af en toe bij de keel.'
Het dagboek van Anne Frank, 1995
Voor het eerst krijgt Annes puberkant ruim baan, ze denkt alles beter te weten, zet zich af tegen haar ouders en speelt met haar uiterlijk.
The diary of Anne Frank, 1997
Nieuwe versie van het oude toneelstuk, alweer op Broadway - harder, explicieter.
El diario de Ana Frank, 2008
Een Cubaanse Anne, Kitty als echt personage en: rocknummers, vliegtuigbommen en nazi's met zweepjes en Dobermanns.
undefined
FONDS VERSUS STICHTING
Er is een Anne Frank Fonds en een Anne Frank Stichting. Wie doet wat en waarom ruziën ze?
Tussen de twee organisaties die het erfgoed van Anne Frank beheren, botert het niet - op zijn zachtst gezegd. Het Anne Frank Fonds in het Zwitserse Basel en de Anne Frank Stichting in Amsterdam bevechten elkaar nog steeds.
'We zijn alles aan het oplossen', zegt Yves Kugelmann, bestuurslid van het Anne Frank Fonds, op de vraag of de twee organisaties nog tegen elkaar procederen. 'We willen niet dat de volgende generatie deze problemen nog heeft.'
Het fonds had de stichting al in 2011 voor de rechter gesleept omdat die foto's en documenten van de Zwitserse tak van de familie Frank niet wilde teruggeven. De rechtbank in Amsterdam stelde vorig jaar de partij uit Basel in het gelijk.
De Anne Frank Stichting drijft het museum aan de Amsterdamse Prinsengracht dat van het Achterhuis is gemaakt. De familie Frank en vier andere onderduikers schuilden daar van 1942 tot 1944, toen ze door de Duitse bezetter werden opgepakt - vermoedelijk na verraad. Otto Frank overleefde als enige het concentratiekamp.
Het Anne Frank Huis, zoals het museum ook wordt genoemd, trok vorig jaar 1,2 miljoen bezoekers. Baten in 2012: 13,7 miljoen euro. Uitgaven aan personeel: 5 miljoen.
Het Anne Frank Fonds is door Otto Frank opgericht na zijn verhuizing naar Basel in 1952. Het heeft tot doel 'begrip te kweken tussen religies, de vrede tussen volken te dienen en de internationale contacten tussen jongeren te bevorderen'. Het fonds steunt charitatieve en educatieve projecten (wie een kaartje koopt voor Anne, geeft een euro aan Unicef). Het bestuur krijgt geen salaris, maar onthult niet wat de inkomsten van het fonds zijn.
Het dagboek van Anne Frank is in 67 landen vertaald. Sinds 1947 zijn er ruim dertig miljoen exemplaren van verkocht. Na de dood van Otto Frank in 1980 gingen de auteursrechten van het boek (alsmede de opbrengsten van de verkoop daarvan) naar het fonds over. In 2015 loopt in een aantal landen een deel van de auteursrechten af. Daar kan dan vrij over die dagboekteksten worden beschikt.
Het originele dagboek van Anne Frank is door haar vader nagelaten aan de Nederlandse rijksinstelling die nu 'NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies' heet. Het wordt tentoongesteld in het Anne Frank Huis. Otto Frank was ook bij het museum betrokken: hij zat vele jaren in het bestuur.
Alle foto's en documenten van de familie Frank leken bij elkaar te worden gebracht in Amsterdam. Maar het hoofd van het fonds, Buddy Elias (een 88-jarige neef van Anne Frank) bedacht zich. Hij wil nu dat het familiearchief wordt ondergebracht in zijn geboorteplaats Frankfurt, de stad waar ook de wieg van Anne Frank stond. Daar komt in 2017 in het Joods Museum een Frank Family Center.
Er zijn verder Anne Frank-organisaties in Berlijn, Buenos Aires, Londen, New York en Wenen.
undefined