Anders
De allermooiste foto is vaak de foto van het kleinkind. Dat zijn we gewoon. Dan speelt het schattigheidseffect: de onschuldige oogjes en handjes maken de grootouders vloeibaar, ze smelten weg....
Merel is anders, ze is nog te klein om schattig te zijn (het verschijnsel bloeit na een paar maanden ten volle open en bereikt een hoogtepunt na zo'n 24 maanden). Ze zit in groot uitgaanstenue en opgedirkt in haar voertuig. De zon dringt via via toch door tot aan haar gezichtje. Het is maar een klein plekje op de foto. We zien het van langs het handvat. Ingelijst in de witte muts. Het kleine plekje bevindt zich onderaan in beeld.
Dit is zeer zeker ongewoon. Amateurfotografen mikken hetgeen ze prefereren bijna zonder uitzondering midden in het beeld. Daar is het veilig. Wat we op de gele vlek in ons oog zetten, plaatsen ze onomwonden in het midden van de zoeker. Simpeler kan niet. Maar bij deze foto wordt het kleine meisje geconfronteerd met de Erasmusbrug. Deze brug op de achtergrond is geweldig. Hij blinkt in de zon en krijgt flauwe kleuren, het roze voor het fietspad, het lichtende wit en groen van de tram, het lichte groen ook van de metalen constructie links en op de achtergrond zijn er nog een paar crèmekleurige gebouwen onder een haast doorzichtige, allerlichtst blauwe lucht. Het meisje (in een felrood manteltje en een knalgeel broekpak) werd normaal belicht, maar de rest van Nederland is zonder meer overbelicht. De lichtmeter in de camera heeft spontaan partij gekozen voor Merel.
De foto heeft iets monumentaals. Het kleine meisje en de grote brug. De felle kleuren en de lichte kleuren. Het in stof gewikkelde kleinood en de kille materialen. Het intieme en het weidse. Deze foto accentueert de geborgenheid (het is lekker binnen als het buiten hagelt) maar in de begeleidende brief lezen we een andere visie. Daaruit blijkt dat de brug niet alleen als brug wordt gezien, maar dat hij eigenlijk een soort symboolfunctie krijgt, dat zien we niet op de foto, het zijn de bijgedachten die in woorden werden vervat. Op de foto zie ik de zachte kleuren, het lekker ingepakte kindje, een zeer kleine fietser ver weg, een proper wegdek, de brede schaduw van de leuning (een lage zon, dus). Een frisse foto.
'Onze kleindochter Merel is twaalf dagen oud. Het eerste kind van onze oudste dochter en haar man. Na veel wikken en wegen over wel of geen kinderen is het er toch van gekomen. (. . .) Op de foto is te zien dat zij mooi en warm is aangekleed. De moderne kinderwagen geeft vele mogelijkheden tot vervoer. De zon schijnt en de trotse ouders en grootouders rijden haar in een genoeglijke slaap.
'Deze foto lijkt alleen positieve elementen uit te stralen. Maar helaas heeft hij, net als alles in het leven, zijn keerzijde. In dit tafereel zie ik ook een stukje tragiek. De schaduw is duidelijk zichtbaar. Een weerloos kindje dat ongevraagd en onwetend de wereld in gelanceerd wordt (. . .) De fietser op de brug heeft de rug naar Merel gekeerd en kijkt niet meer om. De tram raast voorbij. Allemaal vluchtige passanten, niet iets om je veilig bij te voelen. Je vraagt je af of de kinderen in deze wereld het geluk zullen vinden dat het leven leefbaar maakt. Nelly Tangenbergh-Planken, 's Hertogenbosch.'
Johan de Vos
Dit is aflevering 55 van een serie. Inzendingen naar: de Volkskrant, Dag in Dag uit/Allermooiste foto, postbus 1002, 1000 BA Amsterdam. Vermeld uw naam en adres op de achterzijde van de foto wanneer u prijs stelt op terugzending.