Nieuwsjubileum Amsterdam
Amsterdam wil met viering 750 jaar de stad helen
Een grootse viering van Amsterdam 750 jaar moet weer perspectief bieden aan een onzekere en gekwelde stad, stelt burgemeester Femke Halsema. De hoofdstad trekt in 2025 miljoenen uit voor grote evenementen, permanente publiekswerken en kleine buurtinitiatieven.
Een nieuw stadspark, een nieuw theater, een nationaal slavernijmuseum, een moderne bibliotheek, een gerenoveerd stadsmuseum en publieksevenementen als Sail, Manifesta, het EK Zwemmen en de World Urban Games; zo wil Amsterdam zijn 750 jarig bestaan vieren in 2025. Burgemeester Femke Halsema presenteerde dinsdagavond een ambitieus programma voor een jubileum dat wat haar betreft in het teken staat van herstel na corona en het vergoten van gelijke kansen in de hoofdstad.
‘De stad heeft een baken in de tijd nodig’, stelt Halsema. Amsterdam wordt volgens haar buitenproportioneel hard geraakt door corona. ‘Alles wat Amsterdam zo uniek maakt – het rijke culturele leven, de nachtcultuur, de bezoekerseconomie en ook de sfeer van creativiteit en vrijzinnigheid – staat op de tocht’, schrijft zij in het voorwoord van programmaplan voor 2025. Amsterdammers maken zich volgens haar zorgen over hun gezondheid, werk, armoede, de toekomst van hun kinderen en de toekomst van hun stad.
Hernieuwde trots
Het vorige jubileum in 1975 leverde blijvende evenementen op zoals Sail en het Kwaku Festival, maar vooral, stellen deskundigen, een hernieuwde trots op een stad die in verval was. Amsterdam schonk zichzelf destijds ook een stadsmuseum. Voor de viering in 2025 zijn drie programmalijnen vastgesteld. Een speciale stichting toetst alle voorstellen daar komende jaren aan.
De hoofdstad wil in de eerste plaats boeken, films, kunstprojecten en tentoonstellingen financieren die de geschiedenis van de hoofdstad vertellen vanuit het perspectief van migranten, minderheden en armen. Daar hoort een nationale ‘museale voorziening slavernijverleden’ bij, evenals een versterking van het Joods Historisch Kwartier en meer aandacht voor diversiteit in een gerenoveerd Amsterdam Museum. Erkenning van het leed, is daar volgens het college ook nadrukkelijk onderdeel van.
In de tweede plaats wil de stad haar 875.000 inwoners een nieuwe landkaart aanbieden van groot Amsterdam, de zogeheten metropoolregio die van IJmuiden tot Almere loopt. Amsterdam werkt al met haar buurtgemeenten samen op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid, voedselzekerheid en waterveiligheid. Voor 2025 worden ook kunstenaars, studenten en ondernemers nadrukkelijk uitgenodigd mee te denken over de inrichting van de hele regio.
Tot slot wil Amsterdam burgerschap en saamhorigheid versterken. De stad omarmt daarom een bestaand systeem van kleine buurtfondsen en bouwt dat verder uit. Bij het publiek-private project Mensen Maken Amsterdam (MMA) kunnen bewoners geld aanvragen voor buurtprojecten, geld schenken en elkaars aanvragen beoordelen. Bijvoorbeeld voor het samen opknappen van een plantsoen, het opzetten van een alternatieve voedselbank of een nieuwe fanfare. Streefbedrag voor ieder van de zes stadsdelen: 60.000 euro per jaar.
Manifesta
Bovenstaande thema’s komen terug bij enkele grote evenementen. Zo is de stad in gesprek met kunstbiënnale Manifesta om voor het eerst naar Amsterdam te komen. De gelauwerde oprichter Hedwig Feijen verbindt al 25 jaar kunstenaars en bewoners met elkaar, en blaast en passant achterstandswijken in heel Europa nieuw leven in.
De parade van historische zeilschepen Sail legt voor de tiende keer aan in Amsterdam, waarschijnlijk verspreid over de hele metropoolregio. Publieksactiviteiten aan boord versterken bij voorkeur de gewenste thema’s van het jubileum (diversiteit, immigratie, slavernij). Verder probeert de stad enkele grote sportwedstrijden naar de stad te krijgen.
Publieke werken die in het oog springen: een nieuw stadspark (mogelijk rond het Marineterrein in het centrum of in Amsterdam Zuid-Oost), een nieuw theater de Meervaart in Osdorp, een megabibliotheek op de Zuidas, een nationale ‘museale voorziening’ slavernij (dus waarschijnlijk geen eigen museumgebouw), heropening van een gerenoveerd Amsterdam Museum. Al die projecten stonden al op de planning, maar de stad markeert er nu het jubileumjaar mee. Als een touwladder, stelt het programmaplan, om uit de sociale en economische crisis te klimmen.
Stadsloterij
De hoofdstad trekt 12 miljoen euro uit voor het feest. De organisatie hoopt nog eens 15 miljoen euro op te halen bij sponsors. Dat is weinig in vergelijking met bijvoorbeeld een evenement als Leeuwarden Culturele Hoofdstad. Dat kostte in 2018 al 74 miljoen euro. Amsterdam hoopt extra geld binnen te halen door merchandising en door een stadsloterij te organiseren, een truc uit de negentiende eeuw.
In het feestprogramma voor 2025 staat veel ook niet: romantische ideeën om gedempte grachten weer uit te graven, twee sierlijke torens van architect Hendrick de Keyser terug te zetten, of het fonkelende Paleis voor Volksvlijt (afgebrand in 1929) op te bouwen. Ook het voorstel de ringweg A10 een dag af te sluiten voor een groot volksfeest is onvindbaar. Allemaal ideeën die zijn geopperd in werkgroepen, sinds het stadhuis in 2009 bewoners opriep mee te denken.
Stadsplanoloog en hoogleraar Zef Hemel (Universiteit van Amsterdam) is blij met het plan. Het vorige jubileum, Mokum 700, leidde volgens hem tot herstel van de binnenstad en revitalisering van het havengebied. Het nieuwe plan, waar Hemel bij betrokken was, onderstreept volgens hem het belang van de metropoolregio. ‘De stad is afgelopen vijftig jaar de gemeentegrens ontgroeid. Almere en Purmerend zijn ook deel van Amsterdam. Alleen voelt niemand dat nog zo, daar kan dit jubileum wat aan doen.’
Tolprivilege
In de dertiende eeuw was Amsterdam een verzameling van circa 200 hutjes van wilgentakken en aangestampte aarde. Graaf Floris de Vijfde kende op 27 oktober 1275 een tolprivilege toe aan deze ‘lieden wonende bij de Amsteldam’ (homines manentes apud Amestelledame). Een goedmakertje, omdat diens soldaten nogal wat nevenschade hadden aangericht aan de monding van de Amstel. Het document waarmee de economische voorspoed van de stad begon, werd eeuwenlang bewaard in de IJzeren Kapel op vier meter hoogte in de Oude Kerk. Nu is het perkament met waszegel één keer per jaar te bezichtigen in het Stadsarchief.