Amity Gaige
Eric Kennedy schrijft zijn ex-vrouw vanuit de gevangenis. Dat levert de fascinerende roman Schroder op.
Amity Gaige: Schroder
Vertaald uit het Engels door Mieke Trouw en Wim Scherpenisse.
Agathon; 301 pagina's; € 19,99.
Het zit hem al in de titel: Schroder. Die verwijst naar de achternaam van verteller Erik, althans vanaf het moment dat hij als 5-jarige samen met zijn vader van Oost-Berlijn naar de Verenigde Staten emigreert. De voor Amerikanen onbegrijpelijke umlaut blijft achter in de Oost-Duitse heilstaat. Er moet een nieuw begin worden gemaakt.
Erik en zijn vader belanden in Boston, waar hij wordt gepest met zijn accent. Als hij 14 is, besluit hij een andere identiteit aan te nemen. Hij vernoemt zich, buiten medeweten van zijn vader, naar de enige held die hij zich uit zijn Berlijnse jeugd herinnert. Zijn nieuwe naam wordt Eric Kennedy.
De volwassen Eric trouwt met Laura, voor wie hij zijn verleden verborgen houdt. De twee krijgen een dochter, Meadow. Enkele jaren later volgt de scheiding.
Al op de eerste bladzijde van Schroder - de derde roman van de Amerikaanse Amity Gaige, de eerste die hier in vertaling verschijnt - wordt duidelijk dat het boek een 'verslag' is dat Eric heeft geschreven voor Laura. Hij zit in de gevangenis, op beschuldiging van kidnapping van hun 6-jarige dochter. De tekst geeft zijn versie van de feiten en moet duidelijk maken dat er eigenlijk geen sprake is van ontvoering maar van een iets te ruime interpretatie van de voogdijregels.
Eric is niet het type verteller dat we blind dienen te vertrouwen. Gelukkig laat hij zich voldoende in de kaart kijken om zijn woorden op waarde te kunnen schatten. Wanneer hij zich laat ontvallen zijn dochter in de supermarkt te zijn kwijtgeraakt, zodat haar naam moest worden omgeroepen, en hij haar opnieuw uit het zicht verliest tijdens een gesprek met de voogdijbeoordelaar, wordt duidelijk dat hij niet altijd de oppassende vader is die hij beweert te zijn.
Er komen meer details aan het licht: naar aanleiding van een verlept mandarijntje in de fruitschaal besluit Eric zijn 3-jarige dochter in te wijden in de wereld van dood en verval, door samen met haar het ontbindende lijk van een vos te gaan bekijken.
Tegen de tijd dat Eric heeft verteld over zijn plan om een experimentele encyclopedie over 'silentologie' te schrijven - momenten in de geschiedenis waarop iets níét werd gezegd of gedaan - is de lezer er wel van overtuigd geraakt dat er bij de verteller van deze roman meerdere steekjes los zijn.
In veel opzichten is Eric een creep, maar verwarrend en fascinerend genoeg is hij een engerd die oprecht van zijn dochter en zijn ex-vrouw lijkt te houden. Zijn besluit om de hem in de voogdijregeling toegekende 'papadag' uit te bouwen tot een dagenlange zwerftocht door New England is zowel potsierlijk als vertederend. Erics levenslange streven een eigen werkelijkheid te creëren, heeft hem tot een don quichot gemaakt: lachwekkend en tragisch tegelijk.
Het is vooral de steeds verder opgevoerde spanning tussen die twee polen die van Schroder een boeiende roman maakt.
Daar komt nog het soms verbluffend mooie taalgebruik bij. Zoals in de passage waarin zowel de maand februari als Erics geestesgesteldheid vlak voor de kidnapping wordt getypeerd: 'De katten worden nat en mager en de regen wordt hard en bitter, alsof het geen regen is maar het in vloeibare vorm herverdelen van een collectief conflict; het is een ijskoude regen, een regen die in je gezicht prikt als je omhoog kijkt, een vloeibare vloek die maakt dat mensen flessen gaan ontkurken.'
undefined