Altijd opboksen tegen verwachtingen is funest

Vrijwel geruisloos verdween Michel Valke, een grote voetballer toch, van het toneel. Vorig jaar werd bij hem geconstateerd dat hij slechts een nier had, waardoor het hem beter leek zijn carrière te besluiten....

COEN VEMER

MICHEL VALKE, wie was dat ook al weer?

Het dossier: creatieve, stijf linksbenige middenvelder. Debuteerde op zeventienjarige leeftijd bij Sparta. Daarna PSV, Feyenoord, weer PSV, Olympique Lyon, weer Sparta en het op degraderen staande Dordrecht '90. Speelde 453 wedstrijden in het betaald voetbal. Kwam zestien keer uit voor het Nederlands elftal. Verdween eind vorig jaar vrijwel geruisloos van de velden, toen bij toeval aan het licht kwam dat hij maar een nier had.

Valke, van augustus 1959: 'Ik ben tevreden over mijn carrière, al vind ik niet dat ik er het maximale heb uitgehaald. Er had meer ingezeten als ik mentaal wat sterker was geweest, maar ik heb heel lang getwijfeld aan mijn kwaliteiten. Misschien kwam dat juist doordat de buitenwacht zo hoog van mij opgaf. Ik werd vaak vergeleken met Wim van Hanegem. Ik vroeg me dan af of ik wel zo goed was als hij.

'Die vergelijking heb ik altijd belachelijk gevonden. Ja, we hebben dezelfde krullen, dezelfde loop en dat linkerbeen, maar daar houdt het mee op. Hij was een fantastisch kopper en zowel fysiek als mentaal veel sterker, terwijl ik beter kon lopen. Qua traptechniek ontliepen we elkaar niet veel. Dat ik zijn opvolger werd genoemd, is funest voor me geweest. Ik ben daar altijd tegenop blijven boksen. Je ziet dat bij meer spelers. Goede voetballers, die op de een of andere manier toch niet aan de verwachtingen voldoen. Vanenburg is daar een voorbeeld van.'

Op 30 november 1994 kwam Valke tijdens de bekerwedstrijd tegen Ajax 2 in botsing met zijn ploeggenoot Romeo Wouden. Na afloop plaste hij bloed. Onderzoek in het ziekenhuis wees uit dat hij een gekneusde nier had en dat het de enige was die hij bezat. 'Dan schrik je toch wel even. Ik heb vrij snel besloten geen risico's te nemen en met voetballen te stoppen. Zo'n beslissing neem je op je 35ste iets makkelijker dan op je twintigste.'

Geschokt was hij, maar niet gebroken. Michel Valke, muziekfreak en gepassioneerd amateursaxofonist, swingt nog steeds. Het is te lezen in zijn ogen en voor wie dat nog niet duidelijk genoeg is, op een T-shirt dat een boel vrolijke noten en de tekst 'New Orleans, Bourbon Street, birthplace of jazz' draagt. Valke: 'Heel die plaats swingt, ik ben er twee keer geweest. Als je de French Quarter binnenloopt, kun je in elke tent een bandje zien optreden.'

Al vrij snel na zijn afscheid als voetballer had Valke een nieuwe sportieve uitdaging. In januari begon hij de training voor de marathon. Drie maanden later beleefde hij zijn vuurdoop in Rotterdam en finishte hij op de Coolsingel in drie uur en 27 minuten. Lang niet gek voor een beginner, maar Valke was licht ontevreden. Hij had op drie uur en nog wat gemikt. De warmte, zijn onervarenheid en zijn uiteindelijk toch vrij korte voorbereiding nekten hem.

'Tot 35 kilometer lag ik vier, vijf minuten onder mijn schema, maar toen kwam de bekende man met de hamer. De laatste zeven kilometer heb ik enorm moeten afzien en vier keer moeten wandelen. Ik had me voorgenomen dat niet te doen, maar ik kon niet anders. Ineens ging het licht uit. De laatste kilometers ben ik er doorheen gesleept door een man die de marathon al voor de tiende keer liep. Hij was nog zo fris als een hoentje.

'Ik denk dat ik mijn krachten niet goed heb verdeeld. In de drukte vlak na de start verspeelde ik veel tijd. De eerste vijf, tien kilometer loop je meer in de breedte dan in de lengte van de weg. Dat is net een interval. Als je dan merkt dat je wat achter ligt, wil je dat inhalen. Volgens mijn computerprogramma liep ik tussen de 20 en 25 kilometer gemiddeld 13.8 kilometer per uur. De laatste zeven kilometer ging ik niet harder dan 9.1. Dat verval is te groot.

'Aan de finish dacht ik dat ìk er doorheen zat, maar ik bleek nog vrij fris vergeleken met een hoop anderen. Wat die doorgemaakt moeten hebben, zeg. Er waren erbij die gelijk aan het infuus moesten en bij sommigen leek het wel of hun aders op springen stonden. In wezen is het ook een onmogelijke afstand, maar door een hoop mensen wordt dat onderschat. Wat ik heel opvallend vond, was de kameraadschap onder de lopers. Als je bij een drinkpost eens een bekertje miste, pakte degene die achter je kwam er een extra en bracht dat achter je aan. Je ziet elkaar ook niet als concurrenten.'

De sfeer in de marathon was een verademing voor Valke. Totaal anders dan hij gewend was in de voetballerij. 'Frappant, maar het is een heel ander publiek. Marathonlopers genieten respect. Als ik bij Dordrecht '90 het veld opstapte riepen de toeschouwers vieze, vuile kale en nog wat. Daar is niemand ongevoelig voor, ook al gebeurt het maar eens in de veertien dagen bij uitwedstrijden. Toen ik nog bij Sparta speelde, scholden de toeschouwers in Groningen me zelfs twee keer drie kwartier uit. Dat is toch vervelend.

'Westerhof, de trainer van Groningen, zei me na afloop dat ik dat als een verkapt compliment moest zien. Wie niet opvalt bij de tegenpartij, wordt nooit grof bejegend en bij Sparta stak ik er toch bovenuit. Als PSV naar het Oosterpark komt, wordt niet Faber, maar Romario op de korrel genomen.

'Zo ben ik het maar gaan zien. Gullit is per slot van rekening ook met de grond gelijk gemaakt, terwijl die toch fantastische verdiensten had voor het Nederlands elftal. Nou is Gullit een beetje een ander verhaal, omdat die beslissingen heeft genomen die door de meerderheid van het publiek niet worden gerespecteerd.'

Valke had bij Dordrecht '90 als voetballer nog een contract voor een jaar. Daarna zou hij in dienst treden als hoofd opleidingen, en de scouting gaan coördineren. Die werkzaamheden is hij nu al begonnen. Het is altijd zijn ideaal geweest om met jeugd te werken. De club, die slechts over twee jeugdteams (A en B) beschikt, hoopt in de toekomst ook een C-jeugdelftal op te richten.

Valke wil talentvolle jongeren uit de regio op woensdagmiddag uitnodigen voor de training en de nodige goodwill kweken. 'Het is de bedoeling om hier een goede club met een goede basis neer te zetten. Ik heb niet de indruk dat Dordrecht trots is op Dordrecht '90 en het feit dat hier betaald voetbal wordt gespeeld. Die sfeer proef je toch wel bij amateurclubs uit de buurt.

'Grotendeels heeft de club dat aan zichzelf te wijten. Hoeveel naamsveranderingen hebben we hier niet gehad? DFC, FC Dordrecht, DS'79, SVV/Dordrecht en nu Dordrecht '90. Er moet hier een club komen waarmee de Dordtenaar zich kan vereenzelvingen. Het zou mooi zijn als een goede speler uit de regio verkiest hier te blijven in plaats van voor Excelsior, Sparta of Feyenoord te kiezen. Mij wacht een mooie taak, want er is heel wat oud zeer weg te nemen.'

Hij heeft er weinig vertrouwen in dat het eerste elftal zich dit seizoen nog kan handhaven in de eredivisie. Dit weekeinde kan Dordrecht '90 zelfs al officieel degraderen. Valke rest slechts bewondering over de fraaie serie die zijn voormalige collega's in de slotfase van de competitie hebben afgeleverd: tien punten uit de laatste zes wedstrijden. Volgens hem is dat mede te danken aan de komst van trainer Versleijen.

'Iemand anders voor de groep kan verhelderend werken. Zeker wanneer de oude trainer (Van Zoghel) al vroegtijdig voor een andere club (Vitesse) heeft getekend. Daarmee wil ik niet zeggen dat Van Zoghel de boel heeft gelaten zoals die was, maar je krijgt toch een andere situatie. De spelers die naast het elftal staan, hebben onbewust iets van: och, de trainer vertrekt toch, volgend jaar nieuwe ronde, nieuwe kansen. Ik denk dat het voor een trainer ook zo werkt.'

Ook al vertegenwoordigt Valke het groen en wit van Dordrecht, zijn hart ligt toch bij het rood en wit van Sparta. Die club gaf hem in een ver verleden een kans in het betaald voetbal en haalde hem terug uit Frankrijk toen hij dreigde weg te kwijnen bij Olympique Lyon. Het verval van zijn oude liefde vervult hem met smart. 'Toen ik daar voor het eerst speelde, zaten er nog zes-, zevenduizend mensen op de tribune en had je nog het ouderwetse Kasteel zonder businessruimtes. Zonde dat die twee torentjes nu onzichtbaar zijn geworden. Dat was toch karakteristiek voor Sparta.'

Enige nostalgie is Valke niet vreemd. Hij moet er niet aan denken dat de club straks verhuist naar Capelle aan den IJssel. 'Ik sluit me aan bij Jules Deelder, die ervoor pleit dat Sparta nooit zal vertrekken van Spangen. Maar ik vrees dat er niet aan te ontkomen zal zijn. De mening van Hans Kraay, een van de betere trainers die ik heb gehad, dat Sparta beter samen met Feyenoord in de Kuip kan gaan spelen, deel ik niet. Dat is dodelijk. Kijk maar naar wat er met SVV is gebeurd. Eén seizoen in de Kuip. Nou, de gevolgen zijn bekend.'

Valke verliet Sparta medio 1979 voor de eerste, en in februari 1994 voor de tweede maal. De laatste keer gebeurde dat met grote tegenzin. Hij moest weg omdat zijn salaris te zwaar op de begroting zou drukken en de club Bogarde en Jalink met alle geweld wilde behouden. Het was een klap in zijn gezicht dat Bogarde wat later aan Ajax werd verkocht en dat Sparta Groenendijk en Boogers binnenhaalde.

'Boogers is een hele goede spits, maar een noodaankoop. Een miljoen voor een speler, dat heeft Sparta nog nooit gedaan. Daar heb ik een wrange smaak aan overgehouden. Ik ben niet helemaal objectief, maar ik vind dat het bestuur een aantal beleidsfouten heeft gemaakt. Ook waar het de trainer betrof. Ik kon niet zo goed met Berger opschieten en zo waren er nog wel een paar belangrijke spelers. Daar had het bestuur voor open moeten staan, want zoiets speelt toch mee in de prestaties van het elftal.'

Destijds ging Valke voor het recordbedrag van 1,2 miljoen naar PSV. Zielsgelukkig is hij er nooit geweest, al mocht hij in Eindhoven twee kampioensfeesten meemaken en speelde hij er in het seizoen 1983/'84 het beste voetbal uit zijn loopbaan. Bij Feyenoord, waarvoor hij een jaar eerder op huurbasis had gespeeld, had hij het beter naar de zin. Niet in de laatste plaats omdat daar zijn 'halfgod' Willem van Hanegem speelde.

In 1987 verliet hij PSV voor de tweede keer omdat hij door de komst van Lerby op de reservebank dreigde te belanden. Zijn eerste en enige buitenlandse avontuur werd geen succes. Bij Olympique Lyon, toen tweede-divisionist, nu de nummer twee uit de hoogste klasse, verdiende hij grof geld, maar liep hij na een conflict met de trainer voornamelijk slechts rondjes om het veld. 'Ik heb die club nog een tijdje gevolgd. Als Olympique dan had verloren, was mijn weekeind een feest. Wat dat betreft ben ik ontzettend rancuneus. Die gevoelens heb ik met Sparta en toch ook met PSV niet gekend.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden