'Als Rudi te veel uitgeeft, roep ik stop'
Stevijn van Heusden wordt zakelijk directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij moet Fuchs in de gaten houden...
Het is de bedoeling dat ze een tandem gaan vormen. Stevijn van Heusden (54) als zakelijk directeur, rots in de branding en, wie weet, in de toekomst ook vertrouwensman voor het personeel. En Rudi Fuchs (57) als artistiek directeur, wispelturig maar bevlogen, uithuizig en impulsief.
Het Stedelijk Museum in Amsterdam maakte begin deze week bekend dat Stevijn van Heusden met ingang van 1 februari adjunct-directeur Hugo Bongers opvolgt. Bongers vertrok deze week officieel naar museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, waar hij de tweede directeur wordt, naast de huidige directeur Chris Dercon. Dezelfde constructie gaat nu gelden in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Van Heusden komt op gelijke hoogte te staan als Fuchs, al blijft Fuchs hoofd van dienst.
Van Heusden was van 1984 tot 1997 directeur Kunsten van het ministerie van OCW (voorheen WVC). Daarna was hij voorzitter van de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs, die het tweedefase-kunstvakonderwijs moest herstructureren.
Van Heusden is geen financieel specialist, maar grafisch vormgever van origine. 'Maar ik ben eraan gewend', zegt hij, 'om grote bedrijven te leiden en grootschalige financiële projecten te beheren.' Toch beaamt hij dat hem een zware taak staat te wachten: 'In alle opzichten.'
Bij het Stedelijk moet Van Heusden een tekort van 1,1 miljoen gulden wegwerken dat is ontstaan in 1998. Hij moet de nieuwbouw en gedeeltelijke sluiting van het museum vanaf halverwege dit jaar stroomlijnen en een oplossing zien te bedenken voor de daarmee samenhangende verwachte inkomensdaling van 2,2 miljoen per jaar.
Bovendien moet hij een halt zien toe te roepen aan het gestaag dalende bezoekersaantal van het museum. In 1999 trok het Stedelijk rond de 400 duizend bezoekers, een aantal dat in tien jaar niet zo laag was. Toch, zegt Van Heusden optimistisch, 'is het Stedelijk nog steeds het best bezochte museum voor moderne kunst in Nederland.' Belangrijk is ook dat hij het vertrouwen zal moeten terugwinnen van de ondernemingsraad van het museum. De OR stuurde in november vorig jaar een brandbrief aan de Amsterdamse wethouder van Cultuur, waarin grote zorg werd uitgesproken over de 'financiële nood' waarin het museum verkeert.
Bongers immers stond bekend als de man die Fuchs financieel aan de leiband kon houden. Dankzij Bongers kon Fuchs zijn stijgende uitgaven op het gebied van tentoonstellingen en aankopen neutraal verrekenen in de jaarrekeningen.
Al met al staan Van Heusden taken te wachten die tot ingrijpende maatregelen zouden kunnen leiden. Zoals een woordvoerder van het museum het anderhalve maand geleden formuleerde: tot bijvoorbeeld korting op het tentoonstellingsbudget, korting op aankopen of uitstel van de nieuwbouw. Maar Van Heusden is geen man van snelle, draconische beslissingen.
'Dat tekort van 1,1 miljoen', zegt hij, 'wil ik gauw aanzuiveren. Maar ingrijpende veranderingen moet je vooral niet ad-hoc doen.' Volgens hem hangt de oplossing van tal van problemen samen met de veranderende positie van het Stedelijk Museum, en van alle musea van moderne kunst.
'Op die positie gaan Rudi en ik ons beraden. Het museum is niet langer meer het schouwtoneel van de avant-garde. De avant-garde -zo die nog bestaat - zoekt het in toenemende mate buiten het museum. Jonge kunstenaars opereren tegenwoordig anders, bijvoorbeeld met andere en heel verschillende media, die niet meer aan een vaste plek gebonden zijn. Dat heeft gevolgen voor het museum.'
Wat die gevolgen inhouden - bijvoorbeeld een beperking van het aankoopterrein van het museum tot kunst uit de twintigste eeuw - kan Van Heusden nog niets loslaten. 'Ik ben net aangetreden - officieel begin ik pas in februari - en mijn voorganger Bongers rondt de zaken nu af'. Dus: 'Niemand kan verwachten dat ik alles nu al overzie.'
Als lid van de nieuwe tweekoppige directie behoudt Van Heusden de mogelijkheid om zijn functie uit te breiden. 'Rudi en ik treden als eenheid op', zegt hij. 'We zijn samen eindverantwoordelijk - een constructie die succesvol is gebleken bij grote artistieke instellingen in binnen- en buitenland. Maar we hebben wel de taken en bevoegdheden verdeeld. Rudi de artistieke, ik de zakelijke.'
In 1995 was van Heusden door de sollicitatiecommissie van museum Boijmans Van Beuningen al bijna benoemd tot nieuwe directeur na het vertrek van Wim Crouwel. Maar de toenmalige burgemeester Bram Peper schrapte Van Heusdens kandidatuur eigenmachtig en gaf de voorkeur aan Chris Dercon. 'Peper vond me, denk ik, een te saaie ambtenaar', zegt Van Heusden nu laconiek.
De functie bij het Stedelijk als 'alleen' zakelijk en niet ook artistiek directeur, ziet hij niet als een stap terug. 'Het Stedelijk is een heel ander museum dan het Boijmans, dat een algemeen museum is. Daar zocht men een generalist, wat ik ben. Het Stedelijk is een specialistisch museum met louter moderne kunst.'
Maar de constructie geeft Van Heusden de mogelijkheid om ook artistiek in te grijpen, als het financieel mis dreigt te lopen. 'Als Rudi zijn aankoop- en tentoonstellingsbudgetten hard gaat overschrijden, ga ik op een gegeven moment natuurlijk 'stop' zeggen.'