'Als je zelf opeens lijdend voorwerp dreigt te worden sta je toch raar te kijken' Herrijzenis De Fenix was kantje boord

Twee jaar geleden besloten de keiharde rekenmeesters van Unilever dat er geen toekomstperspectief meer was voor Zeepfabriek De Fenix. Zover is het niet gekomen....

HANS FABER

Van onze verslaggever

Hans Faber

ZWOLLE

Nog een paar maanden spuwt de machine felgele flacons in de immense flessensilo uit, waar duizenden exemplaren zich richting vulinstallatie krioelen alsof het levende wezentjes zijn. De plastic flessen zijn bestemd voor Glorix. Maar het populaire schoonmaakmiddel wordt binnenkort niet meer gefabriceerd in de Kamper Poort, de Zwolse volkswijk waar zeepfabriek De Fenix is gehuisvest.

Toch blijven ze flacons vullen daar in Zwolle, al zullen ze een ander kleurtje moeten krijgen. Glorix zal worden ingeruild voor een ander goedje.

Ooit namen een boekhouder en een zeepzieder de Stoomzeepfabriek De Fenix voor de som van tienduizend gulden over van Joh.'s Taconis. Vijfenzeventig jaar later zijn het Jan Wiersma en zijn mededirecteur Jan Renaud die diep in de buidel moeten tasten voor Zeepfabriek De Nieuwe Fenix bv. Zo luidt de naam die sinds een week op de visitekaartjes van het duo staat afgedrukt.

'Het is bijna onvoorstelbaar dat het zo gegaan is', zegt Wiersma. 'Het ene moment ben je bijna je baan kwijt, het andere ben je eigenaar van een fabriek.' Via een management buy-out, mede-gefinancierd door de Nederlandse Participatie Maatschappij en het Londense Chemical Venture Partners, heeft Wiersma samen met Renaud de fabriek van het moederconcern Lever, het Nederlandse Unileverbedrijf, weten los te weken. Die kocht het 30 jaar geleden om er reinigingsartikelen te fabriceren.

De Fenix - weliswaar afgeslankt van 121 tot 63 mensen - is gered. Maar het was kantje boord.

Eigenlijk hadden de machines dezer dagen weggesleept moeten worden. Twee jaar geleden, op woensdag 9 september, velden de koele cijferaars op het Rotterdamse Unilever-hoofdkantoor namelijk een keihard oordeel over De Fenix. De fabriek paste niet in de toekomstplannen van het Brits-Nederlandse levensmiddelenconcern. Al enige jaren is Unilever bezig met het stroomlijnen van de produktie voor de Europese markt.

Om de concurrentiestrijd met andere producenten van merkartikelen als Procter & Gamble, Nestlé en Henkel vol te kunnen houden, moeten de kosten omlaag. Besparingen zijn mogelijk door produktie te concentreren in enkele grote, gespecialiseerde fabrieken in Europa. Het is niet verwonderlijk dat een kleine, Zwolse produktie-eenheid waar de wasverzachter Robijn, het schoonmaakmiddel Glorix, de afwasmiddelen Lux en Dubro en tal van andere reinigingsmiddelen worden gemaakt, niet in die strategie past.

'Leg dat maar eens uit aan je mensen. Economy of scale - op de werkvloer zegt zo'n begrip weinig', zucht Wiersma. De 45-jarige chemisch technoloog, geboren en getogen in een dorp nabij Zwolle, kan begrip opbrengen voor het besluit van de Unilever-strategen. Maar van harte gaat het niet. 'Je moet bedenken dat we altijd winst hebben gemaakt. Sterker nog, we zijn altijd één van de meest rendabele produktievestigingen geweest. Unilever heeft er een parameter voor: het aantal manuren per ton. Wij stonden altijd ergens bovenaan.'

Vakbonden, ondernemingsraad en werknemers zelf stonden op hun achterste poten toen duidelijk werd dat de produktie van de reinigingsartikelen zou worden overgeplaatst naar fabrieken in Italië en GrootBrittannië. Voor hen is het een koud kunstje om de hele Fenix-produktie op een zaterdagmiddag te draaien.

Toch hadden Wiersma en Renaud al eerder in de gaten dat het zwaard boven hun hoofd hing. Vier jaar geleden kortwiekte Unilever De Fenix al toen de marketing- en de verkoopafdeling werden weggehaald, alsmede enkele ondersteunende diensten. Die werden samengevoegd met het Vlaardingse Leverbedrijf. Vraag was wanneer de rest zou volgen. 'Natuurlijk vroegen we ons wel eens stilletjes af of De Fenix wel groot genoeg zou zijn', bekent Wiersma. 'En natuurlijk lezen en horen wij vaak dat Unilever een bedrijf verkoopt of sluit omdat het niet in de concernstrategie past. Dat gebeurt dagelijks. Maar het betreft altijd andere bedrijven, waardoor je er ver vanaf staat. Als je dan zelf opeens lijdend voorwerp dreigt te worden sta je toch raar te kijken.'

Dat Wiersma en Renaud de mensen op het Unilever-hoofdkantoor ervan wisten te overtuigen dat de Zwolse fabriek bestaansrecht had, mag opmerkelijk worden genoemd. Het gebeurt niet vaak dat het strak georganiseerde concern van een strategische beslissing terugkomt. Bij De Fenix was dat geenszins de bedoeling, zeker niet toen een studie uitwees dat verkoop was uitgesloten. Slechts één Zwiterse partij toonde serieuze belangstelling, maar daarin zag Unilever een assetstripper. En bij verkoop-in-onderdelen zou niemand belang hebben.

'We hadden een goede naam binnen het concern,' verklaart Wiersma de geslaagde reddingspoging. 'Altijd bijgedragen aan de winst, weinig gezeur en bovendien een lange historie. Daar zet je niet zomaar een streep onder.' Hij vermoedt ook dat nationale sentimenten binnen het concern een rol hebben gespeeld. 'Zeker op de thuismarkt wil Unilever haar naam natuurlijk niet verpesten door sociale problemen. Ik denk dat ze een Italiaanse tent sneller zullen sluiten dan een Nederlands bedrijf.'

Dat het toch twee jaar moest duren voordat er eindelijk een knoop kon worden doorgehakt, wijt Wiersma aan het eilandenrijk van Unilever. 'Iedereen denkt altijd dat het één grote organisatie is. Maar net als andere multinationals kent het concern verschillende stromingen met verschillende belangen. Zo wilde het Europese hoofdkantoor in Brussel ons liever dicht hebben. Die zagen ons toch als een potentiële concurrent. De Nederlandse tak dacht daar gelukkig wezenlijk anders over. Voordat dat soort processen zijn uitgekristalliseerd ben je een stuk verder.'

De Fenix mag zich nu dan een zelfstandig bedrijf noemen, Unilever heeft het wel gedeeltelijk vleugellam gemaakt. Glorix, Robijn, Lux en Dubro; de merken blijven onder de hoede van Unilever. Dat is zeker niet onlogisch, aangezien het concern vele miljoenen in de namen heeft geïnvesteerd om er A-merken van te maken.

Toch moet het steken. Als er één merk een stempel op de geschiedenis van De Fenix heeft gedrukt, is het Dubro. Het bedrijf is er in de vijftiger jaren mee groot geworden. Daarvoor rolden er vooral flessen Abro van de band, genoemd naar de initialen van de man die toen bij De Fenix de scepter zwaaide, dr A. Broek. Nadat de man met zijn secretaresse in het huwelijk was getreden, luidde de naam van het nieuwe merk: Dubro, de afkorting van het 'duo Broek'.

'We hadden ijzersterke merken in huis. Dubro is marktleider in Nederland en Glorix heeft hier bijna een monopoliepositie,' zegt Wiersma, die beseft dat het bedrijf het roer volledig zal moeten omgooien. De Fenix gaat een merkloze toekomst tegemoet. Een schoonmaakmiddel onder de naam De Fenix zal er niet worden gelanceerd. Dat maakt geen kans, want de naam zegt geen enkele consument wat.

'De handel kent ons des te beter', verklaart Wiersma zijn nieuwe doelgroep. 'Die kent De Fenix als fabrikant van A-merken, een kwaliteitsfabrikant dus. ' De Fenix wil zich binnen korte tijd volledig toeleggen op de produktie van huismerken van supermarktketens en goedkope produkten, de zogeheten discountartikelen.

Wiersma en Renaud hebben de afgelopen anderhalf jaar gebruikt om te bestuderen of De Fenix het op deze marktsegmenten als zelfstandig producent zou redden. 'Door de reacties hebben wij genoeg vertrouwen gekregen. Bovendien zijn het marktsegmenten die de komende jaren flink terreinwinst zullen boeken. Vergeet ook niet dat we niet de eerste de beste financiers achter ons hebben en Unilever zijn fiat heeft gegeven. Dat zou het zeker niet doen als het nattigheid zou voelen', meent Wiersma. Nu nog komt een deel van de Glorix- en Lux-produktie uit Zwolle, maar aan het einde van het jaar zullen die produkten in het buitenland worden gemaakt.

Wiersma vertrouwt er op dat De Fenix de komende maanden genoeg afnemers vindt om dat voor elkaar te krijgen. Nu al zijn er contacten met Super Unie (onder meer Nettorama en De Boer Winkelbedrijven) getekend. Belangrijker is dat er in het buitenland contracten worden getekend. 'Het volume van De Fenix is eigenlijk te groot voor Nederland,' zegt Wiersma, waarna hij zich eens achter zijn oren krabt. 'Eigenlijk is het merkwaardig; te groot voor Nederland, maar te klein voor Unilever. Tja... Wat zal ik daarvan zeggen?'

Liever zwijgt hij. Sinds vorige week heeft hij niets meer met Unilever te maken, net als De Fenix. De fabriek doet zijn naam eer aan. Volgens de Griekse overlevering bouwde de mythische vogel Phoenix een nest van Arabisch reukwerk in de hoogste palm van Phoenicië. Toen de vogel na het zingen van een lied opvloog, deden vonken uit zijn haar het nest vlam vatten en de Phoenix verbranden. Uit de as kwam een nieuwe Phoenix tevoorschijn.

Vermoedelijk noemden Zwolse monniken in 1719 hun zeepziederij naar de Griekse vogel, een verwijzing naar de oude bereidingswijze van zeep met verbrande twijgen. E Seniro Vico, heette de ziederij. Wat zoveel betekent als 'Uit de as herrezen'.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden