Als je dood wilt, hoef je nog lang niet dood

Als mensen met een ernstige depressie hulp bij zelfmoord krijgen, worden mensen gedood die van hun depressie hadden kunnen genezen zegt Joost Zwagerman....

Afgelopen zomer ontmoette ik Betsy Udink. Ik had al vaker over haar boek Klein leed geschreven, maar ik kende de schrijfster niet. Dankzij gemeenschappelijke vrienden zagen wij elkaar in een restaurant in een buitenwijk van Amsterdam. Het werd een geanimeerde avond. Wij spraken over Ayaan Hirsi Ali en haar beveiliging; over dagelijks leven in Istanbul (Udink is de echtgenote van de Nederlandse ambassadeur in Turkije), over kinderen, boeken, vakanties. Het was een warme zomeravond, en na het etentje fietsten wij met onze vrienden nog een stuk langs de Amstel. Betsy Udink was blij weer even in Amsterdam te kunnen zijn, want haar dochters wonen er, en zij wilde één van haar dochters graag helpen met het inrichten van haar studentenwoning. Daar had zij ontzettend veel zin in, en zij praatte zo enthousiast over de stad en haar kinderen dat ik die avond verkwikt thuis kwam. Als je zo’n moeder hebt, dan heb je het maar getroffen, zei één van onze vrienden. Ik had Betsy Udink hooguit drie uur meegemaakt, maar ik beaamde dit graag.

In het Betoog (24 mei) pleiten Rein Zunderdorp van het Humanistisch Verbond en Rob Jonquière van de NVVE voor actieve hulp bij zelfdoding van chronisch psychiatrische patiënten met een ‘weloverwogen, duurzame en wilsbekwame’ doodswens, en bij lezing van dat stuk was de conclusie onvermijdelijk: als Zunderdorp en Jonquière het voor het zeggen hadden gehad, was Betsy Udink nu hartstikke dood geweest.

Udink was namelijk ooit langdurig en ernstig depressief en viel, zoals ze schrijft in Klein leed, helemaal in die categorie patiënten van wie Zunderdorp en Jonquière menen dat zij moeten worden gesteund in hun door depressie en stoornis ingegeven doodswens. Haar doodswens tijdens haar jarenlange depressie kwam niet voort uit een impuls maar was krachtig en structureel – totdat zij genas.

Udink: ‘Ik was bereid als mijn eigen rechter het vonnis, de doodstraf, uit te spreken en als mijn eigen beul op te treden.’ Zij noemde zich ‘zeer ontvankelijk’ voor pleidooien als van Zunderdorp en Jonquière. Was haar de ‘helpende hand’ geboden, dan had zij inderdaad een einde aan haar leven gemaakt. Maar dat was toen. Nu schrijft zij: ‘Ik ga nog lang niet, denk ik nu, ze zullen me naar de dood toe moeten slepen.’ Udink schrijft dit in het hoofdstuk dat zij noemde: ‘Blij dat ik leef.’

In de wereld die Zunderdorp en Jonquière voorstaan, hadden Udinks dochters nu dus hun moeder moeten missen, hadden de lezers nooit kunnen genieten van haar nadien geschreven boek Allah & Eva – en had de schrijfster zelf nooit dit voor haarzelf ook onverwachte einde van haar ogenschijnlijk terminale psychiatrische probleem kunnen meemaken. Zoiets moet je maar op je geweten willen hebben. Zunderdorp en Jonquière willen dat, hun pleidooi laat daar geen misverstand over bestaan.

Onder het mom van empathie, medeleven en solidariteit komen via het pleidooi van Zunderdorp en Jonquière de barbarij en de zelfexecutie de samenleving binnengemarcheerd. De twee schuwen zelfs geen argumenten die uitingen zijn van chantage. Zo beweren zij dat ‘de zachte dood’ veel chronisch depressieve mensen behoedt voor de sprong voor de trein of van de torenflat. Zoiets hoor je mensen wel eens roepen in verziekte liefdesrelaties: ‘Als je bij me weggaat, spring ik voor de trein!’ Deze gemeenste vorm van chantage in de liefde willen Zunderdorp en Jonquière nu in de geestelijke gezondheidszorg institutionaliseren. Laat ik hen uit de droom helpen. Zelfs als iedereen een zelfmoordpil naast zijn bed heeft liggen, zullen er nog mensen zijn die ervoor kiezen met een klap uit het leven te stappen.

Hulp bij zelfdoding aan patiënten met bijvoorbeeld een ongeneeslijke vorm van kanker laat zich niet vergelijken met hulp bij zelfdoding aan mensen met een langdurige levensbedreigende depressie. Hoe ernstig en langdurig zo’n depressie-met-doodswens ook is, geen arts of psychiater zal met honderd procent zekerheid kunnen zeggen dat die depressie ongeneeslijk en eeuwigdurend is.

De Amerikaanse ervaringsdeskundige Andrew Solomon heeft een standaardwerk over ogenschijnlijk ongeneeslijke depressie geschreven. Meer dan tien jaar vocht hij tegen depressie; al die jaren wilde hij dood en deed hij ook enkele zelfmoordpogingen. Tot hij genas. Solomon schrijft: ‘Zelfmoord is meer een reactie op angst dan een oplossing van een depressie.’ Hij noemt de doodswens onder depressieven een kwestie van ‘gemarteld verstand’. Hulp bij zelfdoding voor deze categorie patiënten doet dus geen recht aan hoofd en hart van die patiënten, maar bekrachtigt de ‘marteling van het verstand’. Dat kan in de geneeskunde en de hulpverlening nooit de bedoeling zijn.

Het Humanistisch Verbond zendt binnenkort de documentaire Mag ik dood? uit. Op het eerste gezicht een redelijke, maar bij nader inzien een valse vraag. Nog eens Betsy Udink: ‘Wat ik wilde zeggen is dat ik als ik dood wil, ik nog lang niet dood hoef.’ Die zin zouden Zunderdorp en Jonquière boven hun bed moeten hangen – én boven het bed van de mensen die zij denken te moeten ‘helpen’ en menen te vertegenwoordigen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden