Nieuws

Alphen aan den Rijn mag in enquête kiezen tussen windmolens en windmolens

Maar liefst driekwart van de bewoners van Alphen aan den Rijn is vóór windturbines, toont een recente enquête van de gemeente. Maar de opzet van de enquête blijkt manipulatief. En dat komt veel vaker voor in Nederland.

Robert van de Griend
Harry Körmerling en Jan Wesselingh, voorzitters van de dorpsoverleggen van Hazerswoude-Rijndijk, zijn verbaasd over de windmolenenquête-uitslag. 	 Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant
Harry Körmerling en Jan Wesselingh, voorzitters van de dorpsoverleggen van Hazerswoude-Rijndijk, zijn verbaasd over de windmolenenquête-uitslag.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Terwijl in heel Nederland verhitte discussies worden gevoerd over de aanleg van windturbines, en protestgroepen met namen als Windalarm, Tegenwind, Mallemolens en Gigawiek petitie na petitie starten, lijkt er in de gemeente Alphen aan den Rijn iets bijzonders aan de hand: uitgerekend hier, pal in het Groene Hart, is maar liefst driekwart van de inwoners vóór de aanleg van windturbines en zonneweides in de omgeving.

Het college van Alphen toonde zich in de media verheugd over de uitkomst van de enquête die begin dit jaar werd gehouden. Het Klimaatakkoord van Parijs mocht dan ambitieus zijn, aan de Alphenaren zou het niet liggen.

Maar klopt dat wel? Uit WOB-documenten, opgevraagd door een freelance journalist uit Alphen, blijkt dat gemeenteambtenaren bij het opstellen van de enquête nogal sturend te werk zijn gegaan. Na lezing van de conceptversie besloten ze te schrappen in het aantal antwoordmogelijkheden waarmee respondenten konden aangeven dat ze helemaal geen windturbines of zonneweides willen. ‘Verwachtingsmanagement’, noemden de ambtenaren dat in hun feedback op de vragenlijst. Ook vervingen ze de term ‘windturbine’ consequent door het iets vriendelijker klinkende ‘windmolen’, terwijl het in Alphen toch echt over turbines gaat, die zo’n 120 meter hoger zijn. En stond in de conceptversie nog dat die in de buurt van woningen zullen worden gebouwd, heette dat in de eindversie ‘in de omgeving.’ In de begeleidende brief bleef bewust onvermeld dat er ook tegenstanders van windturbines en zonneweides bestaan. ‘Dat maakt het te ingewikkeld’, aldus een ambtenaar.

Critici in Alphen spreken tegenover de Volkskrant van ‘manipulatie’. De lokale SP-fractie heeft 32 raadsvragen ingediend over de ‘fop-enquête’.

Slinkend draagvlak

Die kritiek staat niet op zichzelf. In diverse gemeenten en regio's waar inwoners recentelijk via een enquête werden geraadpleegd over de aanleg van duurzame energiebronnen regende het klachten, van Amsterdam tot Bronckhorst, van Marken tot Waalwijk en van Raalte tot Gemert-Bakel. Telkens klonken dezelfde bezwaren, die zich lieten samenvatten als: er wordt ons iets door de strot gedrukt. In Rheden kregen respondenten de lastig betwistbare stelling voorgelegd: ‘Niet alleen de mens maar ook de natuur lijdt onder de klimaatverandering’. In Zuid-Limburg mochten deelnemers kiezen tussen ‘zonneparken mogen zichtbaar zijn in het landschap’ en ‘zonneparken moeten verstopt worden in het landschap’. En in Amersfoort waren voor de windparken twee opties gereserveerd: ‘dicht bij de natuur’ of ‘aan de randen van de stad.’ Rhedenaar Jeroen de Rijk verwoordde het in het Algemeen Dagblad als volgt: ‘Je mag alleen maar aangeven of je die windmolens in je voor- of in je achtertuin wilt.’

Burgers worden op deze manier ‘voor de gek gehouden’, zegt Ank Michels, universitair hoofddocent bij het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht. ‘Gemeenten weten dat die windturbines er hoe dan ook gaan komen. Wat je nu ziet is dat enquêtes vooral instrumenteel worden ingezet, om aan te tonen dat er draagvlak is voor de energietransitie. Met als gevolg dat burgers zich in de maling genomen voelen, en het draagvlak alleen maar slinkt.’

Michels nam de Alphense enquête onder de loep en duidt het weglaten van antwoordmogelijkheden en het misleidend taalgebruik als vooringenomenheid bij de opstellers. Ook de respresentativiteit van de uitkomst laat volgens haar ernstig te wensen over, aangezien de gemeente vooraf 1.200 inwoners actief benaderde die al eerder in panels hadden meegedacht over duurzaamheid. ‘Zij hadden dus affiniteit met het onderwerp.’

Dorpsoverleggen

Eveneens opvallend is dat de meeste respondenten in de stad wonen, terwijl de windturbines eerder in de omliggende dorpen zullen worden gebouwd. Daar is de verbijstering over de enquête dan ook groot. ‘Ik ben me rot geschrokken’, zegt Harry Körmeling, voorzitter van het dorpsoverleg Hazerswoude-Rijndijk-Oost. ‘Ik zet me al jaren in voor vernieuwing van de democratie. Maar hier zie je echt weer ouderwets de arrogantie van de macht.’ Collega-voorzitter Jan Wesselingh van dorpsoverleg Hazerswoude-Rijndijk-West is al even geschokt. ‘Eind vorig jaar hebben wij zelf nog een peiling gehouden onder onze bewoners. Daaruit bleek juist dat driekwart tégen de komst van windturbines was. En dan zou er nu ineens wel draagvlak zijn?’

Wellicht had veel onvrede kunnen worden voorkomen als de dorpsoverleggen bij de enquête van de gemeente waren betrokken, zoals het Alphense college vooraf aan de raad had toegezegd. Maar die uitnodigingsmail is nooit verstuurd. ‘Daar is inderdaad iets niet helemaal goed gegaan’, erkent wethouder Duurzaamheid Erik van Zuylen (GroenLinks).

Dat in Alphen het optimisme over de energietransitie inderdaad een stuk lager ligt dan de uitslag van de enquête doet vermoeden, blijkt wel uit de ruim tweeduizend handtekeningen die actiecomité TurbulenT tot nu toe ophaalde tegen de bouw van windturbines langs de rijksweg N11. De initiatiefnemers vrezen onder meer geluidsoverlast, gezondheidsproblemen en waardedaling van huizen.

‘Genuanceerd beeld’

Van Zuylen blijft desondanks achter de enquête staan. De totstandkoming ervan is volgens hem een ‘heel goed proces’ geweest, en de uitslag geeft een ‘genuanceerd beeld’. Van sturende vragen is volgens Van Zuylen geen sprake. ‘Er was voldoende ruimte om bezwaren te uiten’. En het woord ‘windmolen’? Dat ‘sloot nu eenmaal beter aan bij het normale taalgebruik van de respondenten. Ze wisten echt wel wat we daarmee bedoelden.’

In een brief aan Holland Rijnland, één van de dertig energieregio’s die van de overheid de opdracht kregen te onderzoeken waar en hoe het beste duurzame energie kan worden opgewekt, sprak de Alphense burgemeester Liesbeth Spies (CDA) van een ‘positieve grondhouding’ onder de respondenten. Zelf bekleedt Spies namens Holland Rijnland het voorzitterschap van de stuurgroep Regionale Energie Transitie. Sommige Alphenaren menen daarin conflicterende belangen te bespeuren, maar volgens Spies hoeft niemand zich zorgen te maken over het besluitvormingstraject. ‘Door die enquête denken veel inwoners: help, wat gebeurt er nu? Maar echt, dit is pas stap één in die de ontwikkelingsreis die we met elkaar aan het maken zijn.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden