Allochtone criminelen vinden taakstraf mild

Dit staat in een onderzoek van het ministerie van Justitie naar de manier waarop jonge Antilliaanse, Surinaamse, Turkse en Marokkaanse criminelen hun straf ervaren. Het rapport is vrijdag gepresenteerd. De onderzoekers wijzen erop dat het nog steeds ontbreekt aan structureel overleg tussen instellingen in de strafrechtketen en allochtone organisaties.

Volgens het onderzoek is het oordeel van ouders en familie over de straf voor de jongeren belangrijk. Naarmate de ouders de opgelegde sanctie meer ondersteunen, is de kans dat de jongere de straf accepteert groter. De onderzoekers wijzen erop dat vooral de eerste generatie migranten zich afzijdig houdt. Dat komt door een gebrek aan kennis van het Nederlandse strafrechtstelsel en culturele factoren als het redden van de familie-eer en schaamte. Om de kloof te dichten, moet justitie de ouders nauwer bij het proces betrekken, aldus de onderzoekers in het rapport.

Antilliaanse en Surinaamse ouders menen nogal eens dat hun kind onterecht of te zwaar wordt aangepakt. Ook onder de jonge allochtone gestraften leeft sterk het idee dat ze harder worden aangepakt dan autochtone jongeren.

Een deel van hen ziet de straf zelfs als een voortzetting van de achterstelling die ze in het dagelijks leven ervaren. Sommigen hebben weinig op met Nederlandse slachtoffers omdat ze deze zien als onderdeel van een discriminerende samenleving.

Het onbegrip over de zwaarte van straffen is ook een gevolg van de verschillende wijzen waarop over geweld wordt gedacht. Antilliaanse, Surinaamse en Marokkaanse jongens beoordelen het gebruik van geweld lichter dan de Nederlandse officieren van justitie en rechters.

Dat is volgens de onderzoekers een gevolg van een autoritaire opvoeding met fysieke straffen en de harde straatcultuur waarbinnen de jongens leven.