Allochtone agent relatief vaak betrokken bij corruptie
Agenten, douaniers en marechaussees met een migratie-achtergrond zijn relatief vaker betrokken bij omkoping en andere integriteitsschendingen. Zij zijn extra kwetsbaar, omdat in hun doorgaans uitgebreide familie- en kennissenkring relatief vaker criminelen rondlopen die hen actief benaderen. Tijdens screeningen van personeel is onvoldoende aandacht geweest voor hun sociale herkomst.
Dat schrijft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie in nieuw onderzoek. Daaruit blijkt dat rechtshandhavers met een migratieachtergrond bij politie, douane, marechaussee en FIOD oververtegenwoordigd zijn bij integriteitsschendingen. Binnen de politie is bij 40 procent van dit soort zaken iemand met een migratieachtergrond betrokken, terwijl deze groep slechts 7 procent van het personeelsbestand uitmaakt. In absolute getallen gaat het om zeker 19 zaken onder 4.500 agenten met een migratieachtergrond.
Mark M.
In de meeste gevallen betreft het agenten uit 'basisteams' in de wijken, die onder gebrekkige leiding staan. Ze zijn relatief jong of ten hoogste van middelbare leeftijd. Voorts lagen rondom de eeuwwisseling de eisen te laag bij het streven personen met een migratieachtergrond binnen te halen. Zij hadden niet altijd voldoende kwaliteiten. Dat werd gecompenseerd met bijles in een 'schakelklas', maar die kreeg binnen de politie al snel de naam 'allochtonenklas'. Volgens het WODC heeft dat de integratie in het korps niet bevorderd en hen 'in een kwetsbare situatie gebracht'.
Aanleiding voor het onderzoek naar integriteitskwesties is de zaak rond Mark M., de 'politiemol' die vertrouwelijke informatie doorspeelde aan criminelen. Na een Kamerdebat over deze en andere corruptiezaken verzocht de minister van Veiligheid en Justitie, toen nog Ard van der Steur (VVD), om wetenschappelijk onderzoek.
De studie brengt over de periode 2012-2016 in totaal 256 'signalen' van ernstige integriteitsschendingen aan het licht, waarvan ruim 200 bij de politie. Bij nader onderzoek konden 80 ervan worden gekoppeld aan georganiseerde criminaliteit.
Grote sociale netwerken
Het leeuwendeel kwam voor rekening van politiemedewerkers, wat het WODC mede verklaart doordat de politie de grootste van de onderzochte organisaties is. Een andere verklaring 'is gelegen in het feit dat politiemensen meer op straat en in de directe nabijheid van criminelen opereren'. Voorts is de politie door de reorganisatie 'minder ver' dan de andere organisaties met 'risico-inventarisatie en bewustwording van kwetsbaarheden'.
De betrokkenheid van agenten met een migratieachtergrond hangt volgens het WODC samen met de grote sociale netwerken in de familie- en kennissenkring waarvan zij deel uitmaken. 'Gezien de relatief grote betrokkenheid van sommige etnische groepen bij (georganiseerde) criminaliteit, is de kans dat functionarissen met een migratieachtergrond in hun grote netwerk iemand kennen uit het criminele milieu groter dan onder autochtone functionarissen.'
Hierbij speelt ook een rol dat criminele organisaties de overheid niet langer mijden. Zij zoeken actief contact met rechtshandhavers. Dienders met een migratieachtergrond 'lopen een verhoogd risico om vanuit de georganiseerde criminaliteit te worden benaderd'. Hun dubbele loyaliteit, aan hun sociale contacten en aan de werkgever, wordt dan op de proef gesteld.
De politieleiding streeft juist naar 25 procent instroom van mensen met een 'diversiteitsachtergrond'. Dat is moeilijk te realiseren, bleek eerder deze week uit onderzoek van bureau Motivaction, omdat de politie bij jongeren uit die doelgroep in laag aanzien staat. Demissionair minister Stef Blok (VVD) zei hierover dinsdag in de Tweede Kamer dat niettemin het streven blijft 'de politie een gemengdere samenstelling te geven, ook met homo's, lesbo's en zij-instromers'.
Verbetering: In een eerdere versie van dit artikel stond dat het ging om 30 zaken onder 4.500 agenten met een migratieachtergrond. Dat is incorrect. Het gaat om 19 zaken. Deze fout komt voort uit het feit dat het WOCD-rapport de integriteitsschendingen behandelt van alle rechtshandhavingsorganisaties en niet slechts de politie. Van de 256 signalen van integriteitsschending bij alle rechtshandhavingsorganisaties kan slechts een deel juridisch bewezen worden. Bij de politie gaat het hier om 47 zaken. In 40% van deze gevallen (19) zijn agenten met een migratie-achtergronden betrokken.