Alleen de troon mag er echt uitspringen

De Ridderzaal is in volle glorie hersteld. Het is de grootste renovatie sinds 1904, toen het gebouw voor het eerst in gebruik werd genomen voor de opening van het parlementaire jaar.

Van onze verslaggeefster Sacha Kester

Het is oneerbiedig te zeggen dat de troon in de Ridderzaal bij de eerste renovatie in 1957 is afgeraffeld, maar het mocht indertijd blijkbaar niet te veel geld kosten. De kussens werden toen bijvoorbeeld niet, zoals het hoort, met paardenhaar opgevuld. En er zat een goedkoper stofje op de zitting.

Nu is de troon weer met zijde-velours bekleed, donkerrood, en gemaakt in Lyon, waar een vrouw een 19e eeuws weefgetouw op zolder had staan. ‘Deze stof was alleen nog in Frankrijk te krijgen’, vertelt minister Dekker van VROM tijdens haar presentatie van de nieuwe inrichting van de Ridderzaal. ‘Verder hebben we alles in Nederland laten doen.’

Want de Ridderzaal is, zoals de Rijksgebouwendienst dat noemt, in ere hersteld. Het is de grootste herinrichting en renovatie van het interieur sinds 1904, toen het gebouw voor het eerst in gebruik werd genomen voor de opening van het parlementaire jaar.

Daarvoor deed de zaal, die stamt uit de dertiende eeuw, onder andere dienst als feestzaal, hospitaal, winkelgalerij, staatsloterij en zelfs exercitielokaal voor de militaire school.

De renovatie in 1904 was in handen van architect Pierre Cuypers, ook bekend geworden door zijn ontwerp van het Rijksmuseum en het Amsterdamse Centraal Station. En nu, 102 jaar later, is de renovatie zo veel mogelijk in zijn geest uitgevoerd. In totaal heeft het 3,5 miljoen euro gekost. En het is net op tijd klaar voor Prinsjesdag. Dit weekeinde is de zaal te bekijken tijdens Open Monumentendag.

De grootste veranderingen in de Ridderzaal zijn de troon en de stoelen (gerenoveerd en opnieuw bekleed), het podium (kleiner) en het baldakijn (slanker). ‘En wat natuurlijk erg opvalt’, vertelt ontwerpster Marya Gasille, ‘is dat de provincievlaggen zijn verdwenen. Er hangen nu wandtapijten die zijn gemaakt in het Textielmuseum in Tilburg.’

Ze moeten nog wel wat aan de verlichting doen, want alleen van dichtbij zie je hoe mooi die tapijten zijn. Lijken het van een afstandje nog oude letters met een provinciewapen op een gekleurd vlak, op minder dan een meter van de kleden zie je pas dat het bijna letterlijk kopieën zijn van oude documenten – de letters van de achterzijde van het ‘papier’ schemeren er nog doorheen en ook de kreukels en de scheurtjes zijn ‘meegewoven’.

Ook het tapijt dat op de vloer ligt is nieuw. Hoogpolig, zoals het hoort in een koninklijke ruimte. Je voeten zinken een centimeter of twee weg bij elke stap die je zet. ‘En dat is een wérk geweest’, weet Liesbeth Stinissen die samen met Gasille aan de wandkleden heeft gewerkt. ‘Drie maanden lang is er door twee man dag en nacht aan gewerkt.’

Al die vierkante meters tapijt zijn gemaakt met een tuftpistool, een industrieel voorwerp dat voor de gelegenheid in de Ridderzaal op een wit kleed ligt uitgestald. Dit pistool ‘schiet’ de draden met een holle naald door het gaas dat later de onderkant van het kleed vormt. Gasille: ‘En in het tapijt zijn schaduwen aangebracht met dezelfde lijnen als het glas in lood, zodat alles in elkaar overvloeit. Want het enige dat er uiteindelijk uit mag springen, is de troon.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden