Alledaagse sores van een topman
Zelden zie je een topman van een Nederlands bedrijf op televisie uit zijn rol vallen. De directeur is immer strak in het pak, trekt een ijdel mondje en draait zijn praatje af....
Maar dat verandert als de camera een week lang in het kielzog van de bestuursvoorzitter meeloopt. Vroeg of laat valt de man uit zijn rol. En dan wordt het leuk, getuige een scène uit de tweede aflevering van Topman, een serie portretten van tien Nederlandse directievoorzitters, die de VPRO vanaf vanavond wekelijks uitzendt. 'Dit is belachelijk. Dit is hartstikke unsafe. Ik loop hier als een oude man. Dit is slipperig.'
Degene die foeterend zijn evenwicht probeert te bewaren in een glazen tunnel is Simon de Bree, de hoogste man bij chemieconcern DSM. 'Iedereen heeft het recht even gezond van zijn werk weg te gaan als hij gekomen is', briest hij nog.
De scène is meer dan alleen komisch, hij legt ook de vinger op machtsverhoudingen en de taak van De Bree om zijn werknemers te beschermen tegen het helse chemieorgel in Zuid-Limburg - enkele jaren geleden ontplofte er nog een kraker waarbij doden vielen. Even later poeiert hij echter een verontruste aandeelhouder af die vraagt naar bedrijfsongevallen in een DSM-fabriek in Oostenrijk. 'Babbel de babbel, gezien dit, gezien dat, mits, echter, kortom geen reden tot zorg.'
Het zijn dit soort doorkijkjes waaraan de serie haar waarde ontleent. De conclusie wordt er niet ingewreven, maar aan de kijker overgelaten. Het VPRO-team gaat geen gevecht aan, maar signaleert de handelingen die de topman typeren in zijn dagelijkse werk.
Zo zien we Philips-topman Cor Boonstra vanavond de wereld over vliegen, terwijl hij tegelijk zegt dat hij reizen 'afschuwelijk' vindt. Dagen vol plichtplegingen en soms aardappelmoeie toespraken laten een indruk na van een man die zichzelf gevangen heeft laten zetten in zijn functie. Werken omdat ledigheid nog erger is.
'Je ziet er heel erg aan af wat de mannen hebben willen geven', zegt programmamaker Nan Rosens. Soms zijn dat enkele ternauwernood gecontroleerde uitlatingen in een zee van formaliteiten, zoals bij Boonstra. Bij De Bree valt op met hoeveel zelfvertrouwen hij de televisieploeg losjes op sleeptouw neemt.
Grote onthullingen of ontboezemingen moet de kijker niet verwachten, daarvoor zijn de topmannen zich te veel bewust van de camera, maar de serie vormt een welkome aanvulling op de soms wel erg saaie en nette zakenprogramma's. En alleen al het feit dat de makers tien grote namen wisten te strikken (onder wie Kees Storm van Aegon, Jan Kalff van ABN Amro en Morris Tabaksblat van Unilever) is een niet geringe verdienste.