Alle dertien goed, maar jong?
De lijstjes die recensenten aan het eind van het jaar inleveren bij de kranten en weekbladen waaraan ze verbonden zijn, bevatten niet altijd de beste boeken....
Persoonlijke belangen? Dat vraagt om een toelichting. Redacteur Fortuin: 'Bij die formulering dachten we bijvoorbeeld aan buitenliteraire argumenten die een rol kunnen spelen.'
Zoals? Fortuin: 'Een paar jaar geleden noemde 70 procent van de medewerkers van Vrij Nederland het laatste boek van Doeschka Meijsing. Dat is de partner van de hoofdredacteur van Vrij Nederland.'
Die wel een uitmuntend boek geschreven kan hebben. 100 % chemie werd genomineerd voor de Libris Prijs. Fortuin: 'Toch vonden wij het een beetje vreemd.'
In Magazijn worden korte fragmenten aangeboden van dertien jonge literaire talenten. Onverdacht goed. En met jong is dan bedoeld: onder de veertig. Een enigszins dubieus criterium, maar het bekende Britse blad Granta, dat eens in de tien jaar een nieuwe generatie auteurs laat zien, doet dat ook.
Bij Magazijn - dat jaarlijks wil verschijnen en alleen Nederlandstalige auteurs selecteert die in het voorgaande jaar een roman of verhalenbundel hebben uitgebracht (reden waarom talenten als Abdelkader Benali, Esther Gerritsen, Floor Haakman en Ilja Leonard Pfeijffer ontbreken) - leidt dit ertoe dat de als jong en nieuw geafficheerde Arie Storm (1963) wordt ingeleid door Joost Zwagerman. Ook 1963.
'Erger nog', zegt Arie Storm desgevraagd, 'Joost is ook nog een paar maanden jonger dan ik. Zijn inleiding heb ik nog niet gelezen, maar ik heb me er bij voorbaat wel over verbaasd wat Zwagerman over mijn jeugdigheid te melden zou hebben.'
Behalve voor Storm heeft de redactie gekozen voor verhalen en fragmenten van Rashid Novaire, Annelies Verbeke, Dimitri Verhulst, Arnon Grunberg, Stijn Aerden, Hafid Bouazza, Ingmar Heytze, Hans den Hartog Jager, Peter Terrin, Yves Petry, Nicolien Mizee en Aristide von Bienefeldt (pseudoniem).
Geen verbijsterende keuze. Fortuin: 'Misschien niet, maar deze auteurs hebben allen iets te vertellen. Een gemeenschappelijke noemer is er niet, of het moet zijn dat postmodernistische experimenten uit den boze lijken. Ze hebben grosso modo een hang naar het realisme, en richten zich op de buitenwereld.'
Met het opmaken van de balans van het voorbije jaar en het bijeenbrengen van de beste jonge schrijvers zijn zowel de schrijvers als de lezers gediend. Zegt het voorwoord. Bedoelt de redactie hiermee dat Arie Storm - wiens vijfde roman in aantocht is - ermee gediend is gepresenteerd te worden als een jongere die het ontdekken waard is? Zou hij niet eerder gegeneerd zijn?
Fortuin: 'Dat moet u Storm zelf vragen. Hij heeft met graagte een fragment uit zijn nieuwe roman Gevoel afgestaan aan Magazijn.
Storm: 'Ik kan wel zeggen dat ik verbaasd was, ja. Het scheen nog net te kunnen. Ik schrijf, dacht ik, niet speciaal voor een jong publiek, maar voor alle mensen. (tegen vijfjarige dochter Lola en haar vriendinnetjes: 'Ik kom zo. Even wachten'). Maar ik had er ook geen bezwaar tegen. Ik ga nu weer naar mijn dochter terug. Even denken waar ik was gebleven. Ik was ze een verhaal aan het vertellen dat ik zelf had bedacht, en ik ben helemaal vergeten of die wolf die kindertjes nou wel of niet allemaal al opgegeten had.'