PostuumAlbert Uderzo

Albert Uderzo (1927-2020): de man die Asterix smoel gaf

Asterix is het kind van twee vaders. René Goscinny, die de avonturen van de Galliër schreef, stierf in 1977. Albert Uderzo, die Obelix, Panoramix en Julius Caesar smoel gaf, is maandag overleden. De Franse tekenaar is 92 geworden.

Joost Pollmann
Cartoonist Albert Uderzo met Asterix (R) en Obelix (L) in 2015. Beeld Getty
Cartoonist Albert Uderzo met Asterix (R) en Obelix (L) in 2015.Beeld Getty

In 1950 kreeg Alberto Aleandro Uderzo te horen dat hij zou gaan samenwerken met ene René Goscinny, die net was teruggekeerd uit de Verenigde Staten. ‘Aha’, zei Uderzo, ‘die is zeker ook van Italiaanse afkomst!’ ‘Nee’, antwoordde z’n chef, ‘het is Goscinny met een y, niet met een i’.

Een interessante anekdote, omdat scenarist Goscinny en tekenaar Uderzo juist furore zouden maken met de kampioenen van het Franse chauvinisme: hun stripfiguren Asterix en Obelix. In het tijdperk van De Gaulle werd een onoverwinnelijk stukje Gallië dus op de kaart gezet door een zoon van Italiaanse landverhuizers en een expat. Zonder het wonderdrankje van de druïde Panoramix waren de Gallische stripfiguren overigens nooit zo sterk geweest, en ook daarin schuilt enige ironie: tijdens de Tweede Wereldoorlog, die toen nog niet zo lang voorbij was, had de Franse regering niet erg heldhaftig op de Duitse bezetter gereageerd.

Van het eerste stripalbum, Astérix le Gaulois, werden in 1961 een keurige zesduizend exemplaren verkocht. Inmiddels staat de teller wereldwijd op 370 miljoen en daarmee is Asterix de absolute topper in de Franse boekensector.

Uderzo werd op 25 april 1927 geboren als kind van Italiaanse immigranten in het Noord-Franse dorp Fismes. Hij leerde zichzelf tekenen met Mickey Mouse van Disney als voorbeeld. Ook las hij strips van Calvo, die in 1944 zijn welbekende parodie op de nazi’s publiceerde: La bête est morte! Er zijn slechtere invloeden denkbaar.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging Uderzo werken voor uitgeverij Société parisienne d’édition. Na een kort intermezzo onder de naam All Uderzo, die zeer Amerikaanse ogende strips tekende, brak hij in 1948 door met een eigen reeks getiteld Belloy l’Invulnerable, over een blonde spierbundel die Uderzo later zelf zou typeren als een middeleeuwse voorloper van Arnold Schwarzenegger, al kun je er ook de knappe neef van Obelix in zien.

Uderzo illustreerde voor de kranten France Soir en France Dimanche, maar omdat Brussel op dat moment het mekka was van de Europese stripindustrie, trok hij naar de Belgische hoofdstad en ontmoette er succesvolle vakgenoten als Victor Hubinon, Eddy Paape en Jean-Michel Charlier. Hier leerde hij ook Goscinny kennen. Ze maakten samen de humoristische strip Sylvie voor het damesblad Bonnes Soirées en bedachten de reeks Oumpah-pah le Peau-Rouge, die in meerdere landen zou verschijnen; als Hoempa Pa stond de roodhuid in weekblad Kuifje.

In 1959 werd Uderzo hoofdredacteur van het nieuwe Franse stripblad Pilôte, waarvoor hij met Goscinny als scenarist Asterix tekende en met Charlier de pilotenstrip Tanguy en Laverdure. In de loop van de jaren zestig hield hij zich uitsluitend nog bezig met de tophit Asterix, die Nederlandse lezers leerden kennen via het tijdschrift Pep. Toen Goscinny in 1977 overleed aan een hartinfarct was Uderzo zo verbijsterd dat hij twee dagen lang zijn stoel niet uit kwam. De briljante bedenker van plots en woordspelingen was hij nu kwijt en hij ging in z’n eentje verder, met wisselend succes.

Deel 33, Het geheime wapen uit 2005, kreeg vernietigende kritieken. Op de cover prijkt nog altijd de naam Goscinny, maar die had hij beter kunnen weglaten. Na nog een album trok de tekenaar zich terug, waarna Jean-Yves Ferri en Didier Conrad de reeks overnamen. In 2009 gaven Uderzo en Goscinny’s weduwe Anne Goscinny uitgeverij Hachette Livre toestemming om Asterix ook na Uderzo’s overlijden voort te zetten.

Uderzo stond te boek als Frankrijks rijkste stripmaker. Zijn vermogen wordt geschat op 46 miljoen euro, vergaard met royalty’s, de rechten op negen animatiefilms en vier speelfilms, een restaurantketen, een pretpark en een parfumlijn: L’eau d’Albert. In 1985 sloeg de Franse overheid hem tot Ridder in de Nationale Orde van Verdienste en in 2006 werd hij in Nederland benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Aan lauweren geen gebrek, maar er was ook tegenslag. Zijn eigen dochter Sylvie vond dat haar vader zich had laten manipuleren toen hij 60 procent van zijn aandelen in Uitgeverij Albert-René besloot te verkopen. ‘Wat niet wil zeggen dat ik hem seniel noem’, zei ze in een radio-interview. Uderzo besloot zijn dochter en schoonzoon voor de rechter te dagen wegens ‘psychologisch geweld’. In 2014, na een vete die zeven jaar duurde, begroeven ze de strijdbijl.

In zijn 91ste levensjaar, toen de animatiefilm Het geheim van de toverdrank in première ging, werd Uderzo geïnterviewd door de krant Le Parisien. Hij zei gedecideerd: ‘Na mijn dood wil ik Asterix niet achterlaten in de handen van anderen. Ik wil niet het risico lopen dat alles in het niets verdwijnt, alleen omdat er geld mee te verdienen valt.’

In oktober 2019 keerden Asterix en Obelix terug in het 38ste album De dochter van de veldheer, met dank aan scenarist Jean-Yves Ferri en tekenaar Didier Conrad. Dit nieuwe Asterix-avontuur verscheen in vijftien talen tegelijk, in een oplage van 5 miljoen exemplaren (waarvan 200 duizend in het Nederlands). Overigens: de veldheer uit de titel was niemand minder dan de grote Vercingetorix, de Gallische koning die in 52 v. Chr. bij Alesia door Julius Caesar werd verslagen, waarna heel Gallië (op één heldhaftig dorpje na) werd ingelijfd bij het Romeinse Rijk.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden