Ahold vecht voor zijn 'maagaandeel'
supermarkten, maar een groothandel: Ahold verandert zijn strategie na het Pathmark-fiasco. Beleggers zijn er niet blij mee. Maar U.S. Foodservice zit in een groeimarkt: eten buiten de deur....
Ahold slaat weer eens grootscheeps in - geen supermarktketen dit keer, maar een Amerikaanse groothandel die voedsel levert aan onder meer kantines en restaurants. De aankoop voor acht miljard gulden van U.S. Foodservice werd dinsdag tegelijk met de cijfers over 1999 bekendgemaakt. Hij komt nadat de fameuze Zaanse overnamemachine voor het eerst haperde, en de beurswaarde van het bedrijf binnen een jaar met eenderde terugliep.
De koers veerde niet op toen Ahold drie maanden geleden voor vier miljard gulden een belang nam in de Scandinavische supermarkten van ICA. En al helemaal niet toen een week later de overname van Pathmark stukliep op de kartelwaakhond in de VS.
Met U.S. Foodservice lijken beleggers evenmin ingenomen. Het aandeel Ahold reageerde dinsdag niet noemenswaardig en zakte woensdag met 1,44 euro tot 22,40 euro, een daling van maar liefst 6 procent.
En toch heeft Ahold twee sterke argumenten voor zijn strategische koerswijziging.
U.S. Foodservice bedient de markt voor eten buiten de deur en die groeit veel harder dan de voedselverkopen via de supermarkten. In Nederland zetten de supers zo'n 47 miljard gulden per jaar om, een bedrag dat jaarlijks met circa 2,5 procent toeneemt. Buitenshuis eten is hier goed voor 'slechts' vijftien miljard gulden, maar dat cijfer groeit met 13 tot 15 procent per jaar.
Ontbijt, lunch en avondmaal worden niet langer vanzelfsprekend thuis genuttigd. Bovendien heeft deze traditionele trits gezelschap gekregen van drie nieuwe 'eetmomenten': een tussendoortje 's ochtends en 's middags, en een avondsnack. De sterkste groei zit in deze laatste categorie.
De huidige verhouding op de voedselmarkt - 70 procent supers, 25 procent buitenshuis - zal de komende jaren snel verschuiven. In de VS is het al half om half. Daar zijn de supermarkten ook al veel verder in hun concurrentie met de horeca: lange balies vol kant-en-klare warme en koude hapjes die de klant het water in de mond doen lopen, en waar de supers meer aan verdienen dan aan losse ingrediënten. R. Roorda van het Centraal Bureau Levensmiddelen (CBL) omschrijft het zo: 'Supermarkten vechten niet meer om marktaandeel, maar om maag-aandeel.'
Dan is er internet. Ahold begint dit jaar wereldwijd met een web-supermarkt voor al zijn ketens. De verkoop via het web, nu nog maar honderd miljoen gulden, zal 'binnen vijf à tien jaar' tussen de 7,5 en vijftien miljard bedragen, voorspelt topman C. van der Hoeven. Dat kan alleen als Ahold beschikt over het fysieke netwerk om de virtuele aankopen bij de klant thuis te bezorgen.
U.S. Foodservice heeft zo'n netwerk. Met zijn magazijnen en bezorgdiensten bereikt de nieuwe aanwinst nu al 85 procent van de Amerikaanse bevolking, terwijl Aholds Amerikaanse supermarkten zich hoofdzakelijk in het noord-oosten bevinden.
Onlangs ging Webvan naar de beurs, een nieuw Amerikaans bedrijf dat voedsel verkoopt via het internet, zonder één supermarkt te bezitten. Het nieuwe Webvan is een inmiddels oud verhaal: nauwelijks omzet, torenhoge verliezen en een beurswaarde die in de miljarden loopt. En dan moet het nog beginnen met magazijnen en koeriersdiensten op te zetten.
Zo bezien is de acht miljard voor U.S. Foodservice een koopje - alleen hebben de beleggers dat nog niet in de gaten.