Agent die lekte naar foute vriend is alles kwijt
In vijf jaar tijd hebben zestien agenten met een migratieafkomst gelekt naar de georganiseerde misdaad. Een van hen, Amine A., stond woensdag voor de rechtbank. 'Stom.'
De hamvraag, die woensdag de hele dag door de Haagse zittingszaal klinkt, blijft onbeantwoord: waaróm heeft politieagent Amine A. geheime informatie naar een criminele vriend gelekt?
Was het, zoals het onderzoeksinstituut WODC onlangs in een lijvig rapport constateerde, omdat allochtone agenten zoals deze verdachte 'modelagent' de druk van criminele vrienden niet kunnen weerstaan? Omdat hij zich meer thuisvoelde bij zijn Marokkaanse vrienden dan bij de politie met haar cultuur van uitsluiting? Werd A. op zijn werk gediscrimineerd? Liet hij zich domweg omkopen? Was het omdat zijn politiesalaris, zoals de rechter het omschrijft, 'nou niet bepaald de jackpot' is?
'Ik geef u geen antwoord vanwege alle media hier in de zaal', bijt de geschorste agent de rechters bij herhaling toe. Na een moeizaam verhoor van enkele uren breekt hij, althans voor het eerst laat hij zich gaan. 'Ik ben alles kwijt. Niet alleen mijn werk, maar ook privé. Mijn familie, vrienden, buren, alles. Collega's bij de politie, mensen bij de brandweer waarop ik gesteld ben. Zelfs mijn eigen vrouw is weg. Als blikken konden doden, meneer de rechter, had ik hier nu niet gezeten. Dat is zwaarder dan een oordeel van u.'
In vijf jaar tijd hebben zestien agenten met een migratieafkomst zich bezondigd aan criminele feiten zoals het lekken van informatie naar de georganiseerde misdaad, blijkt uit het WODC-rapport. Cultuurverschillen met Hollandse politiemensen spelen daarin volgens het onderzoeksinstituut een wezenlijk onderdeel.
Amine A. (29) was een fanatieke, veelgeprezen agent bij het politieteam Waddinxveen/Zuidplas van de eenheid Den Haag. Hij had de portefeuille hennep als 'taakaccent'. Volgens het Openbaar Ministerie heeft hij 32 of 33 adressen van hennepkwekerijen doorgegeven aan zijn vriend en medeverdachte Yassine H. (28), met wie A. tegelijk ooit bij de Politieacademie begon. A. heeft het lekken van informatie aanvankelijk enkele keren geweigerd, maar ging na een poos toch overstag, stelt de officier van justitie. Zijn vriend Yassine, die inmiddels een strafblad heeft van twaalf pagina's, zou sommige hennepkwekerijen hebben leeggeroofd steeds kort voordat de politie er een inval had gepland.
Modelagent
'Modelagent' A. heeft maandenlang in voorarrest gezeten en is geschorst. Hij wordt tevens verdacht van betrokkenheid bij inbraken, deelname aan een criminele organisatie en schending van zijn ambtsgeheim.
Over de waarom-vraag wil hij uitsluitend verklaren dat hij zijn vriend Yassine geheime informatie verstrekte 'omdat die erom vroeg'.
Wat wilde Yassine daarmee? Vraagt de rechter.
Amine A.: 'Dat weet ik niet. Dat heb ik niet gevraagd. Dat had ik wel moeten doen en dat is stom.' En dan, na eindeloos doorzagen van de rechters: 'Misschien wilde ik het niet weten.'
Ook bij de behandeling van zijn persoonlijke omstandigheden - 'niemand vertrouwt me meer'- komt niet aan de orde wat A. als modelagent het criminele pad op dreef. De politie heeft inmiddels een onderzoek gelast naar de redenen waarom agenten lekken. Als cultuurverschillen daarbij een rol spelen, zegt korpschef Erik Akerboom, wil de politie daar iets aan doen.
A. 'schaamt zich kapot' voor wat hij heeft gedaan, zegt hij. Hij erkent dat hij maandenlang politie-informatie lekte, maar ontkent dat hij daarvoor geld of gunsten heeft gekregen.
Tijdens de zitting worden getapte telefoongesprekken afgespeeld. Alles wijst erop dat de geschorste agent doelbewust meewerkte aan criminele activiteiten. Zo hield hij zijn vriend Yassine op de hoogte als politieteams onderweg waren naar een hennepkwekerij of inbraak, zodat er 'geen confrontatie tussen Yassine en mijn politiecollega's zou ontstaan'.
Uitkijk
Eerder, bij de rechter-commissaris, omschreef de hoofdverdachte dit doorspelen van actuele politieinformatie als: 'ik stond op de uitkijk.' Hij vindt dat niet hetzelfde als medeplichtigheid. Het verwijt dat hij deel uitmaakte van een criminele organisatie - waarop maximaal zes jaar celstraf staat - vindt Amine A. 'nergens op slaan'.
Drie zittingsdagen zijn uitgetrokken om Amine A. en vier medeverdachten te berechten. Vandaag wordt de strafeis van het Openbaar Ministerie bekend. De rechtbank is voornemens om 13 oktober uitspraak te doen.