Afscheid van de gulden
NOG ZES JAAR, zeven maanden en 15 dagen en dan zal afscheid moeten worden genomen van de gulden. In ruil daarvoor komt de euro, zoals de Europese munt waarschijnlijk zal gaan heten....
Zeker niet voor Nederland. Als Nederland straks mee mag doen met de Economische en Monetaire Unie, wat nu nog niet helemaal zeker is, deelt het dit voorrecht met landen als Duitsland, Frankrijk, België, Ierland en Oostenrijk. Met deze landen heeft Nederland al jarenlang een zeer stabiele relatie als het om de wisselkoers gaat. De invoering van de euro in deze landen, oftewel het afschaffen van de wisselkoers, betekent dat de relatie nog hechter wordt. Daarmee is het laatste snippertje onzekerheid over de wisselkoers weggenomen, wat altijd voordelig is. Maar de economische verhoudingen tussen Nederland en deze landen worden er niet echt anders door.
Toch kan de invoering van de euro ook gevaren met zich meebrengen. Die hangen samen met het vertrouwen dat inwoners van een land in de oude en de nieuwe munt hebben. Vooral Duitsers lijken gevoelig voor dit aspect, maar ook Nederlanders zullen er achter komen dat zij erg hechten aan de gulden als blijkt dat de euro de status krijgt van een Latijnsamerikaans muntje.
Om zo'n vertrouwensbreuk te voorkomen moet niet alleen het monetaire beleid op de juiste leest geschoeid zijn, maar ook de invoering van de Europese munt vlekkeloos verlopen. Op het moment dat het proces, dat jaren in beslag gaat nemen, ontspoort kan de euro worden afgeschreven.
De Europese regeringsleiders zullen volgende maand in Madrid een besluit nemen over de manier waarop de euro er moet komen. Zij hebben de keuze uit een scenario dat deze zomer is opgesteld door de Europese Commissie en een gisteren gepubliceerd scenario van de Europese centrale banken.
De keus tussen deze twee is in veel opzichten niet heel erg moeilijk omdat de scenario's grotendeels op elkaar lijken. Maar op een cruciaal punt lopen de meningen uiteen. De Commissie staat een meer centraal gestuurde en zeer snelle invoering van de euro voor om op deze manier het vertrouwen in de nieuwe munt op te wekken. De centrale banken kiezen voor een meer voorzichtige benadering. Zij geven overheden, banken, bedrijven en particulieren meer tijd en ruimte om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie. Dit meer liberale scenario geeft de meeste ruimte voor een opbloeiend vertrouwen in de euro en verdient daarom de voorkeur.