Afghanen geven zichzelf de schuld
De inwoners van Afghanistan wijten het huidige conflict in hun land eerder aan binnenlandse misstanden dan aan externe factoren.
Dit blijkt uit een onderzoek van Oxfam en acht Afghaanse niet-gouvernementele organisaties. In veertien provincies werd met burgers indringend gesproken over de fysieke, materiële en psychische gevolgen van dertig jaar oorlog in Afghanistan.
Volgens de auteurs van The Cost of War is het aantal geïnterviewden (ruim zevenhonderd) te klein om echt representatief te zijn, maar geven de resultaten een goede indicatie van hoe de bevolking heeft geleden onder drie decennia van geweld en repressie.
Oorzaken
Als oorzaken van het conflict worden verder genoemd de corrupte, falende overheid (48 procent), de Taliban (36 procent), inmenging door buurlanden (25 procent), Al Qaida (18 procent), onvoldoende buitenlandse hulp (17 procent), warlords (15 procent) en misdaad (14 procent). Ondervraagden konden meer dan één factor noemen.
De huidige fase van het conflict (na 2001) is in de ogen van de Afghanen minder ingrijpend en ontwrichtend dan eerdere fasen, zo blijkt uit het onderzoek. Dodelijk geweld, marteling, verkrachting en verdrijving van huis en haard kwamen vooral voor vóór 2001.
De oorlog bestond uit vier fasen, al naar gelang de groep die aan de macht was in Kabul: de communisten (1979-1992), de mujahedin (1992-1996), de Taliban (1996-2001), de regering-Karzai (2001-nu).
In de eerste periode, met het Sovjet-leger in het land, kwamen ongeveer een miljoen Afghanen om, vier miljoen raakten gewond of gehandicapt. Seksueel en ander geweld tegen vrouwen nam tijdens de chaotische mujahedinperiode enorm toe. Onder de Taliban, die strikte leefregels oplegden, hadden vrouwen meer dan ooit last van depressie, angsten en posttraumatische stress. De economie kwam geheel tot stilstand.
Communisme
De communistische tijd wordt door 38 procent aangewezen als de zwaarste periode. Dat is voor de Talibantijd 33 procent, de mujahe-dintijd 22 procent, de huidige episode 3 procent.
Het rapport toont duidelijk hoezeer de Afghaanse samenleving sinds 1979 ontwricht is geraakt en hoezeer de bevolking is getraumatiseerd. Driekwart van de Afghanen is ooit gedwongen geweest zijn huis te verlaten. Van hen moest 60 procent naar het buitenland (Iran of Pakistan).
Een op de vijf Afghanen zegt ooit gemarteld te zijn; niet zelden vrouwen die werden gestraft voor het vermeende gedrag van familieleden. Van een kwart van de bevolking werd landbouwgrond vernietigd, van 43 procent ander bezit, eenderde is ooit beroofd.
Aan Afghanistan zijn, zeggen de onderzoekers, tal van boeken en artikelen gewijd. ‘Maar de stem van gewone Afghanen ontbreekt vaak.’ The Cost of War voorziet in die leemte. Azim Mohammad uit de provincie Nangarhar: ‘Wat denkt u wat de dood van twee miljoen Afghanen, het kapotmaken van 70 procent van ons land en het vernietigen van de economie voor ons heeft betekend? De helft van alle mensen is gek geworden. Een man van 40 ziet eruit als 70. Altijd angst. Nergens zijn we veilig.’