Nieuws
Advocaten Navalny: gezondheid holt achteruit in strafkamp, oppositieleider kan niet op eigen benen staan
De gezondheid van Ruslands oppositieleider Aleksej Navalny is hard achteruitgegaan in de strafkolonie waar hij opgesloten is. Dat hebben zijn advocaten woensdag gezegd.
Volgens advocaat Olga Michailova kan Navalny sinds eind vorige week niet op zijn benen staan en kampt hij met hevige rugpijn. Woensdag werden Navalny’s advocaten niet toegelaten tot de oppositieleider, ondanks een afspraak daartoe met de leiding van het strafkamp.
Leonid Volkov, Navalny’s stafchef, vermoedt dat Navalny opgenomen is in de ziekenboeg van het kamp. ‘Het is mogelijk dat de leiding van het strafkamp dat geheim probeert te houden’, schrijft Volkov in een bericht op Telegram.
Navalny werd deze maand overgebracht naar IK-2, een strafkamp bij het stadje Pokrov op zo’n 100 kilometer van Moskou. IK-2 staat bekend als een van de strengste strafkampen van Rusland.
Vriendelijk concentratiekamp
In berichten via zijn advocaten omschreef Navalny het kamp in de afgelopen weken als ‘een vriendelijk concentratiekamp’. Hij beschreef een zeer streng regime, maar zei geen geweld gezien te hebben.
Navalny moet 2,5 jaar in IK-2 verblijven wegens schending van een meldingsplicht die hij opgelegd kreeg in 2014, een veroordeling die door de oppositie en westerse regeringen gezien wordt als een politiek vonnis. Zij houden de Russische veiligheidsdienst FSB verantwoordelijk voor de vergiftiging van Navalny met het dodelijke zenuwgif novitsjok.
Zo heeft de Canadese regering woensdag negen Russische ambtenaren sancties opgelegd wegens de ‘snel verslechterde mensenrechtensituatie en de slinkende ruimte voor onafhankelijke stemmen en maatschappelijke organisaties’. Daarbij wordt Navalny met name genoemd. De Russische regering noemt de strafmaatregelen ‘illegaal'.
Protest
Dinsdag kondigde Navalny’s team een nieuw protest aan voor de vrijlating van de oppositieleider. Als een half miljoen Russen zich opgeven voor het protest, prikt de oppositie een datum. Woensdag stond de teller op ruim 200 duizend aanmeldingen door het hele land. Landelijke protesten aan het begin van dit jaar eindigden in massale opsluiting van demonstranten, die in enkele gevallen getuigenissen aflegden van martelingen op politiebureaus.