Reportage
Advocaat Inez Weski: Ridouan T. is al buitengerechtelijk veroordeeld door voortdurend lekken in media
Ridouan T. is publiekelijk al veroordeeld, betoogt zijn advocaat Inez Weski. Volgens haar krijgt haar cliënt geen eerlijk proces. Daarom bepleit ze zowel strafvermindering als vrijspraak.
Een van opmerkelijkste uitspraken van advocaat Inez Weski, de afgelopen twee dagen tijdens haar pleidooi in het Marengo-proces, is deze: ‘Een methode is het kaltstellen van bepaalde personen via de media. Doel is het schaden van de reputatie en/of de criminele status van de desbetreffende persoon, waardoor zijn machtspositie in de onderwereld afbrokkelt. Wanneer een (rechts)persoon negatief in de media komt, verstoort dit mogelijk het vertrouwen van andere criminelen in hem, waardoor hij geïsoleerd raakt. Daarmee is het verstorende effect bereikt.’
Veroordelende uitspraken
Dat heeft Inez Weski niet zelf bedacht. Nee, die methode van naming and shaming blijkt te staan in een rapport in opdracht van de Nationale Politie uit 2018, Sluipend Gif, over de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Het inzetten van de media door politie- en justitieambtenaren, om doelbewust negatieve informatie over iemand te lekken, blijkt een van de middelen te zijn die in de opsporing worden ingezet. Veelal zonder dat zo’n persoon is veroordeeld, of zelfs maar berecht. In de woorden van Weski: ‘Het buitengerechtelijk veroordelen van mensen.’
Die methode, stelt de advocaat van Marengo-hoofdverdachte Ridouan T., is ook veelvuldig op haar cliënt toegepast. De 45-jarige T. wordt verdacht van leidinggeven aan een criminele organisatie die zich richt op liquidaties, poging tot moord en de voorbereiding van moord. Tegen hem werd afgelopen zomer een levenslange gevangenisstraf geëist. Maar hij is publiekelijk al veroordeeld, betoogt Weski, door het ‘voortdurend lekken’ van negatieve of suggestieve informatie, en door veroordelende uitspraken van bijvoorbeeld voormalig minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus (‘We hebben hem!’), oud-Kamerlid Dilan Yesilgöz (‘Drugscriminelen zoals Ridouan T. moeten gevangen worden gezet in zeer beperkte regimes’), van andere politici, van de politie, het Openbaar Ministerie, publieke figuren en de media.
Demonisering
De advocaat meldt een lange opsomming van lekken over haar cliënt naar de media, waarbij het haar sterk voorkomt dat dit vanuit het OM is gebeurd. Maar haar verzoeken bij de rechtbank om daar een onderzoek naar in te stellen, waren steeds vergeefs. Wel heeft ze bij verschillende instanties meerdere klachten ingediend over alle ‘leugens en insinuaties’.
Volgens Weski is er veel ‘desinformatie’ over haar cliënt verspreid; zoals over liquidaties ‘waarvoor geen bewijs is’, over drugshandel, over bedreigingen aan prinses Amalia en premier Mark Rutte, over een aanslag op de Bunker (de beveiligde rechtbank in Osdorp), over banden van Ridouan T. met Iran en over een ongecontroleerde briefwisseling met Mohammed B. (‘die werd wel gecontroleerd’). Ook ‘wordt cliënt niet vervolgd’ voor de aanslag op de Telegraaf, de moord op advocaat Derk Wiersum, de broer van de kroongetuige en diens vertrouwenspersoon Peter R. de Vries (in die laatste zaak loopt het onderzoek nog).
Alle ‘niet-onderbouwde geruchten’ leiden volgens Weski tot de demonisering van Ridouan T., die wordt afgeschilderd als psychopaat, staatsgevaarlijk en ‘de engste man ter wereld’ – maar die ‘tot op heden geen strafblad heeft’. Die demonisering zou steeds weer nieuwe beperkingen van zijn detentierecht tot gevolg hebben. Zodra er weer iets in de media staat, zegt Weski, mag haar cliënt bijvoorbeeld ineens niet meer bellen met zijn familie. De advocaat vreest ‘dat de overtuiging van T.’s schuld zich ongemerkt nestelt in het brein van de rechter’.
Vanwege het vele lekken en de andere schendingen van de onschuldpresumptie, moet het Openbaar Ministerie volgens de advocaat niet-ontvankelijk worden verklaard. Mocht dat niet het geval zijn, dan vindt ze strafvermindering voor haar cliënt gerechtvaardigd.
Vrijspraak
Wat de strafbaarheid betreft, betogen Weski en haar collega uitvoerig waarom Marengo-kroongetuige Nabil B. – die belastende verklaringen over Ridouan T. heeft afgelegd – leugenachtig en daarom onbetrouwbaar zou zijn. De kroongetuige zou onder meer geen enkel direct contact met haar cliënt hebben gehad. De kroongetuige bestrijdt dat, maar de genoemde ontmoeting is volgens Weski onmogelijk. Alle kroongetuigeverklaringen zijn volgens Weski gebaseerd op berichten uit de media of ‘van horen zeggen’. Nergens blijkt volgens haar uit dat Ridouan T. was betrokken bij moord, of pogingen daartoe. ‘En was die vergismoord op Hakim Changachi wel echt een vergismoord?’ Volgens de raadsvrouw zijn er scenario’s denkbaar waarin die moord wel degelijk de bedoeling was, en dat haar cliënt er dus helemaal niks mee te maken zou hebben.
Aan het eind van het pleidooi constateren T.’s raadsvrouwen dat er wegens de onbetrouwbare kroongetuigeverklaringen en het gebrek aan (ondersteunend) bewijs eigenlijk maar één oordeel voor hun cliënt mogelijk zou zijn: vrijspraak. Opmerkelijk is dat zij in hun betoog met geen woord reppen over Youssef T., de 39-jarige oud-advocaat en neef van Ridouan T., die vorige week werd veroordeeld tot 5,5 jaar cel voor deelname aan T.’s criminele organisatie. Youssef T. vervulde volgens de rechtbank de cruciale rol van boodschappenjongen voor berichten van zijn gedetineerde neef naar de buitenwereld. De rechtbank rekende hem zwaar aan dat hij met zijn neef onder meer communiceerde over het omkopen van belastingambtenaren en rechters in Marokko, waar familie van Ridouan T. vastzit.
Het Marengo-proces gaat op 14 februari verder met een regiezitting over T.’s medeverdachte Saïd R., die begin 2020 in Colombia werd aangehouden en eind 2021 werd overgebracht naar Nederland. De rechtbank doet op 20 oktober uitspraak.