Academische vrijheid

Mag een hoogleraar in zijn afscheidscollege reppen van ‘griezels als Gretta en Dries (wier achternamen ik uit weerzin weiger uit te spreken)’?...

De Universiteit Utrecht is kort na elkaar twee keer in de publiciteit gekomen, omdat het college van bestuur publicaties tegenhield, of wilde tegenhouden, die het college onwelgevallig waren. De eerste keer betrof het hoogleraar Nieuwe Testament Pieter van der Horst, die na 37 jaar afscheid nam van de universiteit met een rede over de mythe van het joodse kannibalisme. In een doorwrocht betoog laat hij zien hoe joden door de eeuwen heen van kannibalisme en andere misdaden zijn beschuldigd. Deze radicale vorm van antisemitisme floreerde eerst in het christendom, later onder het na-tionaal-socialisme en tegenwoordig in de Arabische wereld. De uithaal naar Duisenberg en Van Agt, die uiteindelijk werd geschrapt, maakt het verhaal zeker niet sterker. Wetenschap en persoonlijk ongenoegen lopen hier door elkaar. Toch moet een hoogleraar de vrijheid hebben zichzelf in de voet te schieten.

Van der Horst beschuldigt rector magnificus Gispen van de Universiteit Utrecht van censuur uit angst voor represailles van moslims. Gispen ontkent deze lezing. De aantijging is in elk geval een onderzoek waard. Als zij waar is, verdient Gispen een berisping. De islam moet bekritiseerd kunnen worden, los van de vraag of men het met die kritiek eens is.

Even curieus is de kwestie rond het Debye-instituut. De wetenschapshistoricus Sybe Rispens schreef een boek over Einstein, waarin hij stelde dat Debye met de nazi’s heeft gecollaboreerd. Het college van bestuur besloot vrijwel meteen de naam van het instituut te veranderen. De leiding van het instituut was het daar niet mee eens en kondigde een eigen onderzoek aan. Het verslag hiervan bevat een kritische reconstructie van de manier waarop de besluitvorming van het college van bestuur tot stand is gekomen. Daarop hield het college de verspreiding van het boekje tegen.

Beide affaires passen in de transformatie van de universiteit van een gemeenschap van zelfstandige wetenschappers tot een bedrijfsmatig geleide instelling, die zeer beducht is voor haar publieke reputatie en een actief pr-beleid voert. Als het college van bestuur vindt dat onderzoekers de reputatie van de universiteit schaden, worden zij hard aangepakt. Een universiteit is echter geen bedrijf, maar een wetenschappelijk instituut waar wetenschappers in volle vrijheid onderzoek moeten kunnen doen. Die vrijheid betekent dat ook plaats moet zijn voor excentrieke of stekelige persoonlijkheden die onwelgevallige standpunten verkondigen.

Ironisch genoeg doen juist deze kwesties het imago van de Universiteit Utrecht geen goed. Zonder ingreep van het college had er in publicitair opzicht waarschijnlijk geen haan gekraaid naar de afscheidswoorden van een nieuw-testamenticus.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden