Aanslagen dienen 'strategisch doel'
Wederom frustreert een bloedige aanslag het vredesberaad tussen Israël en Palestijnen. Netanyahu kwam onder druk van zijn achterban, Arafat voelt de pressie van Netanyahu....
Van onze correspondent
TEL AVIV
In februari 1996 kregen Israëlische vredesonderhandelaars in het conferentiecentrum Wye Plantation het schokkende nieuws dat bij een bomaanslag in Jeruzalem 24 mensen om het leven waren gekomen. De onderhandelingen, met de Syriërs, werden voortgezet. Een week later vielen bij een aanslag in Tel Aviv 13 doden. Toen werden de gesprekken gestaakt.
Gisteren werden in Wye Plantation de besprekingen tussen de Palestijnen en de Israëli's onder Amerikaanse leiding niet afgebroken, nadat meer dan zestig personen gewond waren geraakt bij een granaataanslag in Be'ersheva. In de stad in Zuid-Israël eisten inwoners luidkeels de terugkeer van premier Netanyahu en zijn medewerkers.
Ook rechtse politici in Jeruzalem zeiden dat de Israëli's de Palestijnen onmiddellijk de rug moesten toekeren. Netanyahu ging er niet op in. Israël zwicht niet voor terreur, heet het.
De aanslag in Be'ersheva, toegeschreven aan een Palestijn van de Westelijke Jordaanoever, versterkte wel Netanyahu's pleidooi voor Palestijnse 'veiligheidsgaranties' - en verkleinde daarmee de kans op een doorbraak in het vredesproces. Onenigheid tussen Israël en Palestijnen over de strijd tegen 'islamitische terreur' houdt een akkoord over terugtrekking van Israëlische troepen op de Westoever al vele maanden op.
De Palestijnse leider Arafat pleegt te zeggen dat hij zich voor 100 procent inzet om terrorisme te voorkomen, maar dat hij geen 100 procent resultaat kan beloven. Ook in landen als Spanje, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten is het immers onmogelijk gebleken terreur uit te bannen.
De aanslag in Be'ersheva brengt niet alleen Netanyahu in een lastig parket (hoe kan hij een akkoord thuis 'verkopen' bij aanhoudend geweld van Palestijnse zijde?), maar ook zijn tegenstrever Arafat. Die snakt naar de overdracht van een deel van de Westoever, waarmee de contouren zichtbaar worden van de Palestijnse staat waarnaar hij streeft. Arafats medewerkers in Wye Plantation haastten zich de aanslag 'op onschuldige burgers' in Be'ersheva te veroordelen.
Veel Israëli's, onder wie aanhangers van Netanyahu, zullen daarvan niet onder de indruk zijn. Een medewerker van de Israëlische staatsradio achtte de Palestijnse leiders zelfs medeplichtig aan de aanslag. Want op Palestijnse scholen wordt het beeld van Israël als eeuwige vijand gekoesterd, op de Palestijnse tv zingen kinderen over de eer om te sterven als martelaar (lees: pleger van een aanslag in Israël), en de pers schuwt opruiende en antisemitische taal niet.
De Israëlische radioman zette de feiten keurig op een rij. Hij zei er alleen niet bij dat de kreet 'Dood aan de Arabieren' regelmatig gehoord kan worden onder kolonisten. Mede aan hen heeft Netanyahu zijn premierschap te danken. Hij heeft de uitbreiding van nederzettingen geen strobreed in de weg gelegd. Dit weekeinde sprak hij, tot ergernis van zijn Amerikaanse gastheren, even buiten Wye Plantation met een delegatie van kolonisten. Ariel Sharon, de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, geldt als hun 'kampioen'.
De aanslag speelt kolonisten en anderen in de kaart die concessies aan de Palestijnen verfoeien. De uitdrukking 'les extrêmes se touchent' is hier van toepassing. Volgens waarnemers in Israël dienen aanslagen namelijk een 'strategisch doel': het voorkómen van een vredesregeling. Menige aanslag vond plaats tijdens onderhandelingen, of aan de vooravond daarvan. De daders zien een 'onrechtvaardige vrede' in het verschiet, of verwerpen elk akkoord met de 'zionistische vijand'.
Journalisten repten zich gisteren naar Ahmed Yassin, leider van de Hamas-beweging die gruwt van de Oslo-akkoorden en verantwoordelijk is voor talrijke terreurdaden in Israël. Hij nam de schuld voor de jongste aanslag niet op zich. Maar begripvol zei de sjeik: 'Zolang de Israëlische bezetting voortduurt, hebben we het recht ons te verdedigen.' Veel Israëli's zien Arafat en Yassin als twee handen op één buik.
Theo Koelé