Aanpak drugscriminaliteit Brabant en Zeeland succesvol, maar samenwerking soms nog stroef
De Taskforce Zeeland Brabant, waarin onder meer politie, Openbaar Ministerie gemeenten en de Belastingdienst samenwerken, is succesvol bij het bestrijden van de georganiseerde criminaliteit. Dat concludeert het Verwey-Jonker Instituut in een onderzoeksrapport dat vrijdag wordt gepresenteerd. 'Maar de Taskforce is nog niet klaar', aldus het instituut.
Zo verloopt de informatie-uitwisseling soms stroef. Ook zijn er opmerkelijke cultuurverschillen tussen de politieregio's: West-Brabant/Zeeland gaat vooral voor de 'snelle klap', terwijl Oost-Brabant meer naar de lange termijn kijkt. Ook is het belangrijk dat de ambtenaren op alle niveaus samenwerken.
De Taskforce Brabant Zeeland (voorheen Taskforce B5 geheten) is eind 2010 opgericht om de toenemende drugscriminaliteit in Noord-Brabant te bestrijden. Aanleiding vormde een reeks geweldsincidenten in de regio Eindhoven. Het was met name toenmalig burgemeester Rob van Gijzel die alarm sloeg over de wietcriminaliteit die politie en justitie 'over de voeten liep'. Burgemeester Fons Jacobs van Helmond moest zelfs onderduiken wegens doodsbedreigingen.
B5
Aanvankelijk richtte de integrale aanpak zich vooral op de vijf Brabantse steden (B5), later werd die uitgebreid naar heel Brabant en Zeeland. De Taskforce zetelt met een kleine staf (zo'n vijf vaste medewerkers plus enkele deeltijdwerkers) in het gemeentehuis van Tilburg. Daarnaast zijn 125 agenten vanuit verschillende politie-eenheden 'gelabeld' voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit in Zuid Nederland. Het OM heeft hiervoor 15 mensen vrijgemaakt.
Lees ook
Criminelen in het nauw, crisis op de hennepstekjesmarkt
