Nieuws
Aanbieders wijkverpleging lijden miljoenen verlies
Zorgorganisaties in de wijkverpleging duiken dit jaar diep in de rode cijfers. Ontoereikende tarieven, een hoog ziekteverzuim, en daardoor de noodzakelijke inzet van veel zzp’ers maken dat zij miljoenen verlies lijden.
Zo komt het verlies op de wijkverpleging van de grote Rotterdamse ouderenzorgorganisatie Aafje naar verwachting uit op 5 miljoen euro, op een omzet van 40 miljoen. Laurens, ook uit Rotterdam, komt uit op 4 miljoen euro verlies (op 57 miljoen omzet) en Thebe uit West- en Midden-Brabant duikt mogelijk 2,5 miljoen in het rood (op 82 miljoen). Negen andere zorgorganisaties, die alleen anoniem hun resultaten willen delen, spreken van verliezen tussen 1,2- en 2,7 miljoen euro.
Directe aanleiding voor de verliezen is het extreem hoge ziekteverzuim in de ouderenzorg. Bij veel ouderenzorgorganisaties zit meer dan 10 procent van het personeel ziek thuis. Hierdoor kunnen de zorgpartijen minder uren declareren bij de zorgverzekeraar, en zijn zij gedwongen ter (gedeeltelijke) vervanging duurdere zzp’ers op te roepen.
Bij Aafje en Laurens gebeurt nu ongeveer 18 procent van het werk door invalkrachten. ‘Dat is niet meer werkbaar’, zegt Peter Ploegsma, bestuurder bij Aafje. ‘We zijn echt de grens overgegaan; ik heb plaatsvervangende schaamte wat voor roofbouw we op onze mensen hebben gepleegd.’
Uurtje-factuurtje
De dieperliggende oorzaak van de financiële problemen is volgens de zorgorganisaties de manier van financieren van de wijkverpleging. Per uur zorg dat zij verlenen krijgen de instellingen een bedrag van de zorgverzekeraars. Maar volgens ouderenzorgpartijen zijn deze tarieven in groeiende mate ontoereikend om ook zaken als opleiding, innovatie en samenwerking met andere zorgpartijen te kunnen bekostigen. ‘Deze race naar de bodem is al jaren aan de gang’, zegt Arjan Bandel, bestuurder bij Laurens. ‘Maar dit jaar versnelt en verslechtert de vicieuze cirkel.’
Branchevereniging Zorgverzekeraars Nederland wijst erop dat de verzekeraars ervoor moeten waken dat ‘de zorg in Nederland betaalbaar en toegankelijk blijft’. Daarom maken zij afspraken met zorgorganisaties over de hoeveelheid, kwaliteit en prijs van de zorg. Komt een organisatie in de financiële problemen, dan moet die dat melden bij de zorgverzekeraar. ‘Als het in het belang van hun verzekerden is, zoeken zorgverzekeraars vervolgens samen met zorgaanbieders naar een passende oplossing.’
Maar volgens Bandel is er nu al te weinig zorg in de wijkverpleging beschikbaar: ‘Onze zorgmedewerkers moeten nu dagelijks kiezen welke oudere er wel en welke er geen thuiszorg krijgt.’ Ruimte om invloed uit oefenen op de inhoud van het contract met zorgverzekeraars is bovendien zeer beperkt, zegt hij. ‘Eigenlijk zouden we moeten zeggen: tot hier en niet verder. Maar als we geen contract sluiten met een zorgverzekeraar, mogen we alleen ongecontracteerde zorg leveren. En die tarieven zijn nog veel lager. Dus we moeten in het belang van de cliënt en onze medewerkers akkoord gaan met tarieven waarmee we niet uit kunnen.’
Zorgplicht
Uiteindelijk, zegt gezondheidseconoom Xander Koolman, is het aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om te bepalen of zorgverzekeraars zich aan hun zorgplicht houden. ‘Zolang de NZa geen aanwijzing of last onder dwangsom (boete, red.) oplegt, zullen verzekeraars dit interpreteren als instemming met hun huidige inkoop van zorg en de daarbij behorende wachtlijsten.’ Dat ze zo handelen is logisch in het huidige zorgstelsel, zegt Koolman. ‘Immers, als een verzekeraar meer geld uitgeeft dan een concurrent, gaat de premie omhoog en lopen de klanten weg.’
De NZa noemt het in een reactie ‘zorgelijk’ dat zorgaanbieders niet alle benodigde zorg aan hun cliënten kunnen bieden. ‘We zien dat we in de wijkverpleging aanlopen tegen de grenzen van de toegankelijkheid.’ Toch geldt wel dat zorgverzekeraars vanuit hun zorgplicht altijd verantwoordelijk blijven dat er genoeg zorg beschikbaar blijft. Als zorgorganisaties dusdanige verliezen lijden dat de continuïteit van zorg in gevaar komt, moeten verzekeraars dat aan de NZa melden. De NZa 'kan geen uitspraken doen over het aantal meldingen dat wij binnenkrijgen’.
In een eerdere versie stond dat zorgorganisatie Laurens ‘geen zorg’ mag leveren als er geen contract is met een zorgverzekeraar. Dat klopt niet: een organisatie mag dan alleen ongecontracteerde zorg leveren.