Die ene meldingTGO-teamleider Bob Schagen

‘Aan zijn vingers had hij veel te lange, kromgegroeide nagels. Op tafel lagen beschimmelde broden’

Politiemensen over die ene melding, wat er daarna gebeurde en hoe dat hun kijk op het vak ingrijpend heeft veranderd. TGO-teamleider Bob Schagen (62) werd als hoofdagent op de Amsterdamse Wallen geconfronteerd met ‘de ultieme eenzaamheid’.

Wil Thijssen
null Beeld Anne Stooker
Beeld Anne Stooker

‘Als leider van het Team Grootschalige Opsporing heb ik veel te maken met moord, doodslag en andere ellende, maar dit schrijnende incident is me altijd bijgebleven. Ik liep over de Amsterdamse Wallen in de tijd van hoeren, verslaafden, roofovervallen en schiet- en steekincidenten, en vroeg aan een onzeker drentelend dametje: ‘Kan ik u helpen?’

Lijkenlucht

‘‘Ik heb hier jarenlang gewoond’, antwoordde ze. ‘Ik zorgde altijd voor mijn buurman. Maar ik ben verhuisd naar Almere. Ik wil bij hem op bezoek, maar ik ben bang dat er iets is gebeurd, want hij doet niet open.’ Ze durfde niet naar binnen en gaf mij de sleutel van zijn huis.

‘Ik duwde hard tegen de deur, die werd geblokkeerd door een enorme stapel post. Ik vreesde het ergste, maar ik rook geen lijkenlucht. Er lag post van allemaal zorginstellingen: we hebben een kamer voor u, u moet snel reageren anders is de kamer weg, u moet op controle komen bij de dokter, u heeft een afspraak in het ziekenhuis, dat soort dingen.

‘Ik raapte die stapel brieven op en beklom twee steile oude trappen – hij woonde boven. Daar was een deur met een raam van melkglas erin. Je kon er niet goed doorheen kijken, maar daarachter zag ik het silhouet van een persoon, totaal bewegingloos. Ik verwachtte een lijk aan te treffen en zwaaide de deur open.

'Daar zat een oude man, roerloos, aan tafel, met zijn handen voor zich op het tafelblad. Dat beeld vergeet ik nooit meer. Aan zijn vingers had hij veel te lange, kromgegroeide nagels en ook zijn grijze haren en baard waren lang. Op tafel lagen beschimmelde broden en afgesneden boterhammen zonder beleg, ook beschimmeld. En er stonden pakken zure melk. Dat rook je, die weeë, zure lucht.

Winter

‘De man had zijn ogen open, maar zat zo stil dat ik dacht: die is dood. Ineens zei hij met kraakheldere stem: ‘Wat komt u doen?’ Ik schrok me wezenloos.

‘‘Ik ben van de politie en uw oude buurvrouw van de overkant maakt zich zorgen’, reageerde ik. ‘Hoe gaat het eigenlijk met u?’ Ik ging tegenover hem aan tafel zitten. ‘Waarom zit u hier met zo veel brood? Komt u nog wel buiten?’

‘‘Het gaat prima’, antwoordde hij. ‘Het is winter, het is koud, ik wacht hier tot de lente komt.’ ‘Maar hoe wacht u dan?’, vroeg ik stomverbaasd. ‘Nou, zo zittend’, zei hij.

‘Ik was verbijsterd. Er was geen radio, geen enkel geluid, het was er heel warm terwijl het in de rest van het huis ijskoud was. Hij stookte alleen in de keuken, waar hij zat. En hij ging blijkbaar wel naar de wc, want ik zag nergens urine of ontlasting. Maar het was overduidelijk geen gezonde situatie.

Voorstadium

‘‘Komt hier weleens iemand?’ Nee, zei hij, sinds de buurvrouw was verhuisd kwam er niemand meer. Hij had een broer die om de hoek woonde, zo dichtbij dat ze vanuit het achterhuis elkaar bijna een hand konden geven, maar met hem had hij geen contact meer. ‘Ik zou niet weten hoe het met ’m is’.

‘Het raakte me. Ik dacht: dit is de ultieme eenzaamheid. Zo ziet dat er dus uit. Dit was het levend voorstadium van mensen die na de melding van een lijkenlucht dood in hun huis worden gevonden. Van die vereenzaamde mensen naar wie niemand omkijkt.

‘Ik begon zijn post voor te lezen, en ook dat raakte me in m’n hart. Allemaal zorginstellingen die schreven dat hij moest reageren, maar het er kennelijk bij lieten als hij dat niet deed. Hoe is dat in godsnaam mogelijk? Niemand die dacht: hij reageert niet, zullen we zelf even gaan kijken of het wel goed gaat met die man? Die instellingen waren allemaal dicht in de buurt, om de hoek zelfs. Dat heb ik door dit incident beseft, dat het dus mogelijk is in onze maatschappij dat alle instellingen je vergeten. Sindsdien heb ik meer oog voor de mensen om me heen, ik ben zorgzamer geworden.

‘Ik haalde de buurvrouw naar boven en zij sloeg van schrik haar hand voor haar mond toen ze hem zag. Ze voelde zich schuldig, maar dit was natuurlijk niet haar verantwoordelijkheid.

Lange nagels

‘Met de levenservaring van nu zou ik gaan bellen: waarom pakken jullie je verantwoordelijkheid niet? Waarom doen jullie niks? Maar ik was destijds 27 en heb gewoon hulp en de wijkagent ingeschakeld, die zich over hem ontfermden. Toen ik terugging om te kijken hoe het die man verging, was hij weg. Ik ga ervan uit dat hij is geholpen, dat er een plek in een zorginstelling voor hem is geregeld.

‘Nog steeds, als ik vrouwen zie met van die ultralange, gelakte nagels die waarschijnlijk kunstig of gezellig zijn bedoeld, moet ik terugdenken aan de oude handen met die veel te lange nagels van die eenzame man.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden