Aan wieg Betuwelijn stonden veel Rotterdammers
Opvallend veel Rotterdammers waren betrokken bij de besluitvorming rond de Betuwelijn. Vandaag debatteert de Tweede Kamer over het rapport van de Algemene Rekenkamer, waarin vraagtekens worden gezet bij de onderzoeken en de prognoses....
Heeft minister Maij-Weggen van Verkeer en Waterstaat in 1993 'op eigen kracht' het besluit genomen om de Betuwelijn aan te leggen, zoals ze zegt? Of hebben Maij, haar opvolgsters en de Kamer zich laten beïnvloeden door de Rotterdammers die in de loop der jaren de cruciale departementen bevolkten?
Het heeft er in ieder geval alle schijn van dat er een 'Rotterdamse connectie' is, en dat de stuwende kracht achter de Betuwelijn niet uit Den Haag maar uit Rotterdam kwam. De topambtenaren die Maij destijds adviseerden, waren allen oud-bestuurders uit de havenstad Rotterdam.
Van der Plas, Westerduin en Den Dunnen. Drie mannen waren het, die aan de wieg van het principebesluit stonden. De eerste was secretaris-generaal op het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Westerduin was zijn directeur-generaal goederenvervoer en Den Dunnen de hoogste ambtenaar bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Van der Plas was directeur gemeentewerken in Rotterdam toen Maij hem in 1992 voor haar ministerie vroeg. Ze wilde hem hebben vanwege zijn goede naam als reorganisator bij Philips en zijn relatie met vervoer, zegt ze nu. Maar Van der Plas was ook kenner van de Betuwelijn, een van de grote dossiers die op haar bureau lag. In 1989 onderzocht hij in opdracht van voorgangster Smit-Kroes de goederenstromen vanuit de Rotterdamse haven. Hij pleitte voor een nieuwe spoorlijn op de oost-west-as van Nederland.
Toen Van der Plas naar het ministerie kwam, trof hij daar een belangrijke medestander aan: directeur-generaal Westerduin, voormalig directeur van het gemeentelijk havenbedrijf Rotterdam. Smit-Kroes had hem in 1989 binnengehaald, omdat hij de wensen van de vervoerders over zee, de overslag- en distributiebedrijven goed kende.
Den Dunnen bekleedde in 1993 de hoogste ambtelijke post op het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Ook hij had een Rotterdams verleden. Ook hij was eerder directeur van het havenbedrijf. Op VROM bereidde hij de Planologische Kernbeslissing voor de Betuwelijn voor.
'De Betuwelijn was een milieulijn', zegt Maij nu. 'Het was logisch dat-ie er moest komen.' De CDA-politica kwam uit de Brusselse politiek, waar ze forse kritiek uit Europa op Nederland had gehoord. 'Zo'n grote wereldhaven en geen fatsoenlijke railstructuur om de goederen te vervoeren', klonk het uit Duitsland en de Alpenlanden.
Ze was het met de critici eens. Andere havens zetten 25 tot 40 procent van de goederen voor verder vervoer op de rails. De Rotterdamse haven haalde nauwelijks 10 procent. En de binnenvaart was er slecht aan toe, niet in staat een alternatief te bieden.
Maij trof de Betuwelijn in de erfenis van haar voorgangster Smit-Kroes, ook een Rotterdamse. Op grond van het rapport-Van der Plas was de lijn in het schema voor structuur en vervoer terechtgekomen. Maij vond ook dat de haven niet in stand kon blijven als er geen goed afvoersysteem over rails zou komen. Dat zou Rotterdam opbreken.
Het waren niet de Rotterdamse vervoerders die haar daarvan overtuigden. Maij: 'Die zag ik nooit aan mijn bureau. Dat zou averechts hebben gewerkt. Het was de overtuiging van mijn departement dat de lijn er moest komen.' Het departement, dat waren secretaris-generaal Van der Plas en Westerduin. Maij: 'Zij waren overtuigde voorstanders en zij staken dat niet onder stoelen of banken.'
Het jaar 1993 was een cruciaal jaar voor de Betuwelijn. Maij hield het kabinet voor dat het verbeteren van de bestaande spoorlijn geen optie was. Er moest een nieuwe goederenspoorlijn langs de A 15 komen. Hoe die lijn eruit moest zien en welke voorzieningen er verder nodig waren, moest nader worden uitgezocht.
De CDA-minister riep een nieuwe commissie in het leven. Als voorzitter trok zij haar voorgangster en feitelijke initiator van de lijn, Smit-Kroes, aan. Ook zitting in de commissie hadden: topambtenaren Van der Plas en Westerduin. Het zou niet de laatste commissie zijn die een advies over de Betuwelijn uitbracht. Maar het leek allang niet meer te gaan om de vraag óf, maar hoe hij er moest komen.
De drie topbestuurders uit Rotterdam bleven tot de dag van vandaag betrokken bij de Betuwelijn. Westerduin staat vandaag, tijdens een debat in de Tweede Kamer, nog steeds als directeur-generaal goederenvervoer, minister Netelenbos bij in haar verweer tegen het kritische rapport van de Rekenkamer. Den Dunnen gaat een dezer dagen met pensioen. En Van der Plas? Die trad onlangs terug als directeur van het machtige lobby-apparaat Nederland Distributieland: groot voorstander van de Betuwelijn.