Het eeuwige levenAad Veerman (1939-2022)
Aad Veerman was miljonair, bokspromotor, maar vooral Bep van Klaverens steun en toeverlaat
Acht jaar oud was Aad Veerman toen hij aanbelde bij zijn idool, de Rotterdamse bokslegende Bep van Klaveren. ‘Dag meneer Van Klaveren, zou ik misschien uw tas mogen dragen naar de training?’ De olympisch kampioen van 1928 knikte en zei: ‘Is goed, jochie. Maar onthou: ik heet Bep, geen meneer Van Klaveren.’
Tussen de twee zou een levenslange vriendschap ontstaan. Veerman, Zuid-Hollands kampioen boksen, bewonderde de kracht en finesse van Van Klaveren. Die was op zijn beurt weer onder de indruk van het talent voor boekhouden, ondernemen en organiseren van Veerman. Zo vulden ze elkaar perfect aan.
Echte Rotterdammer
Veerman was een echte Rotterdammer, zoon van een havenarbeider. Toen zijn vader in de oorlog in Frankrijk werd gestationeerd, ontmoette hij daar een Française. Terug in Nederland scheidde hij van zijn vrouw. ‘Moeder nam de dochter mee, Aad bleef bij zijn vader. Zo ging dat in die tijd’, zegt dochter Louise.
Haar vader hield twee dingen over aan de scheiding: de liefde voor Frankrijk en chansons. En een sterke drang om gezien te worden. Louise: ‘Hoe je het ook wendt of keert, hij werd in de steek gelaten door zijn moeder. Dat heeft zijn karakter bepaald. Hij wilde laten zien dat hij de moeite waard was voor deze wereld.’
Zakelijk gezien groeide hij uit tot een vermogend handelaar in speelautomaten. ‘Dat stond toen nog voor gezelligheid’, zegt Louise. ‘Mensen hadden nog geen mobiele telefoon, en altijd kleingeld op zak.’ Hij organiseerde ook concerten van André Hazes en Herman Brood, was sponsor en conditietrainer bij zijn favoriete club Excelsior en ging als begeleider van Rudi Lubbers mee naar Jakarta voor diens partij tegen Muhammad Ali. Vooraf mocht hij in de kleedkamer van Ali komen. ‘Stond ik daar, lagen ze allemaal op de grond te bidden naar het oosten. Het was 1973, ik wist niets van moslims’, vertelde hij in 2013 aan het AD.
Veerman werd met hard werken miljonair, iets waarvan hij altijd had gedroomd. Zo kon hij later ook Van Klaveren onderhouden. Vlak voor diens dood, in 1992, beloofde Veerman hem tien keer te zullen eren met een memorial, naar het voorbeeld van de Franse bokslegende Marcel Cerdan, tevens minnaar van Édith Piaf.
Non, je ne regrette rien
Die Bep van Klaveren Memorial kwam er, 25 keer liefst, net als een standbeeld van The Dutch Windmill, dat Veerman uit eigen zak betaalde. Bij de memorials waren uitdrukkelijk géén tafeltjes rond de ring voor de welgestelden. Louise: ‘In de geest van Bep: de vuilnisman moest naast de burgemeester kunnen zitten.’
In de zomer van 2007 werd Veerman getroffen door een herseninfarct. Daarna werd afasie geconstateerd, een taalstoornis. Dat juist hem – nooit gerookt, geen druppel alcohol gedronken – dit overkwam, vond hij moeilijk te verkroppen. Maar de ziekte bracht ook iets moois, zegt zijn dochter. De stoere zakenman, die altijd druk, druk, druk was, werd liever en zachter, ook omdat hij door zijn spraakgebrek niet meer alle aandacht naar zich toe kon trekken. Hij had alle tijd om te puzzelen met zijn kleinkinderen en ze te vragen of ze eindelijk al een keertje verkering hadden (‘Nee opa, ik zoek iemand zoals u, maar die maken ze niet meer’).
De laatste jaren verbleef hij in verpleeghuis Aafje in Kralingen, waar een longinfectie hem op 21 april op 83-jarige leeftijd fataal werd. Zijn afscheidsdienst, op raderstoomboot De Majesteit, werd bezocht door 350 man. Édith Piaf werd gedraaid, Non, je ne regrette rien, en er klonken tien gongslagen. De bokser was definitief geveld.