ReportageDroogte in Nederland
200.000 liter IJsselwater per minuut het achterland in: Nederland nathouden is een ware kunst
Gezien de extreme droogte is het opvallend dat de overlast niet groter is. Burgers mogen nog gewoon hun tuin sproeien, de binnenvaart is nauwelijks gestremd. Yvonne Hofs gaat op zoek naar het geheim achter ons dagelijks water.
Rudi Hofmeijer en Arjan Verboom fronsen hun wenkbrauwen. Het IJsselwater dat het gemaal bij Terwolde woensdag opslorpt kleurt lichtbruin en dat is niet normaal. ‘De pomp zuigt zand mee’, diagnosticeert installatiebeheerder Hofmeijer misnoegd. ‘Dat is niet best, daar kan hij niet goed tegen’. Even later stopt de pomp er helemaal mee. De waterstand in de rivier is zo laag, dat het gemaal af en toe lucht hapt en dan automatisch stilvalt. Hofmeijer en technisch manager Verboom, die de machinerie van het waterschap Vallei en Veluwe aan de praat moeten houden, hebben daar dezer dagen een dagtaak aan. Terwijl Hofmeijer de motor weer opstart, kijkt dijkgraaf Tanja Klip-Martin naar de peilschaal bij de waterinlaat. Die geeft 91 cm boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil) aan, veel minder dan normaal is in deze tijd van het jaar.
Misschien wel het abnormaalste aan de situatie is de richting waarin het Baron van der Feltz-gemaal het water dirigeert: naar de Veluwe in plaats van naar de IJssel. ‘Waterschappen zijn normaal gesproken vooral bezig overtollig water af te voeren om de waterstand op het boerenland laag te houden’, merkt Klip-Martin op. ‘Maar nu doen we het omgekeerde. We pompen rivierwater de vallei in opdat agrariërs met deze droogte hun gewassen kunnen blijven beregenen.’ De installatie aan de Bandijk net ten noorden van Twello perst 200.000 liter IJsselwater per minuut het achterland in, en dat twaalf uur per dag. Het is letterlijk pompen tegen de klippen op. Het waterschap probeert het binnenwaterpeil op 3 meter NAP te houden, terwijl de rivier die het dorstige land achter de dijk nat moet houden zichzelf nauwelijks kan bedruipen. De vaargeul op de IJssel is inmiddels zo nauw geworden, dat binnenvaartschepen elkaar op sommige plekken niet meer kunnen passeren.
Stijgende zeespiegel
Nederland bestaat bij de gratie van intensieve waterdressuur. Ook als het KNMI volstrekt doorsneeweer registreert, staan in het hele land waterwerken te pompen, te filteren en tegen te houden. Het door de mens gevormde, tegennatuurlijke laagland in stand houden zoals het is, vereist constante inspanning van Rijkswaterstaat en de 22 waterschappen. Zij zijn zich al jaren aan het voorbereiden op de gevolgen van de klimaatverandering, zoals stijging van de zeespiegel en het vaker voorkomen van extreem droog en nat weer. Voor perioden van langdurige droogte liggen gedetailleerde draaiboeken klaar. Eind juni zijn die uit de kast getrokken. Leidraad bij de waterverdeling is de verdringingsreeks (zie kader), met als uitgangspunt: de veiligheid staat voorop, economische belangen zijn daaraan ondergeschikt.
De nationale coördinatie van de droogtemaatregelen ligt bij de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW), met daarin het KNMI en vertegenwoordigers van alle waterbeheerders inclusief het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I en W). Bij dreigend watertekort, zoals nu, komt de LCW wekelijks bijeen om de situatie in ogenschouw te nemen en eventueel extra maatregelen te adviseren. De waterschappen beslissen zelf hoe ze die maatregelen invullen; alleen bij zeer ernstig watertekort (code rood) neemt het ministerie van I en W de regie over en kan het de waterschappen haar wil opleggen.
Regenton van Nederland
Zover is het nog lang niet, zegt LCW-voorzitter Bart Vonk. De watermanagers weten zelfs de tot nu toe extreemste droogte uit de Nederlandse geschiedenis goed op te vangen met maatregelen die relatief weinig overlast veroorzaken (zie kader). Het grof geschut, zoals een totaalverbod op het besproeien van gewassen en tuinen, wordt nog bijna nergens ingezet. Volgens Vonk laat dat zien dat Nederland het waterbeheer goed op orde heeft. Het IJsselmeer fungeert als ‘regenton van Nederland’, zegt Vonk. ‘We laten extra zoetwater vanuit het meer naar West- en Noord-Nederland stromen.’
Gezien de extremiteit van de huidige droogte is het opvallend dat de overlast niet groter is. Vooralsnog is de binnenvaart niet of nauwelijks gestremd en valt de landbouwschade eigenlijk mee. Het is burgers zelfs niet verboden hun gazon te bewateren of hun auto te wassen met leidingwater; terwijl zulk waterverbruik toch echt niet anders dan als ‘luxe’ kan worden aangemerkt.
Er is geen reden dat luxeverbruik te verbieden, omdat er geen tekort is aan leidingwater, zegt een woordvoerder van de vereniging van drinkwaterbedrijven (Vewin). ‘Zestig procent van het Nederlandse drinkwater wordt van grondwater gemaakt, de rest van oppervlaktewater. Die grondwatervoorraden zijn soms honderden jaren oud. De hoeveelheid neerslag in één jaar heeft daar geen enkele invloed op. Ook is er nog meer dan voldoende oppervlaktewater om drinkwater van te maken.’ Nu de drinkwatervoorziening zelfs tijdens deze bijna-recorddroogte op geen enkel moment in gevaar is, lijkt het haast onvoorstelbaar dat Nederlanders ooit nog op een waterrantsoen van – pak ’m beet – twee jerrycans per dag worden gezet.
Inhaalslag tuinders & fruittelers
Geohydroloog Koen Zuurbier van KWR, het kennisinstituut voor de watercyclus, vindt dat dit ook steeds meer voor de hoogwaardige landbouw geldt. ‘Ik denk dat Nederland steeds beter voorbereid is. Steeds meer tuinders en fruittelers hebben eigen grondwaterputten bij hun bedrijf, zodat ze ook over voldoende water beschikken als ze geen oppervlaktewater mogen of kunnen gebruiken. In de winter slaan ze hierin regenwater of oppervlaktewater ondergronds op. Met die waterreserve kunnen ze een droge zomer overbruggen en zijn ze zelfvoorzienend. De sector is op dat vlak echt aan een inhaalslag begonnen.’
Onder degenen die zich in Nederland met het water bezighouden, heerst dus veel tevredenheid over de eigen aanpak. Hoewel: minstens één waterdeskundige distantieert zich van die zelffelicitaties. Hydroloog Henny van Halen van de Wageningse universiteit meent dat zijn vakgenoten de gevolgen van de droogte onderschatten. ‘De watermanagers zijn te veel gefocust op oppervlaktewater. Als Rijkswaterstaat zegt: ‘we zijn goed voorbereid’, dan hebben ze het vooral over de 60 procent van het land die ze van water kunnen voorzien. Maar voor de hoge delen, de zandgronden in het oosten en zuiden, kunnen ze weinig doen. Als boeren meer grondwater gaan oppompen, heeft dat op den duur wel degelijk effect op de grondwaterstand. En wie lijdt er het meest onder een lage grondwaterstand? De natuur. De natuur is de grote verliezer van deze droogte.’
Wormen en insecten
Naar de effecten van één droge zomer op de natuur is weinig onderzoek gedaan, zegt Van Halen. Maar dat de natuur schade lijdt, is onmiskenbaar. Wormen en insecten kruipen dieper de grond in bij droogte, waardoor weidevogels minder voedsel kunnen vinden. Jonge bomen wortelen nog niet diep genoeg om het gedaalde grondwaterpeil te bereiken en gaan bij bosjes dood. Ook oude, verzwakte bomen komen nu om van de dorst. Gemeenten in de Achterhoek, waar de afgelopen maanden de minste regen is gevallen, moeten hun jonge boomaanplant dagelijks water geven om te voorkomen dat die het loodje legt. Overal in Nederland komen momenteel vissen bovendrijven die gestikt zijn in het zuurstofarme, opgewarmde water.
Verdringingsreeks waterverdeling
Bij ernstig watertekort verdelen de waterbeheerders hetwater volgens een prioriteitenschaal die uit vier categorieën bestaat, de zogenoemde verdringingsreeks. Categorie 4 is als eerste het haasje en krijgt alleen water als de bovenste drie zijn voorzien. Vooralsnog wordt op dit moment ook categorie vier slechts beperkt water onthouden. Er moet dus heel wat gebeuren voordat ook categorie één droogstaat; dat is praktisch ondenkbaar.
Categorie 1
Het nathouden van dijken en boezemkades voorkomt dat het land overstroomt. Deze waterkeringen worden op dit moment constant besproeid om te voorkomen dat ze scheuren en verzakken.
Het op peil houden van de grondwaterstand in veengebieden. Als veen verdroogt, klinkt het in en oxideert het. Daarmee gaat het veen, en daarmee bijzondere natuur, voorgoed verloren. Deze natuur krijgt de hoogste bescherming en dus altijd voldoende water. Zeldzame dieren en planten kunnen ook reden zijn voor een voorkeursbehandeling; zo pompt een Brabants waterschap grondwater in beken waar zeldzame vissen voorkomen.
Categorie 2
Drinkwatervoorziening
Energievoorziening (gas- en kolencentrales verbruiken veel water)
Categorie 3
Tijdelijke beregening van kapitaalintensieve landbouwgewassen (zoals boomkwekerijen). Een boomkweker lijdt relatief veel schade als zijn teelt sterft door watertekort, omdat bomen meerdere jaren moeten groeien voordat ze verkoopbaar zijn.
Proceswater dat essentieel is voor het functioneren van fabrieken.
Categorie 4
Alle overige gebruikers, waaronder niet-beschermde natuur, niet-essentieel industrieel verbruik en landbouwgewassen met een lage kostprijs.
Het waterschap Vallei en Veluwe heeft twee weken geleden zoveel mogelijk zeldzame vissen gered uit de Verloren Beek, een stroompje dat ontspringt op de Veluwe en uitmondt in de Grift. De beek doet zijn naam eer aan; in de beekbedding is op een paar modderige plasjes na geen water meer te
bekennen. Dijkgraaf Tanja Klip-Martin legt uit dat de waterschappen in principe
niet verantwoordelijk zijn voor natuurbehoud, behalve als beschermde planten en dieren in het gedrang komen. Dan is het waterschap juist verplicht deze te
beschermen. Voordat de Verloren Beek droogviel huisden daar beekprikken, elritsen en rivierdonderpadden: vissen die prijken op de Rode Lijst van bedreigde
dieren. Het waterschap heeft de waterbewoners tijdig verhuisd naar de iets
bredere en diepere Grift.
Deze maatregelen nemen de waterschappen en Rijkswaterstaat
De waterschappen in West-Nederland moeten in droge perioden
altijd extra hard vechten tegen de verzilting die daar op de loer ligt. Via de
Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland dringt zout zeewater het land binnen. Die ‘zouttong’ komt normaal gesproken niet verder dan Rotterdam, omdat het zoete rivierwater dat de Lek en de Maas aanvoeren voor voldoende tegendruk zorgt. Maar als de rivieren laag staan en weinig water aanvoeren zoals nu, dringt het zoute zeewater de Hollandse IJssel binnen. Daardoor verzilt de bodem in het Groene Hart, een onomkeerbaar proces dat funest is voor de land-
en tuinbouw in onder andere Boskoop en het Westland. Het aanvoeren van
zoet water naar dat gebied heeft dan ook hoge prioriteit.
Voor dat doel is een aparte noodvoorziening ingericht, de Kleinschalige
Wateraanvoervoorziening (KWA). Dit stelsel van stuwen, watergangen en gemalen kan in tijden van watertekort zoet water vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek naar West-Nederland laten stromen. De KWA is op 24 juli voor de derde keer in
zijn bestaan in werking gesteld. Het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zette toen het grote gemaal De Aanvoerder in De Meern aan, dat de stroomrichting van de Leidsche Rijn omkeert. In het Amsterdam-Rijnkanaal is een zogenoemd ‘bellenscherm’ geplaatst. Dat houdt het zoute water tegen met een gordijn van luchtbellen.
Om zoveel mogelijk zoet water te besparen gelden in grote delen van het land sproeibeperkingen voor boeren. Zij mogen op sommige plekken alleen grondwater gebruiken om hun gewassen te beregenen, dus geen water uit sloten, beken en meertjes. Ook sluiswachters staan met de hand op de rem. Bij elke schutting wordt namelijk een enorme plens zoet water verspild. Plezierboten op kleinere waterwegen moeten soms uren wachten voordat ze verder kunnen varen. De sluizen op de Oude IJssel bij Doesburg en Doetinchem worden bijvoorbeeld nog maar één keer per dag geschut.
Koikarper
De koikarper in het toevoerkanaal achter het Terwoldse gemaal
lijkt weinig last te hebben van het zanderige IJsselwater dat het waterschap
hem opdringt. Hoe de vreemde kostganger in het kanaal is beland weet Arjan
Verboom niet. ‘Waarschijnlijk gedropt door een burger die ervan af wilde’,
speculeert hij. Net als Verboom en Klip-Martin willen vertrekken valt het
gemaal opnieuw uit. Weer is er storing doordat de waterinlaat ‘lucht hapt’.
De IJssel krimpt terwijl ze erbij staan. De volgende dag, op donderdag, staat de rivier weer tien centimeter lager. De storingen volgen elkaar nu snel op. Hofmeijer en Verboom moeten een speciale klep installeren om de buis die het rivierwater aanzuigt luchtvrij te houden. Hopelijk helpt dat. Zo niet, dan moeten ze een noodpomp laten aanrukken.
KNMI: Watertekort Nederland wordt nijpender, maar kans op weeromslag neemt toe
Het watertekort in Nederland wordt steeds nijpender. Het huidige neerslagtekort staat op 282 millimeter en zal de komende twee weken waarschijnlijk verder stijgen naar 306 millimeter, voorspelt het KNMI donderdag. De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW), het ‘crisisoverleg’ van de waterbeheerders, neemt de komende week mogelijk extra maatregelen om het waterpeil in laaggelegen gebieden op aanvaardbaar niveau te houden. Er is nog wel voldoende drinkwater.
De Pluim
Nederland wordt wereldwijd geprezen om het waterbeheer. En op nog veel meer gebieden krijgt ons land complimenten uit het buitenland. Een aantal succesverhalen verzamelden we vorig jaar in de zomerrubriek De Pluim. Lees de afleveringen hier terug.