Faillissement DSB Bankvoortslepende schulden
10 jaar na het DSB-debacle: ‘Na onze dood zadelen we onze kinderen nog met de schuld op’
Mensen met leningen van DSB Bank hebben nog altijd last van de erfenis van Dirk Scheringa. Tien jaar na het faillissement verkeert een deel van hen in forse financiële problemen.
Mano Soerewijn wilde graag zijn huis verbouwen. In 2008 was er van alles mis met zijn net gekochte tussenwoning in Velsen-Noord. Het huis moest geschilderd, had verrotte kozijnen en enkel glas. Tienduizend euro had hij nodig. Als dakdekker op uitzendbasis geen bedrag dat hij makkelijk kreeg, maar gelukkig was er een bank die hem wilde helpen. DSB Bank deed niet zo moeilijk over het ontbreken van een vast contract.
Een decennium later is Soerewijn bijna 15 duizend euro schuldig aan DSB’s opvolger Finqus. Door alle verzekeringen die DSB Bank hem in zijn onoplettendheid aansmeerde, pakte de lening meer dan twee keer zo duur uit. Het afkopen van enkele verzekeringen na het faillissement veranderde daar weinig aan. De schuld vormt met een restschuld die overbleef na verkoop van datzelfde huis in Velsen-Noord, een onoverkomelijke schuldenberg voor hem en zijn vrouw. Zeker nadat Soerewijn zijn baan had opgezegd om voor zijn zieke vrouw en de kinderen te zorgen.
De huidige sociale huurwoning van het gezin geurt naar schoonmaakmiddel. Er hangen schilderijtjes aan de muren en de meubels zien er piekfijn uit. Het is een façade, vertelt Soerewijn. De meubels kregen ze van zijn schoonzus, maandenlang waren de muren kaal en stond er alleen een tafel. ‘We eten soms om de dag. Wie trek heeft, die eet. Belangrijk is dat de kinderen te eten hebben.’
Tien jaar na het faillissement van DSB Bank zit een groot deel van de toenmalige klanten in financiële problemen. Allemaal zetten ze hun handtekening onder een lening van de bank die Dirk Scheringa in ruim 30 jaar uit de West-Friese klei stampte. Door leningen te koppelen aan onduidelijke beleggingsproducten en verzekeringen overlaadde DSB zijn klanten met schulden die hoger waren dan goed voor ze was.
De schending van de zorgplicht is in 2009 de wortel van het faillissement van de bank. Wouter Bos noemt de provisies die DSB verdient ‘idioot’. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) doet naar aanleiding van vele klachten onderzoek naar praktijken van de bank en deelt boetes uit. Televisieprogramma’s vullen het beeldscherm vele uren met gedupeerde klanten en anonieme ex-werknemers van DSB. Pieter Lakeman, voorzitter van Stichting Hypotheekleed, roept 1 oktober op tot een bankrun in het belang van de gedupeerden.
In de jaren daarna krijgen oud-klanten met spaartegoeden al hun verloren gewaande geld overgemaakt. Sommigen maken zelfs nog kans op de misgelopen rente. Voor een grote groep leners is het ondertussen nog altijd sappelen. Na het faillissement kwam er voor hen een compensatieregeling. DSB’s opvolger stelde zogeheten behandelprogramma’s in om hun leed te verzachten. Curatoren Rutger Schimmelpenninck en Ben Knüppe benadrukken dat ze de belangen van de schuldenaren in het oog hebben gehouden.
Altijd zorgen over geld
Toch ervaart 51 procent van de DSB-klanten die zich tien jaar geleden benadeeld voelden vandaag de dag nog financiële problemen. De overgrote meerderheid maakt zich vaak of altijd zorgen om de financiële situatie, blijkt uit een enquête van de Volkskrant, uitgezet onder het klantenbestand van Consumentenclaim. Dat bedrijf hielp gedupeerden bij hun schadeclaims en beschikt over veel contactgegevens.
Op die manier gaven bijna 160 DSB-leners inzicht in hun huidige financiële situatie. Ongeveer de helft is nog steeds klant van de failliete bank, die tegenwoordig de handelsnaam Finqus gebruikt. Onder die Finqus-klanten ervaart liefst 70 procent financiële problemen. Een derde noemt zijn of haar situatie zeer problematisch.
Op papier bieden de regelingen van Finqus een oplossing, de praktijk is weerbarstiger. Zo sloten Erik Vughts en zijn vrouw de hypotheek van hun hoeve aan de grens met België in 2007 over naar DSB. Een echtscheiding en een verloren baan later heeft Vughts zijn hoeve moeten verkopen. Omdat DSB hem meer geld leende dan het huis waard was en Vughts bovendien niet hoefde af te lossen, rest een schuld van 60 duizend euro.
Voor dergelijke restschulden heeft Finqus een regeling. Wie vijftig maanden een afgesproken bedrag aflost, hoeft het deel dat daarna overblijft niet te betalen. Op papier schappelijk, maar Vughts heeft niets aan de regeling. Zijn ex-vrouw betaalt haar deel namelijk niet, en dan gaat de regeling niet door. Maandelijks maakt de Limburger Finqus 150 euro over, om uit de afschriften op te maken dat zijn voormalige wederhelft dat nalaat. In dit tempo is hij van de schuld af als hij dik in de negentig is.
Tot zijn vreugde verblijft hij nu in het huis van zijn nieuwe partner, maar veel zekerheid biedt dat niet. Om de banden met haar familie niet te verslechteren wil hij niet onder eigen naam in de krant. ‘Als mijn vriendin overlijdt, sta ik op straat.’
Dat de curatoren van Finqus een standaardregeling in het leven hebben geroepen zonder te kijken naar bestaande problemen voor het individu is een gemiste kans, vindt financieel adviseur Jelle Hendrickx. Tien jaar geleden onderhandelde hij namens een groep DSB-klanten over compensatie. Waar andere belangenclubs akkoord gingen met de huidige regeling, weigerde Hendrickx zijn naam eraan te verbinden. ‘De gemiddelde DSB-klant is geen advocaat. Het is een heel kwetsbare groep. Die had je met maatwerk moeten helpen.’ Iedere klant had een eigen regeling moeten krijgen, zegt hij.
Maar dat was onuitvoerbaar, zeggen de curatoren. ‘In het begin was er hoop dat we op individuele basis regelingen konden treffen’, zegt Knüppe. ‘Al heel snel bleek dat het ongelooflijk veel mensen waren. Bovendien zou je ongelijkheid krijgen als iedereen een eigen regeling heeft.’
Elf kilo afvallen van de stress
Maar niet alleen de uitzonderlijke pechgevallen zitten tien jaar na het faillissement van DSB aan de grond. Ook leningnemers met een goed huwelijk en een succesvolle carrière torsen een loeizware last met zich mee, die alleen te dragen is door hun goede baan. In de enquête beklagen leningnemers zich over aflossingen waar geen einde aan komt, molenstenen om hun nek en gevoelens van gevangenschap in hun eigen overgekrediteerde appartement. De aangeboden compensatie is zelden genoeg om het probleem op te lossen.
‘Elke maand betalen we 1.800 euro aan rente en aflossing’, vertelt Monique van Leest. Zij en haar man sloten hun hypotheek over naar DSB vanwege op het oog aanlokkelijke rentes. Een deel van de hypotheek zouden ze aflossen met een beleggingskrediet. ‘Via onze schoonzoon kenden we Dirk Scheringa, dus het voelde goed.’
Maar een half jaar voor het faillissement steeg de rente van 1,9 procent naar 7,8 procent. Ze besloten over te stappen naar de SNS Bank. ‘Achteraf was dat dom. Doordat de beleggingen niets op hebben geleverd, hebben we nu een restschuld van 200 duizend euro en ons huis staat nog zeker een ton onder water.’ Door hun goede banen kunnen Van Leest en haar man de lasten betalen. ‘Maar je wilt niet weten wat voor druk we ervaren. Die schuld kunnen we nooit afbetalen, daar zadelen we na onze dood onze kinderen mee op.’
Bij Patrick Elands leidden de schulden tot extreme stress. De logistiek manager wilde het huis van hem en zijn vrouw in Duiven graag op zijn naam zetten, zodat hij er na hun scheiding kon blijven wonen, en Finqus zijn toekomstige ex-vrouw niet kon aanslaan voor de restschuld. Het traject loopt al maanden. In de tussentijd is Elands verbannen naar een kamertje in zijn eigen rijtjeshuis. ‘Van de spanning ben ik in die maanden elf kilo afgevallen, van 83 naar 72 kilogram.’
Geconfronteerd met de enquêtecijfers en de verhalen betrekken curatoren Schimmelpenninck en Knüppe zichtbaar. De heren zitten in een vergaderzaal van het kantoor van Finqus in Wognum, met uitzicht op het oude DSB-hoofdkantoor. ‘Daar schrik ik wel van’, zegt Schimmelpenninck. Toch is enige nuance nodig, zeggen de curatoren. De enquête is gehouden onder DSB-klanten die zich tien jaar geleden benadeeld voelden, niet onder alle DSB-klanten. Bovendien reageerden ze uit eigen beweging op de enquête. Dat vertekent het beeld.
Daarnaast heeft elke bank te maken met wanbetalers en probleemgevallen, zeggen de curatoren. Bij Finqus zijn ze wellicht wat prominenter aanwezig, omdat de portefeuille in zijn geheel van een ander financieel tijdperk is geërfd. Tegenwoordig moedigt Finqus klanten actief aan om van een aflossingsvrije hypotheek over te stappen naar een hypotheek met aflossing, en benadert de bank alle klanten voor een renteherziening.
De signalen die op het kantoor in Wognum binnenkomen zijn bovendien gunstig. Het aantal klachten neemt af, net als het aantal wanbetalers. ‘Maar dit zijn wel de vervelende voorbeelden’, zegt Finqus-directeur Rudy Douma. Hij erkent dat Finqus niet de problemen achter elke voordeur ziet. ‘Als klanten elke euro drie keer omdraaien om ons te kunnen betalen, dan gebeurt er vanuit ons niets.’
Vanuit die redenering is het mogelijk dat Mano Soerewijn met zijn schamele inkomen elke maand 50 euro overmaakt naar Finqus, zonder dat zijn schuld er kleiner van wordt. Integendeel. Door de rente steeg het totaalbedrag dat hij Finqus is verschuldigd in de afgelopen twaalf maanden met 100 euro.
Hoop op verbetering heeft de voormalige dakdekker niet, alleen vrees dat de situatie verergert. En dat hij zijn waardigheid kwijtraakt, die hem ervan weerhoudt schuldsanering aan te vragen. ‘Dan hebben we nog zo’n instantie in huis. Gaan ze mij dan vertellen waar ik mijn flesje water mag kopen? En die hulpverlener gaat ’s avonds weer naar huis voor een biefstuk met champignonsaus, terwijl ik helemaal niets eet.’
Tien jaar geleden
Op 19 oktober 2009 verklaart een rechter DSB failliet, na diverse mislukte reddingsoperaties. Die maandagochtend spreekt om tien uur eigenaar Dirk Scheringa het personeel toe. Na een vraag van een personeelslid naar zijn gesteldheid barst hij in tranen uit. Om 11 uur geeft hij in een persconferentie toe dat DSB Bank fouten heeft gemaakt. ‘Daar hebben we onze excuses voor aangeboden. We hebben ook aanpassingen gedaan en het verdienmodel is veranderd.’ Hij voegt eraan toe dat de provisies van DSB niet veel hoger waren dan bij andere verzekeraars en banken.
Die avond zit Scheringa bij Pauw en Witteman om de gebeurtenissen toe te lichten. ‘Het is een horrorscenario dat je niet kunt filmen’, zegt hij. Na een filmpje waarin schuldenaren klagen over een gebrek aan eten erkent hij fouten te hebben gemaakt. ‘Deze situaties zijn heel verdrietig. We hebben nooit bewust iemand willen overkrediteren.’
Tien jaar geleden ging DSB Bank failliet. In drie afleveringen gaat de Volkskrant op zoek naar de erfenis van Dirk Scheringa. Deel 1: de voortslepende schulden
De naam Erik Vughts is fictief. Vughts’ werkelijke naam is bekend bij de redactie.
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van de Regeling Onderzoeksjournalistiek van het Fonds BJP (fondsbjp.nl) en het Stimuleringsfonds van de Volkskrant.