'Wat is er mis met protectionisme?'

Rijke landen werden rijk door protectionisme, maar arme landen moeten zich er verre van houden. ‘De kredietcrisis bewijst mijn gelijk’, zegt de Koreaanse econoom Ha-Joon Chang....

Door Evert Nieuwenhuis

Op een koude, miezerige maandagmiddag verzamelt tout Den Haag zich in de Nieuwe Kerk op het Spui. De deftige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) houdt zijn jaarlijkse lezing, met ditmaal de opvallende titel Saving globalisation from its cheerleaders. Iedereen die er in Den Haag toe doet, is aanwezig: de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Kamerleden, hoge ambtenaren van diverse ministeries, oudgedienden als Hans Dijkstal (VVD) en Herman Wijffels (CDA) en vele voorzitters van maatschappelijke organisaties.

Nadat de directeur van een vooraanstaand Amerikaans onderzoeksinstituut (Nancy Birdsall van het Center for Global Development) vlekkeloos een obligate toespraak houdt, schuifelt een wat schuchtere en zenuwachtige Zuid-Koreaan achter de katheder. Moeilijk verstaanbaar houdt hij een betoog dat lijnrecht ingaat tegen wat driekwart van de hooggeplaatste heren en dames voor waar houdt. Mondialisering heeft helemaal niet voor meer welvaart in de wereld gezorgd. En dat sinds de kredietcrisis protectionisme aan populariteit wint, is juist goed nieuws. Met prikkelende stellingen en geestige voorbeelden wekt hij steeds meer glimlachen op en verovert hij instemmende hoofdknikjes.

In de koffiepauze zingt het rond: wie is die Ha-Joon Chang?

Ha-Joon Chang is een Zuid-Koreaanse ontwikkelingseconoom (zie inzet). Hij publiceert met name over de vraag hoe arme en opkomende landen zich duurzaam kunnen ontwikkelen. Onder het grote publiek is hij niet bekend, maar onder academici en andere kenners geniet hij groot aanzien. Met name linkse ingewijden lopen weg met zijn scherpe kritiek op neoliberale mondialisering en ongebreidelde vrijhandel. Ook tegenstanders prijzen hem. Martin Wolf, invloedrijk columnist van zakenkrant Financial Times en fervent vrijhandelsapostel, omschreef Chang onlangs als ’s werelds intelligentste protectionist.

Een paar uur voor de lezing licht Chang in het kantoor van de WRR toe wat hij later in de Nieuwe Kerk gaat zeggen. Chang: ‘Mondialisering is met mythen omgeven. Voorstanders zeggen dat neoliberale mondialisering, waarin open grenzen en een kleine overheid centraal staan, de afgelopen vijfentwintig jaar tot ongekende economische groei heeft geleid. Kijk naar de cijfers: in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, toen er meer protectionisme en staatsinterventionisme was, groeide de wereldeconomie harder. In Zuid-Amerika is de groei bijvoorbeeld gedaald van 3 procent per jaar naar een half procent. In Afrika is de welvaart zelfs afgenomen.

‘Rijke landen eisen via de Wereldhandelsorganisatie, de Wereldbank en het IMF dat arme landen privatiseren en hun grenzen openen. Maar nu door de kredietcrisis protectionisme wereldwijd de kop opsteekt, behandelt iedereen het als de malle oom in de familie die genegeerd moet worden. Wat is er mis met protectionisme? Feit is dat alle – ik herhaal: alle – rijke landen rijk zijn geworden dankzij protectionisme. Zelfs een traditioneel vrijhandelsland als Nederland beschermde tussen de wereldoorlogen zijn opkomende industrieën. Heel verstandig, want kleine, opgroeiende bedrijven overleven de concurrentie met grotere buitenlandse broers niet. Voor arme landen geldt dat nu net zo, maar rijke landen schoppen de ladder weg waarop ze zelf omhoog zijn geklommen.

‘Ik pleit voor asymmetrisch protectionisme: arme landen mogen zich wel afschermen, maar rijke landen niet. ‘Level playing field’, waar vrijhandelseconomen voor pleiten, betekent dat de zwakkeren verliezen. Rijke en arme landen zijn nu eenmaal niet gelijk. In de sport zijn verschillende klassen heel normaal: zwaargewicht boksers vechten niet tegen vedergewichten.

‘Ook een grenzenloze financiële wereld leidt tot rampen. Voor rijke landen kan een plotselinge uitstroom van kapitaal tot grote problemen leiden, maar voor arme en opkomende landen is dat dramatisch. India, Zuid-Korea en Brazilië komen in grote problemen omdat westerse bedrijven hun geld terugtrekken, zodat ze thuis het hoofd boven water houden. Landen moeten het recht hebben om kapitaalstromen te reguleren.

‘Wat dat betreft heeft de kredietcrisis mijn leven gemakkelijker gemaakt. Ik hoef nu niet meer steeds uit te leggen waar ongebreidelde financiële mondialisering toe kan leiden. Ik hoef alleen maar te zeggen: Kijk naar wat er sinds september is gebeurd...

‘Toch denk ik niet dat de kredietcrisis een einde maakt aan het neoliberalisme. Neem het team dat Barack Obama samenstelt. Daarin zitten bijvoorbeeld Paul Volcker en Larry Summers. Deze heren bekleedden hoge posten in de regering van Bill Clinton en zijn medearchitecten van de financiële mondialisering. Ze zeggen lessen te hebben geleerd, maar een vos wordt nooit vegetariër. De ironie wil dat Obama voor bescherming van Amerikaanse banen pleit om de kredietcrisis te overleven.

‘Voor de lange termijn ben ik wel optimistisch. Tweehonderd jaar geleden was het kopen en verkopen van mensen heel normaal, nu is slavernij verboden. Honderd jaar geleden was het algemeen aanvaard dat vrouwen geen stemrecht mochten hebben en zestig jaar geleden hadden Europese landen nog koloniën. Uiteindelijk zullen rijke landen arme landen een eerlijke kans geven.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden