Wat in de misdaadstatistiek vooral opvalt, is dat er geen peil op te trekken is
'Criminaliteit grote steden weer gedaald', meldde de NRC begin vorige week. 'Meer geweld in grote steden', opende Het Parool...
Aanleiding was een persbericht van het Centraal Bureau voor deStatistiek, waarin de misdaadcijfers van 2000 en 2004 met elkaar werdenvergeleken.
De op het eerste gezicht wat merkwaardige tegenspraak in de tweeberichten komt doordat de NRC het totale aantal misdrijven meldde en deCBS-onderzoeker liet zeggen dat de afname een duidelijke trend was, terwijlHet Parool koos voor het slechte nieuws en de misdrijven met geweldplegingeruit lichtte.
Kennelijk was er iets te melden over de criminaliteit in de Nederlandsesteden. Nu zijn die cijfers altijd lastig, omdat criminaliteit nog steedsbetrekkelijk zeldzaam is en er dus puur door toeval grote uitschieterskunnen ontstaan .
Bovendien is het moeilijk om op grond van deze twee jaren van een'trend' te spreken.
Het CBS heeft ook het completere beeld van 2000 tot en met 2004. Datbeeld is te zien in de grafieken hiernaast. Wat vooral opvalt, is dat erzo weinig peil op te trekken is. Sommige steden gaan netto omhoog, andereomlaag, en sommige zwalken. Van een duidelijke afname of toename is op heteerste oog bepaald geen sprake. En dat is - met wat elementaire statistiek- nog te bewijzen ook.
Als de gemiddelde criminaliteit, zoals in Utrecht, van 2000 tot 2003 op260,5 per 1000 ligt, dan mag die best het jaar daarop 45 meer of minderzijn voordat er ook maar een vermoeden van iets bijzonders hoeft teontstaan. Pas als Utrecht zijn criminaliteitscijfer tot 170 of minder per1000 had weten terug te dringen, zou er reden tot vreugde zijn. Dat geldtvoor alle steden. Het lijkt dus nog te vroeg voor de conclusie datcriminaliteit in de grote steden gedaald is, zoals de NRC kopt. Laat staan'weer' gedaald.
De geweldmisdrijven vertonen, in de rechter grafiek, eenzelfde beeld:fluctuaties die allemaal het eenvoudigst door het toeval kunnen wordenverklaard. Utrecht had in 2004 de geweldsdelicten moeten terugdringen naar2 per 1000 inwoners om met 95 procent zekerheid te kunnen zeggen dat erwerkelijk sprake is van een daling.
Het enige wat in deze grafiek echt opvalt, is het blokje voor heelNederland: van 7 in 2000 via 8,3 in 2002 naar 8,7 in 2004. Dat lijkt op heteerste oog geen toeval, en ook dat is - met wat minder elementairestatistiek - nog te bewijzen ook.
Hier zit een duidelijke, ja significante, lijn: elk jaar neemt hetaantal geweldsmisdrijven met ruim vier procent toe. De trend voor de tiengrote steden samen is ook duidelijk: die is er niet, en zeker nietsignificant.
Maar als over geheel Nederland het geweld toeneemt, terwijl het in degrote steden niet toeneemt, neemt het geweld dan niet elders toe?Bijvoorbeeld omdat de grote steden meer politie eisen op grond van dezecijfers, en manschappen onttrekken aan het platteland?
En had de kop van Het Parool dan niet moeten zijn: 'Meer geweld buitengrote steden'? De lezer blijft in verwarring achter.