Vrachtrijders blokkeren grote Franse wegen; Chauffeurs verbranden cao-akkoord

Vrachtrijders zijn gisteravond op tientallen plaatsen in Frankrijk begonnen met het instellen van blokkades om een hoger salaris af te dwingen....

MARTIN SOMMER

Van onze correspondent

Martin Sommer

PARIJS

Al aan het eind van de middag waren onder meer in La Rochelle en op de Autoroute du Soleil bij Villefranche de bekende tonelen te zien van boze blokkerende vrachtrijders en nog bozere automobilisten die na de herfstvakantie naar huis wilden. Aan de Frans-Spaanse grens bij Hendaye greep de politie in bij een blokkade waar om tien uur gisteravond driehonderd vrachtwagens vast stonden. Honderd ME'ers dwongen een tiental activisten hun blokkade op te heffen.

Ook in Ambès, nabij Bordeaux, hadden de routiers het stakingsparool van tien uur niet afgewacht. Al een etmaal eerder gingen de toegangswegen tot een pompstation dicht. In Caen sleepten actievoerders met hekken en autobanden om een barricade voor een vrachtterminal op te werpen.

Gisteravond laat waren havens, industrieterreinen, terminals en benzinestations in onder andere Rennes, Caen, Straatsburg, Calais, Lille, Marseille, Nantes, Bordeaux, Rouen en Le Havre geblokkeerd. In de buurt van Parijs was nog weinig van de actie te merken.

In de loop van zondag kwam uit alle delen van Frankrijk het (vaak negatieve) antwoord van de aangesloten chauffeurs op een akkoord dat de bonden CFDT en Force Ouvrière zaterdagavond laat hadden gesloten met een kleine werkgeversorganisatie (Unostra). De werkgeversfederatie UFT, die 80 procent van de transportondernemers vertegenwoordigt, was eerder opgestapt uit het overleg. Daarop hield ook de communistische vakbond CGT de onderhandelingen voor gezien.

Het akkoord behelsde het optrekken van het netto basissalaris, dus zonder premies, tot tienduizend franc per maand (3300 gulden) voor tweehonderd gewerkte uren per maand. Dat zou een loonsverhoging van 20 procent betekenen, uitgesmeerd over ruim twee jaar.

Aanvankelijk gingen zowel de CFDT als Force Ouvrière akkoord. Maar de overeenkomst heeft weinig om het lijf, zolang de grootste werkgeverscentrale zich niet committeert. Veel chauffeurs blijven daarnaast ontevreden omdat niet is tegemoetgekomen aan de eis dat ze voortaan per uur betaald willen worden. Op dit moment verdient de gemiddelde Franse vrachtrijder zonder premies netto 7700 franc per maand (2500 gulden), terwijl hij daarvoor 240 à 250 uur werkt. Omgerekend haalt hij daarmee per uur lang niet het minimumloon.

De vrachtrijders herinneren zich nog goed de twaalfdaagse staking van deze maand een jaar geleden, die werd afgesloten met een overwinning. De chauffeurs kregen hun geëiste pensioen op 55-jarige leeftijd, plus de afspraak dat per maand maximaal 230 uur zou worden gewerkt. De uitvoering van het vervroegde pensioen staat nog te bezien. Van de maximumwerktijd is alvast niets terechtgekomen, net zo min als van de uitbetaling van een beloofde premie van drieduizend franc.

De eerste blokkades gisteravond gingen derhalve vergezeld van het verbranden van het nieuwe akkoord. Roger Polettie, onderhandelaar van Force Ouvrière, haastte zich zijn leden te manen 'zich bij alle mogelijke opstoppingen aan te sluiten'.

De communistische minister van Transport, Jean-Claude Gayssot, had zich het hele weekeinde de benen uit het lijf gelopen om de vrachtrijdersstaking te voorkomen. Vrijdagavond kondigde hij een wet aan die tot een betere controle van de werktijden in de branche zou moeten leiden, een bemoeienis die werd gezien als een waarschuwing aan het adres van de werkgevers.

Zaterdagavond drukte de minister alle partijen op het hart het bereikte akkoord te aanvaarden. Hij sommeerde de werkgevers van de federatie UFT zich binnen een week neer te leggen bij de overeenkomst. Zo niet, dan zal de regering deze algemeen bindend verklaren en zit de grootste werkgeversfederatie er ook aan vast.

Gayssot zei dat de regering er alles aan gelegen is een conflict als dat van vorig jaar te voorkomen. Ofschoon de staking van het openbaar vervoer in december 1995 veel meer ophef veroorzaakte, was de economische schade van een kleine twee weken zonder vrachtvervoer in 1996 aanzienlijk groter.

Premier Jospin, net terug van een staatsbezoek als president-in-spe aan Moskou, deed ook een regeringsgeste en bood een verlaging van de loonbelasting van 800 franc per vrachtwagen aan. Ook dat bod viel niet geweldig goed bij de vrachtrijders, die het bedrag liever direct in de vorm van een premie zouden ontvangen.

De Franse regering zit in een moeilijk parket. Aan de ene kant zou een langdurige vervoersstaking het voorzichtig economisch herstel van Frankrijk ernstig bedreigen, en dus ook het aantrekken van de werkgelegenheid. Niet goed voor een kabinet dat zich profileert met 'werk, werk, werk'.

Aan de andere kant zou regeringsingrijpen een gevaarlijke politieke dimensie geven aan wat nu nog een eenvoudig arbeidsconflict is. Daarmee zou Jospin razendsnel zijn krediet kunnen verspelen, precies zoals zijn voorganger Juppé overkwam bij de acties van 1995.

Het goederentransport in Frankrijk wordt voor het overgrote deel verzorgd door kleine ondernemers, meestal familiebedrijven die minder dan tien mensen in dienst hebben. Vanwege het overaanbod houden de meeste transportbedrijven nauwelijks het hoofd boven water.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden