INTERVIEW
Van de rolstoel naar het podium: 'stapvoets naar de overwinning'
Vorig jaar kreeg Roel Voorintholt (53) een hersenbloeding. Sindsdien vecht hij voor zijn herstel, om op het 25-jarig jubileum van zíjn Introdans Ensemble voor de Jeugd het publiek toe te kunnen spreken.
Zo'n jubileumdatum ligt al jaren vast: 11 oktober 2014. Dan viert Introdans Ensemble voor de Jeugd het 25-jarig bestaan. Het is zíjn geesteskind en zíjn succesverhaal: van Amerika tot Rusland en van Marokko tot Zuid-Afrika, overal maakt het gezelschap van Roel Voorintholt (53) furore met moderne choreografieën voor jong publiek. Hij vliegt de wereld rond, ook met de volwassenafdeling, waarvan hij sinds 2005 eveneens artistiek leider is.
Zo'n jubileum is dus niet zomaar iets. Dat moet goed gevierd en tijdig en zorgvuldig geregeld. Bij Introdans in Arnhem, het gezelschap waaraan hij al meer dan dertig jaar is verbonden, hadden ze echter nooit kunnen vermoeden dat de jubileumdatum zo'n symbolische lading zou krijgen. Exact een jaar na de zware hersenbloeding die hem bijna uit het leven tikte, wil Voorintholt proberen zijn publiek voor het eerst weer toe te spreken.
Op 11 oktober 2013 krijgt Voorintholt op een hotelkamer een bloeding als gevolg van een aneurysma, een uitstulping van de wand van een hersenslagader. Hij is alleen. Overdag heeft hij de nieuwe circusaccommodatie van de Rotterdamse Dansacademie aanschouwd. De dag erna moet hij vroeg door naar het Ballet van Vlaanderen in Antwerpen, voor een belangrijke afspraak met een internationale topchoreograaf. Als hij daar niet komt opdagen - tegen zijn stipte natuur in - belt zijn partner Adriaan Luteijn naar het hotel.
Het personeel gaat kijken maar vindt hem niet. Zijn lichaam is direct achter het bed gerold, aan het oog onttrokken voor wie alleen een deur opendoet. Pas veel later die ochtend ontdekken ze wat er is gebeurd. Artsen vrezen voor zijn leven, de complicaties zijn groot: hersenoedeem door vochtopeenhoping, hersenvliesontsteking en vaatspasmen die vernauwingen veroorzaken. Volgens de statistieken overleeft een op de drie niet. 'Op een flits van die hotelavond na, heb ik geen enkele herinnering aan die eerste drie maanden, alleen extreme hoofdpijn vanwege vochtopeenhoping. Ik hoor nog één zinnetje van Adriaan, toen ik dreigde weg te drijven. 'Dat flik je mij niet.' Adriaan heeft mij teruggeroepen. Hij hield mij bij de les. Hij was zorgzaam maar streng.'
Voorintholt ondergaat drie zware operaties in drie maanden tijd. Zijn kansen stijgen. Hij kan alleen geen prikkels verdragen, geen mensen, geen eten. 'Adriaan heeft met een intieme vriendenclub zo rustig mogelijk voor mij gezorgd; zij brachten iedere dag kleine hapjes van mijn favoriete eten. Het woord 'vriendschap' staat op mijn voorhoofd gebeiteld.'
Half januari begint hij aan zijn revalidatie in Groot Klimmendaal in Arnhem. Ondanks zijn rechtszijdige verlamming, zijn rolstoel, zijn magere 50 kilo en zijn drain, verschijnt hij op de eerste arbeidstherapiedag keurig in pak. Voorintholt, altijd goed gebruind, houdt van modieuze, stijlvolle kleding. Niet voor niets vraagt hij regelmatig jonge modeontwerpers kostuums voor Introdans te maken. 'Ik ben waarschijnlijk de enige patiënt die vanaf dag één in pak naar de arbeidstherapie in het trainingscentrum ging. Dit gaat over mijn werk, dacht ik: over beheersing van spieren. Net als bij dans moet ik moet iedere vezel van mijn lichaam opnieuw veroveren. Ik werk bij Introdans ook altijd in pak. En die joggingbroeken was ik zat.'
Ooit een danser, altijd een danser
In een blauwe multimap moet hij doelen opschrijven, om in stapjes naar toe te werken. Voorintholt laat noteren dat hij op zaterdag 11 oktober 2014, negen maanden later, zijn publiek wil kunnen toespreken tijdens de jubileumvoorstelling van Introdans Ensemble voor de Jeugd. De artsen verklaren hem voor gek. Voorintholt zit dan nog in een rolstoel, kan schrijven noch lopen noch typen, zijn rechterarm fladdert maximaal een paar centimeter, als een lam vleugeltje. Een kort gesprekje kost al hoofdbrekens. De artsen vragen hem háálbare doelen te formuleren.
Voorintholt is oud-danser. En ooit een danser, altijd een danser. Dansers fladderen niet met armen en benen, die maken sierlijke, exact geplaatste ports de bras en pliés. Ook als je geen publiek voor je hebt. En dus spant hij zich in de therapieruimte tot het uiterste in om stapje voor stapje zijn lichaam te heroveren. 'Ik wilde per se mijn arm naast mijn middenrif krijgen, zo hoog hoort die voor een danser. Het was confronterend dat te willen maar nog niet te kunnen.'
Voorintholt stort zich met ijzeren discipline op zijn vakkenpakket: pilates, tai chi en fitness. 'Ik voer echt alle oefeningen en opdrachten uit. Dat is in de professionele danswereld vanzelfsprekend. In het revalidatiecentrum merkte ik dat andere patiënten minder trouw hun schema deden. Ze noemden mij het beste jongetje van de klas.' Waarmee hij niet wil zeggen dat je iemand met hersenletsel kunt verwijten niet genoeg te oefenen voor vooruitgang. Je moet ook oppassen voor overbelasting.
Thuis op de bank kijkt hij naar foto's van Hans van Manen, Erwin Olaf, Hans Withoos en Pieter Henket en naar abstracte kunstwerken van Bob Bonies en Jac Bisschops, een kunstverzameling die hij samen met Adriaan aanlegt. 'Door mijn revalidatie ben ik mij nog bewuster van de therapeutische werking van schoonheid en kunst.'
Een wandeling door museum en park Kröller-Müller en een voorzichtig, eerste bezoekje aan een Introdans-voorstelling werken bevrijdend. 'Het is zo helend om tussen schoonheid te vertoeven. Als artistiek leider van een dansgezelschap ben je altijd omringd met mooie jonge lichamen en esthetische bewegingen. Ik verlang daar zo naar, na alleen maar rollators en rolstoelen.'
Jeugddroom
Op zijn 15de gaat Roel Voorintholt op het schouwburgabonnement van zijn ouders naar Het Zwanenmeer van Het Nationale Ballet. Datzelfde jaar ziet hij Saturday Night Fever. Voorintholt gaat op jazzballet in de hoop een tweede John Travolta te worden. Daarna gaat hij naar de vooropleiding dans in een klooster in Glanerbrug. Na de dansacademie in Arnhem vervangt hij in 1982 een geblesseerde danser bij Introdans. Het wordt zijn thuis. In 1989 zet hij op uitnodiging van de Introdansdirecteuren Hans Focking en Ton Wiggers een afdeling op om de jeugddans te professionaliseren. Dat wordt Introdans Ensemble voor de Jeugd.
Stapje voor stapje
Tijdens het gesprek formuleert Voorintholt behoedzaam, zin voor zin. 'Wat was de vraag?', zegt hij soms. Op een velletje staan steekwoorden, als geheugensteun. 'Ik moet alle cognitieve vaardigheden stapje voor stapje terugwinnen. Ik kan maar één ding tegelijk. Typ zinnetje voor zinnetje. Mijn accu werkt maximaal twee uur per dag. Daarna ben ik uitgeput. Gewone dagen zijn topsport. Maar alles voelt als triomf. Gisteren kon ik plots voorover buigen om mijn schoen aan te doen. Ik pak de leuning niet meer vast bij het trapje. Stapvoets naar de overwinning.'
Als alles goed gaat - hij gaat langzaam uurtjes meer werken, afhankelijk van zijn accu - wil hij meer gaan doen met de sociale tak van het gezelschap, Introdans Interactie. Meer aandacht voor het imperfecte. Nu al brengt Luteijn in nieuwe choreografieën Introdansers regelmatig samen met andere doelgroepen, zoals autisten, visueel gehandicapten, bejaarden, scholieren. En toevallig ook al mensen met verborgen hersenletsel.
Laatst is hij wezen lunchen bij choreograaf Hans van Manen en Henk van Dijk in Amsterdam. Zelf met de trein, weer een overwinning op die vermaledijde afhankelijkheid. En hij kan weer fietsen, weliswaar op een elektrische damesfiets (een herenfiets zal nooit meer lukken), maar wat geeft het.
'Ik vind dat je aan jezelf en je omgeving verplicht bent het maximale eruit te slepen. Onderzoek wijst uit dat met veel oefening de eerste twee jaar na een hersenbloeding, afhankelijk van het letsel, nog hersenfuncties kunnen terugkomen. Daarna niet meer. Welke en in welke mate, is van persoon tot persoon verschillend. Ik wil weer vrij ademen met dit lijf, dat half verlamd in bed heeft gelegen. Ik wil meester worden over mijn eigen lichaam.' Hij verwijst naar de eveneens toevallige titel Meesterschap van Introdans, dat aanstaande zaterdag in première gaat. Tijdens deze voorstelling zal hij alleen in de luwte een loge zoeken, om naar het optreden kijken. Afhankelijk van hoe hij zich voelt, komt hij na de pauze terug. Hij kan nog steeds niet goed tegen geluid. 'Ik zou het verschrikkelijk vinden als ik na 32 jaar nooit meer dit werk zou kunnen doen. Ik leef voor de dans.'
Tijdens de jubileumvoorstelling Jarig zal hij oortjes in doen. Wat hij gaat zeggen? 'O, niks bijzonders, geen poëzie of speciale speech. Gewoon staan, zonder restverschijnselen van de verlamming. Dat zal voelen alsof ik net weer op aarde land.' Stiekem thuis, heeft hij heel even geprobeerd een ietsiepietsie te dansen. Op zijn lievelingsmuziek. Dansen wordt het nieuwe doel.
Meesterschap door Introdans. Première 20/9, Schouwburg Arnhem. Tournee t/m 28/1.
Jarig door Introdans Ensemble voor de Jeugd. Première 11/10, Schouwburg Arnhem. Tournee t/m 22/2, introdans.nl