Tsjetsjenen en Russen betichten elkaar van moord

Tsjetsjenië en Rusland beschuldigen elkaar over en weer van de moord op de zes medewerkers van het Rode Kruis, begin deze week, in de Tsjetsjeense plaats Novye Atagi....

BERT LANTING

Van onze correspondent

Bert Lanting

MOSKOU

De Tsjetsjeense minister van Informatie, Movladi Oedoegov, opperde gisteren dat de slachting het werk is van de Russische geheime diensten. Volgens hem hadden zij daarvoor Tsjetsjeense huurmoordenaars ingeschakeld.

Volgens Russische zegslieden is de moordpartij op de Rode-Kruismedewerkers juist het werk van radicale Tsjetsjeense groeperingen die gekant zijn tegen de afspraken die premier Maschadov met Moskou heeft gemaakt. Als een van de hoofdverdachten wordt de beruchte commandant Chattab genoemd, een Jordaniër die het bevel voert over een eenheid die deels uit buitenlandse vrijwilligers zou bestaan.

Ivan Rybkin, de secretaris van de Russische veiligheidsraad, zei niet uit te sluiten dat de moorden gepleegd zijn door huurlingen. 'Veel huurlingen vertrekken met tegenzin uit Tsjetsjenië, omdat ze hun werk en hun inkomsten kwijtraken', aldus Rybkin.

Naar zeggen van Oedoegov zitten de Russen ook achter de moord op zes Russische burgers, die een dag later in de hoofdstad Grozny werden gedood. 'De gebeurtenissen van de afgelopen dagen tonen aan dat de oorlog tegen de Tsjetsjenen nog niet voorbij is', aldus Oedoegov.

Oedoegovs lezing stond haaks op die van een andere Tsjetsjeense woordvoerder, die de moord op de zes Russen afdeed als een afrekening in de onderwereld. Volgens hem zouden de slachtoffers een crimineel verleden hebben.

De moorden hebben veel onrust gezaaid onder de Russen die nog steeds in Grozny wonen. Veel van hen overwegen nu uit Tsjetsjenië te vertrekken. De Russische mensenrechtenactivist Sergej Kovaljov beschuldigde de Tsjetsjeense autoriteiten er onlangs na een bezoek aan Grozny al van dat zij niets doen om de etnische Russen te beschermen tegen de terreur van radicale Tsjetsjeense groeperingen.

De (communistische) voorzitter van het Russische parlement, Gennadi Seleznjov, eiste gisteren dat de voor eind januari geplande presidentsverkiezingen in Tsjetsjenië worden uitgesteld wegens de moorden. Volgens hem is het onmogelijk om in een zo gespannen situatie eerlijke verkiezingen te houden.

Alles wijst er echter op dat de Russische regering zich niet geroepen voelt opnieuw in Tsjetsjenië in te grijpen. Rybkin beklemtoonde dat Moskou ondanks de incidenten vastbesloten is zich te houden aan de afspraken met de Tsjetsjeense strijders. Die houden in dat Rusland nog voor de verkiezingen al zijn troepen uit Tsjetsjenië zal terugtrekken.

De 'inpakken-en-wegwezen'-stemming onder de Russen bleek deze week ook al toen de gezant van het Kremlin, Boris Berezovski, zich tegenover de Tsjetsjeense bendeleider Radoejev - nota bene de leider van de gijzelingactie in Kizljar en Pervomajskoje - verontschuldigde voor het optreden van een aantal Russische politie-agenten die geweigerd hadden hem de grens met Dagestan over te laten. Als straf daarvoor ontvoerden Radoejevs strijders de politie-agenten. Na Berezovski's verklaring liet Radoejev de 22 agenten gaan.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden