Tandenpoetsen met oma

CDA-Tweede Kamerlid Mirjam Sterk pleitte deze week voor generatiewoningen, waar ouderen met hun (klein)kinderen kunnen samenwonen. In de VS is het nieuwe samenwonen al in opkomst – met dank aan de recessie....

Diederik van Hoogstraten

Alley Hinkle uit de staat Washington moest er een half jaar over nadenken. Wilde ze – kón ze – weer onder één dak wonen met haar volwassen zoon Dustin? Hij had zelf een gezin. En Hinkle, een universitair docent mediastudies, voelde zich ‘niet bepaald close’ met haar schoondochter. Bovendien was ze eerlijk gezegd opgelucht, een paar jaar eerder, toen jongste zoon Dustin uit huis was gegaan.

Het was 2006 toen hij met vrouw en kind een onderkomen zocht. Het liefst zoiets als het ouderlijk huis, maar dat konden ze niet betalen. Hinkle wist ook niet wat wijsheid was voor haar zoon, die met financiële problemen worstelde. Toen stelde Dustin, die 26 jaar was, voor om als drie generaties samen te gaan wonen in de woning waar hij opgroeide.

Hinkle omschrijft het achteraf als een geslaagd ‘sociaal experiment’ dat anderhalf jaar duurde. Ze maakten heldere afspraken over privacy, werkschema’s, kinderzorg, ontbijt en avondeten. Ze spraken elkaar direct aan als er ergernissen of problemen dreigden. Vrienden en familieleden waarschuwden vooraf voor alle mogelijke crises, maar Hinkle is blij dat Dustin met het idee kwam. Ze bespaarden beiden geld. Zij raakte alsnog gehecht aan haar schoondochter en leerde haar zoon opnieuw kennen – als een zelfstandige vader, niet langer een moeilijke jongen.

‘We deden het om financiële redenen’, zegt Hinkle (55). ‘Maar het had positieve gevolgen die we niet verwachtten.’ Zij beseft wel dat het voor hen een keuze was. ‘Het lijkt me moeilijk als het móet. Er komen altijd problemen, meestal onverwacht en heftig. Als je gedwongen wordt om weer met familie te wonen, kan het lastig zijn om daar mee om te gaan.’

Steeds meer Amerikanen hebben noodgedwongen langdurig, intiem contact met hun ouders en opgegroeide kinderen, die voorheen op veilige afstand leefden. Dalende inkomens, stijgende werkloosheid, gedwongen uithuiszettingen en hogere kosten van levensonderhoud hebben als gevolg dat families meer op elkaar aangewezen raken. Het aantal daklozen stijgt snel, ook in de middenklasse. En driekwart van de mensen die hun huis uit moeten vanwege problemen met de hypotheek, komen bij hun familie terecht, meldt de National Coalition for the Homeless, een belangengroep voor daklozen.

Het ‘nieuwe samenwonen’ kreeg in januari bijzondere aandacht toen Marian Robinson als First Grandmother naar Washington kwam op verzoek van president Barack Obama en zijn First Lady Michelle. De 71-jarige moeder van Michelle Obama biedt dochters Malia (10) en Sasha (7) rust en structuur, zoals ze in Chicago al deed tijdens de hectische verkiezingscampagne.

Eerdere presidenten hebben ook de grootouders van hun kinderen in het Witte Huis ondergebracht. Zo woonde Harry Truman vijftig jaar geleden met zijn schoonmoeder. Het was geen onverdeeld succes. Zij had weinig op met haar schoonzoon-de-president, en liet dat de wereld weten. Dit soort verhalen doken op toen bekend werd dat ‘Mrs. Robinson’ bij de Obama’s in zou trekken. Vooral onder mannen heerste verwondering: wie haalt het in zijn hoofd om zijn schoonmoeder in huis te halen?

Maar de Obama’s deden wat steeds meer drukke ouders doen. Ze zochten dicht bij huis een creatieve en betaalbare oplossing voor de dilemma’s die de mix van carrière en ouderschap met zich mee brengt. In het geval van de president (47) en zijn vrouw (45) was geld niet het probleem. Een betaalde nanny had gekund. Maar de crisis dwingt veel Amerikanen evenzeer naar hun gezinsleden toe, zoals Alley Hinkle ondervond nog voordat de recessie toesloeg.

Barbara McVicker uit Ohio heeft advies voor deze mensen: ‘Praten, praten, praten.’ Zij schreef een boek over het ‘ouderprobleem’ voor de babyboomgeneratie: mensen geboren tussen 1946 en 1964. McVicker (61) zorgde tien jaar lang voor haar zieke ouders. ‘Ik ken de eenzaamheid, het schuldgevoel, de woede en het verdriet van zorgen’, zo luidt de eerste zin van haar boek Stuck in the Middle (2008).

McVicker zegt dat 70 procent van de volwassenen in de VS nooit eens diepgaand met hun ouders hebben gesproken over de financiën, wensen en voorkeuren als iemand ziek wordt of overlijdt, en de vraag of je als gezinsleden ooit weer samen kunt wonen. Wanneer een crisis zich aandient, ‘kan het een hel zijn’, zegt McVicker. De dwang die mensen voelen, voegt ‘een scherp element van spanning’ toe. En ook zij die wel voorzorgsmaatregelen hebben genomen, kunnen de pineut worden als hun pensioengeld is belegd op de beurs. Dat hebben tientallen miljoenen Amerikanen inderdaad braaf gedaan. Het leek een goed idee zolang de beurskoersen schijnbaar eindeloos bleven stijgen.

De ‘boemerangkinderen’, die weer thuiskomen nadat ze zijn uitgevlogen, hebben gezelschap gekregen van de zorgbehoevende ‘boemerangouders’, die soms eveneens terugkeren. Zo komen veel mensen in McVickers generatie ‘vast te zitten in het midden’, zoals de titel van haar boek aangeeft. ‘Zelfs functionele families kunnen ontregeld raken als papa en mama weer intrekken’, vertelt McVicker uit ervaring.

De American Association of Retired persons (AARP) onderschrijft de trends die wijzen op een fundamentele verandering in de manier waarop families leven. Volgens deze nationale belangenvereniging van senioren worden juist ouderen getroffen door de crisis op de huizenmarkt. Meer dan 25 procent van de mensen die hun hypotheek niet meer kunnen aflossen en hun woonhuis moeten verlaten, is ouder dan 55 jaar. En dat onderzoek is van vóór de dramatische val van de beurzen, toen tal van mensen hun belegde pensioengeld kwijtraakten. Het ligt voor de hand dat het percentage getroffen 55-plussers aan het stijgen is: evenredig aan de daling van de aandelenkoersen.

Zeker 3,5 miljoen ouderen wonen weer bij hun volwassen kinderen. Dat is een stijging van 60 procent ten opzichte van 2000, meldt de AARP. Woordvoerster Ladan Manteghi denkt dat de werkelijke impact van de crisis op ‘samenleefpatronen’ pas bij de nationale volkstelling in 2010 duidelijk zal worden. Zij verwacht dat het aantal herenigde ouders en kinderen ‘explosief’ toeneemt.

In de geïndividualiseerde samenleving is ‘samenwonen’ in opkomst, zegt Manteghi (40). Zij en haar man hebben geen kinderen, maar bieden in hun huis in Washington wel permanent onderdak aan een studerende neef. Hij heeft een baan om zijn studie te betalen, maar kan onmogelijk ook nog de huur betalen. Dus woont hij bij zijn tante en kookt hij met regelmaat voor iedereen. ‘Het werkt voor ons allemaal’, zegt Manteghi.

Voor haar familie en de leden van de AARP heeft ze wel duidelijke regels. Individuele ruimte moet worden gerespecteerd. De geldzaken moet tijdig en helder worden besproken. En bij irritaties: meteen met elkaar overleggen.

‘Ik zie het niet als een probleem’, zegt Manteghi. ‘Het biedt nieuwe mogelijkheden.’ Ze vertelt van een Chinees gezin in haar buurt. De jonge ouders hadden de ruimte om hun ouders te huisvesten. Vader heeft de ziekte van Alzheimer, maar is kalm als hij bij zijn kleinkinderen is. Die kinderen genieten van de aandacht van opa en oma. ‘Ik zeg niet dat het ideaal is’, zegt Manteghi. Maar zulke verhalen zijn er volgens haar veel, en dat kan bijdragen om de situatie in crisistijd in een positief perspectief te zien.

Zij prijst ook daarom de komst van de ‘Eerste Oma’ in het Witte Huis. ‘Mensen beseffen dat het prima is om de uitdagingen van het moderne gezinsleven samen aan te pakken.’

Debra Yerger uit Oregon ziet de recessie zelfs als een stille zegen. Amerikanen zijn te veel bezig met wat anderen van ze denken, vindt Yerger, een financieel expert die jaarlijks Job Security-gids uitbrengt. Zorgen voor je ouders, en als familie steun bij elkaar zoeken, past niet in het zelfbeeld van individualiteit en onafhankelijkheid; het is zelfs not done. Maar daar moeten Amerikanen vanaf, zegt Yerger (37). ‘Naarmate tijden zwaarder worden, wegen persoonlijk banden zwaarder.’

Een economische crisis heeft volgens haar hetzelfde effect als elke andere crisis: naasten zoeken elkaar op. Zij heeft geen kinderen, maar is recentelijk welbewust bij haar ouders in de buurt gaan wonen.

Je hoort nou nooit van mensen dat ze graag meer tijd op kantoor hadden doorgebracht, merkt zij op. ‘Mensen hebben juist het gevoel dat ze te weinig tijd met hun naasten hadden.’ Het is niet erg, zegt Yerger, om ‘gedwongen te worden om meer tijd door te brengen met de mensen van wie je houdt’.

Zij raadt wel aan om een contract op te stellen, ‘desnoods op een servetje’, zodat alle partijen er later op kunnen wijzen en zeggen: dit hadden we afgesproken, of het nu gaat over geld, het uitlaten van de hond of geluidsoverlast. Ervaringsdeskundige Barbara McVicker stemt hiermee in. De oorzaak kan liefde of financiële nood zijn, maar de gedwongen hereniging is voor niemand eenvoudig, zegt zij.

Daarom is het volgens McVicker belangrijk om te weten dat je niet alleen staat. Zij hoort vaak dat ouders en kinderen, broers en zussen elkaar haar boek doorgeven. ‘Een supportgroep zou mooi zijn, maar als je om elf uur ‘s avonds uitgeput in je joggingbroek een moment voor jezelf hebt, ga je niet zo makkelijk op stap.’ Dan kan haar boek – en haar website barbaramcvicker.com – steun bieden.

Alley Hinkle bracht de lessen van Yerger en McVicker al in de praktijk. Zij is nu betrokken bij het leven van haar zoon en kleindochter, en ziet de economische crisis als een motor voor positieve, sociale verandering. ‘Die hang naar onafhankelijkheid kan wel wat minder. We leren weer dat we dingen moeten delen, zoals een auto en kinderzorg.’

En ze lacht bij het idee dat ze destijds zes maanden twijfelde of het wel een goed idee was om weer een huis te delen met haar volwassen zoon.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden