Strafhof kan leider vervolgen bij illegale oorlog
AMSTERDAM Het Internationaal Strafhof (ICC) krijgt de bevoegdheid leiders te vervolgen van staten die een illegale aanvalsoorlog beginnen. Na dagen moeizaam onderhandelen is daarover zaterdag in de Oegandese hoofdstad Kampala een compromis bereikt....
In beginsel is het volgens het compromis de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties die moet vaststellen of er sprake is van het misdrijf ‘agressie’, en of de aanklager van het strafhof een onderzoek moet instellen. Ook individuele lidstaten kunnen echter een zaak aanbrengen en ook de aanklager zelf kan een onderzoek openen, indien hij daarvoor toestemming krijgt van de rechters.
De rol van de Veiligheidsraad was de moeilijkste kwestie tijdens de twaalf dagen durende vergadering van de 111 lidstaten in Kampala. Vooral landen in Afrika en Latijns-Amerika vreesden dat een doorslaggevende rol van de raad de onafhankelijkheid van het ICC in gevaar zou brengen. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch deelden die zorg.
Grote landen als de Verenigde Staten en Rusland staan echter op betrokkenheid van de Veiligheidsraad. Zij zijn geen lid van het strafhof, maar hadden als waarnemers in Kampala een belangrijke stem. De Amerikaanse inval in Irak in 2003 is vaak genoemd als voorbeeld van een illegale aanvalsoorlog.
Veiligheidsraad
Het compromis bevat veiligheidskleppen voor landen die niet willen meewerken. Burgers van staten die niet zijn aangesloten bij het strafhof, kunnen niet worden vervolgd (tenzij de Veiligheidsraad tot een strafrechtelijk onderzoek heeft besloten). Staten die wel partij zijn bij het hof, kunnen een ‘opt out’ laten aantekenen voor het misdrijf van agressie. Het hof heeft daarin dan geen bevoegdheid voor wat betreft hun onderdanen.
Verder kan de Veiligheidsraad een onderzoek van de aanklager twaalf maanden opschorten, een termijn die elk jaar kan worden verlengd. Hiervoor is een positief besluit van de raad nodig. Een veto van een van de vijf permanente leden kan dus alleen opschorting tegenhouden, niet een onderzoek. Deze bepaling stond al sinds 1998 in het statuut van het hof.
De uitbreiding van de bevoegdheden van het ICC gaat pas in per januari 2017. Voor die tijd wordt nog een conferentie gehouden over eventuele aanpassing van het statuut.
De Japanse delegatieleider Ichiro Komatsu had ernstige kritiek op het besluit van de vergadering van lidstaten. De geloofwaardigheid van het hof wordt volgens hem ernstig ondermijnd doordat sommige staten zich nu aan de rechtsmacht kunnen onttrekken en kunnen profiteren van automatische straffeloosheid. ‘Een regering van een lidstaat die wordt omringd door niet-lidstaten, zal dit moeilijk aan zijn parlement kunnen verkopen’, zei hij. Japan is een van de grootste financiers van het ICC.