Simon Wiesenthal
Bijna een leven lang heeft Simon Wiesenthal, dinsdag op 96-jarige leeftijd overleden, op oorlogsmisdadigers gejaagd. Heeft hij zijn missie volbracht?...
Ronny Naftaniël, directeur Centrum Informatie en Documentatie Israël: Een groot deel van zijn missie is volbracht. Hij is ontzettend belangrijk geweest voor het bewustzijn dat oorlogsmisdadigers van toen en nu - denk aan voormalig Joegoslavië - niet vrij mogen rondlopen. Wiesenthal heeft arrestaties geclaimd die maar ten dele aan hem waren toe te schrijven. Maar feit blijft dat hij belangrijke successen heeft behaald. Hij is wel degene geweest die na jaren speuren onder anderen Karl Joseph Silberbauer vond, de Gestapo-officier die Anne Frank in het Achterhuis arresteerde.`
Jack Kooistra, Friese journalist en nazi-jager: Zoals jonge jongens naar beroemde voetballers kijken, zo keek ik een beetje naar Wiesenthal. Hij was een inspirator. Zijn missie is niet helemaal volbracht, want er lopen naar schatting nog zo`n honderd grote nazi-misdadigers rond, in onder meer Zuid-Amerika en Groot-Brittannië. Ja, ik vind dat die nog altijd opgespoord moeten worden. Door ze voor het gerecht te brengen, krijgen de slachtoffers genoegdoening, dát is wat telt. Dat een rechter de daders vanwege hun hoge leeftijd wellicht geen straf meer zal opleggen, vind ik begrijpelijk.`
David Barnau, onderzoeker en woordvoerder van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie: Volgens eigen zeggen was zijn missie volbracht. Twee jaar geleden, toen hij zijn werk beëindigde, zei hij: Iedereen die ik wilde opsporen en voor het gerecht wilde brengen heb ik gevonden, en die paar die nog vrij rondlopen zijn te oud om nog te vervolgen.`` Daar zit een grote kern van waarheid in. Wiesenthal verdient zeker bewondering. Zijn doorzettingsvermogen was uitzonderlijk, terwijl hij in eigen land werd beschimpt en zelfs voor collaborateur en fascist werd uitgemaakt. Oostenrijkers bestempelden zichzelf vaak als eerste slachtoffer van Hitler, maar Wiesenthal toonde aan dat onder Hitler wel heel veel Oostenrijkers op hoge posten zaten. Ik heb hem één keer ontmoet, vijftien jaar geleden tijdens een bezoek van hem aan Nederland. Hij was toen al een monument en zo gedroeg hij zich ook. `
Isaac Lipschits, auteur van De Kleine Shoah en initiatiefnemer van het digitaal monument voor vervolgde joden in Nederland: Dat gezeur dat Wiesenthal uit was op roem en ijdel was, vind ik overdreven. Als je zo`n indrukwekkende missie verricht, mag je best ijdel zijn. Helaas was het een missie zonder einde. Hij is er niet in geslaagd alle oorlogsmisdadigers uit de Tweede Wereldoorlog te pakken te krijgen. Bovendien zijn ook daarna de nodige beulen opgestaan. Wel is het Wiesenthal gelukt oorlogsmisdadigers duidelijk te maken dat ze geen moment rust zullen krijgen. Nooit.`
Ronny Naftaniël: Een paar keer heb ik Wiesenthal ontmoet en telkens was ik onder de indruk van zijn levenskracht. Hij was ontsnapt aan de dood in de concentratiekampen. Hij was niet bang voor aanslagen. Bovendien kon hij veel ellende en kritiek met een harde grap weglachen. Het meest is mij echter die eeuwige traan, die droeve blik in zijn ogen bijgebleven.`
Jack Kooistra: Ik kan en mag mijzelf niet vergelijken met Wiesenthal, maar ik denk toch een beetje te kunnen inschatten hoe hij leefde. Als ik van huis ga, kijk ik eerst even rond of ik vreemd volk zie en daarna kijk ik onder de auto. En geen naamplaatje bij de deur. Het wordt een levensritme; altijd op je hoede. In Wiesenthals geval moet dat nog veel extremer zijn geweest. Wiesenthal gaf een keer een lezing in Kerkrade, we zouden elkaar ontmoeten. Via een tussenpersoon liet hij weten dat hij tien minuten had voor mij. Ik zei: Daarvoor rijd ik niet op één dag heen en terug van Leeuwarden naar Kerkrade, dat verdom ik.`` Daar heb ik eeuwig spijt van.`