Rechter Priore ontrafelt ramp met DC-9
Het neerstorten van een Italiaanse DC-9 in 1980 was jarenlang een mysterie. Onderzoeksrechter Priore denkt nu de verklaring te hebben: het toestel raakte verzeild in een luchtgevecht met Libië....
De Rubberen Muur heet de film waarmee de Italiaanse regisseur Risi jr. begin jaren negentig een mysterieus vliegtuigongeluk reconstrueert. Een angstaanjagend verhaal. De werkelijkheid is zo mogelijk nog gruwelijker. In de avond van 27 juni 1980 vond er boven Italië een luchtslag plaats, waarin een verkeersvliegtuig met 81 inzittenden verzeild raakte.
Het toestel van Itavia (nu Alitalia), op weg van Bologna naar Palermo, stortte in zee, nabij het eilandje Ustica boven Sicilië. Niemand overleefde de ramp. Volgens drie min of meer officiële lezingen zou de piloot verrast kunnen zijn door technische problemen, plotselinge weersverandering of een explosie in het vrachtruim. Na bijna twintig jaar zegt het Openbaar Ministerie: het toestel is neergeschoten of in aanraking gekomen met een militair vliegtuig.
Zeker is, aldus onderzoeksrechter Rosario Priore, dat de Italiaanse autoriteiten zich hebben schuldig gemaakt aan een ongekende cover-up, al of niet (waarschijnlijk wel) in samenwerking met verschillende NAVO-partners. Of de daders ooit worden gevonden, betwijfelt Priore. In ieder geval heeft hij vier generaals b.d. en vijf medewerkers van de Italiaanse geheime dienst in staat van beschuldiging gesteld. Hoogverraad, luidt de aanklacht.
Eind december, begin januari begint in Rome het proces tegen de verdachten. Of het tot een veroordeling komt (maximaal tien jaar cel), is twijfelachtig, omdat het bewijsmateriaal in het zogenaamd inefficiënte Italië door de betrokkenen zo grondig is vernietigd, dat waarschijnlijk nooit meer kan worden achterhaald wie de opdracht gaf.
Zo zijn de tapes van alle radarstations waarop de luchtbewegingen van de bewuste avond zijn vastgelegd, verdwenen. Priore en zijn team, bestaande uit internationale luchtvaartexperts, stuitten op 'grote zwarte gaten', zwijgzame functionarissen en misleidende verklaringen van de militaire leiding.
Zoals Priore beschrijft in zijn bijna zesduizend pagina's omvattend rapport, is het een wonder dat de onderzoekers via ogenschijnlijk onbelangrijke documenten de vermoedelijke toedracht konden achterhalen.
De conclusies van Priore: de DC-9 van Itavia werd in juni 1980 boven Siena in Toscane ineens geëscorteerd door twee jagers van de Italiaanse luchtmacht, afkomstig van de basis Grosseto. Een ongeïdentificeerd militair toestel, vrijwel zeker van Libische afkomst, hing op dat moment onder de DC-9. De piloten van de Italiaanse F-104's sloegen alarm en keerden ter hoogte van Rome terug naar Grosseto.
Direct na het alarm verschenen er jachtvliegtuigen vanuit de Middellandse Zee. Het kunnen Italianen zijn geweest, Fransen (afkomstig van Corsica), Amerikanen of Britten. In ieder geval lagen in juni 1980 twee NAVO-vliegdekschepen voor de Italiaanse kust: een Amerikaans en Brits schip.
'Kij ...', waarmee de co-piloot van de DC-9 volgens Priore tegen zijn captain wilde zeggen: 'Kijk!'. De afgebroken kreet van de co-piloot werd pas zes jaar later gevonden op de zwarte doos van de DC-9. Al die tijd werd elke poging om de wrakstukken bij Ustica te bergen belemmerd door de Italiaanse autoriteiten. Onderzoeksrechter Priore weet zeker dat de bemanning van de DC-9 uiteindelijk doorkreeg wat er zich hoog in de lucht rondom het verkeersvliegtuig afspeelde.
Er werd gejaagd op minstens twee Libische jets, mogelijk zelfs een ander vliegtuig waarin zich de gehate Libische leider Kadhafi zou kunnen bevinden. In ieder geval, opnieuw aldus het Priore-rapport, ontbrandde een bijna vier minuten durende luchtslag, waarin de DC-9 met 81 passagiers en bemanningsleden onbedoeld sneuvelde.
Pas 22 dagen later werd in de regio Calabrië een neergestorte MiG van de Libische luchtmacht gevonden. Rechter Priore acht het aannemelijk, aan de hand van getuigenverklaringen, dat het jachtvliegtuig op dezelfde avond is neergestort als de DC-9. Er zijn zelfs lokale getuigen die een Libische piloot op die dag hebben zien ronddolen. Van hem is nooit enig spoor gevonden.
Uiteraard heeft de Italiaanse justitie al eerder geprobeerd de ware toedracht te achterhalen. De onderzoekers zijn echter vele malen op het verkeerde been gezet. Zo beweerden de verdachten van de aanslag op het station van Bologna (2 augustus 1980) dat Kadhafi opdrachtgever was, uit wraak voor het neerhalen van een van zijn MiG's boven Italië.
Het is bizar, en als er een verband zou zijn zelfs ongelooflijk, dat twee belangrijke getuigen kort voor hun verhoor om het leven kwamen. Het waren de twee piloten uit Grosseto, die in augustus 1988 moesten getuigen over hun missie van juni 1980 boven Toscane. De twee waren inmiddels lid van het Italiaanse stuntteam dat enkele dagen voor het verhoor in augustus 1988, tijdens een luchtshow boven het Duitse Ramstein verongelukte.
Premier van Italië was in 1980 Francesco Cossiga, later president en thans 'senator-voor-het-leven'. 'Ik weet van niets', zei hij deze week. Andere Italiaanse politici uit die dagen kunnen zich evenmin iets herinneren. Een woordvoerder van het Pentagon in Washington verklaarde donderdag dat het 'een puur Italiaanse affaire' betreft.