Passieve heldinnen uit de romantische lectuur
Waarom wil een hoogopgeleide, geëmancipeerde vrouw die zichzelf feministe noemt, zich een paar keer per jaar onderdompelen in fantasieën over mannen die een vrouw emotioneel en vaak ook fysiek overweldigen?...
Met die vraag begint Stoute fantasieën, het verslag van een persoonlijke zoektocht van filosofe en journaliste Marjan Slob (1964) naar haar fascinatie voor vrouwonvriendelijke fantasieën.
Marjan Slob verkeert in het gezelschap van miljoenen vrouwen die net als zij hun eigen fantasieën kopen. Het Canadese bedrijf Harlequin verkoopt wereldwijd 160 miljoen boeken per jaar, en heeft in de loop van de tijd bewezen goed naar zijn lezeressen te luisteren. Eind jaren zeventig werkte de vrouw in de boekjes soms, en dan in een typisch vrouwenberoep: verpleegster of secretaresse. In de jaren tachtig kreeg ze een creatief beroep: modeontwerpster, fotografe of journaliste.
De held is dan nog steeds rijk, ouder dan zij, sterk, met een brede kaaklijn en vol natuurlijk gezag. En tegenwoordig doet die held ook wel eens de afwas en kan hij zelfs een simpele maaltijd bereiden.
Stoute fantasieën heeft drie lagen: de inhoud van de boekjes, met talloze voorbeelden, de duidingen van veelal filosofische en feministische denkers, en ten slotte de ervaring van Slob zelf. De drie lagen zijn kunstig verweven en onderhoudend geschreven. Slob schakelt moeiteloos over van de hoofdpersoon uit Een nacht om nooit te vergeten naar de 18de-eeuwse filosoof Edmund Burke en vertelt even gemakkelijk wat Austens Pride and Prejudice voor haar betekent.
Fantaseren staat vrij, vindt Slob, maar dat wil niet zeggen dat fantasieën onschuldig zijn. De inhoud van de fantasie, de masochistische ondertoon in de romantische lectuur, verontrust haar. Ze daalt af in haar diepere verlangens en reacties, en weerlegt een aantal voor de hand liggende verklaringen: ‘Nee, de boekjes zijn niet allemaal hetzelfde. Nee, ze zijn niet te vergelijken met soaps. En nee, ze bieden niet louter een vorm van escapisme.’
Maar wat dan wel? In duidelijke taal schuift Marjan Slob allerlei duidingen – feministische, psychoanalytische en neomarxistische – terzijde. Ook aan de orthodox-liberale denkers heeft ze niets, want zij reduceren haar persoonlijk genot tot een privézaak waarover niets zinnigs te zeggen valt.
De ontknoping van de persoonlijke zoektocht komt op het moment dat de lezer verlangt naar een Harlequinboekje, om zelf te ervaren wat die miljoenen vrouwen in de held zoeken en vinden. Lees het en begrijp waarom de passieve heldinnen uit de romantische lectuur zo aantrekkelijk zijn voor geëmancipeerde vrouwen.
‘Passiviteit’, schrijft Slob, ‘vergt een zekere moed – de moed ontvankelijk te zijn voor wat het leven zou kunnen brengen, los van je eigen beperkte voorstellingen van het leven.’ Suzanne Weusten