Omhelzing van Niet Nix zal dodelijk blijken te zijn
Geregeld staat in de PvdA een groepje vernieuwers op die korte tijd de aandacht op zich weet te vestigen. Dankzij de verdeel- en heerspolitiek van de top, raakt men meestal ook weer snel in de vergetelheid, aldus Omar Ramadan....
HELAAS zal ook de poging van de jongeren van Niet Nix om de PvdA aan te passen aan de eisen van deze tijd, stranden. En we hebben het allemaal aan ons zelf te danken. Met 'ieder voor zich, en de PvdA voor ons allen' komen we er niet.
Met een soort van weemoed heeft menig journalist en politicus de vergelijking gemaakt tussen Nieuw Links en de recente drang van enkele jonge leden en sympathisanten de PvdA te vernieuwen. Helaas gaat de vergelijking mank. De opstelling van de vernieuwers rondom de PvdA verhindert niet alleen werkelijke verandering, zij plaatst de top van de grootste progressieve partij van ons land bovendien ook nog in de positie om een ware verdeel- en heerspolitiek te voeren.
Van kabinet tot Tweede Kamer, van partijbureau tot afdelingen in het land, overal wordt er instemmend en begrijpend geknikt, om vervolgens met een melancholische zucht weg te zakken in het leer van de bureaustoel.
Laat er geen misverstand over bestaan dat de Niet Nix'ers het ongetwijfeld goed bedoelen. Ze roepen dat het anders moet, dat er meer aandacht moet komen voor kennis en ecologie, dat zowel de organisatie als de mentaliteit van de PvdA dient te veranderen, zelfs dat de personen die de partij vertegenwoordigen, plaats moeten maken voor een nieuwe garde.
Maar op het moment dat de eerste PvdA-fractie uit een willekeurige gemeenteraad een net nog verkiesbare plaats op de lijst beschikbaar stelt, zal de vernieuwingsdrang onder de jonge vernieuwers snel afnemen. Ik vrees dat de waarschuwing aan Niet Nix die aftredend partijvoorzitter Felix Rottenberg bij de presentatie van het pamflet gaf, om zich vooral niet te snel te laten opnemen in de gezapigheid van de PvdA-machinerie, in de wind geslagen zal moeten worden.
Indien vernieuwers - jong of oud - niet binnendringen in de gelederen van de PvdA, komt er immers nooit en te nimmer iets terecht van hun prachtige ideeën. De eigenzinnige vernieuwers van vandaag de dag hebben daarom de keuze uit twee kwaden. Of ze besluiten de PvdA van binnenuit te veranderen, en nemen daarbij met veel minder genoegen dan hen oorspronkelijk voor ogen stond, of ze blijven zelfstandig roepen dat het anders moet, en zullen een vroege dood sterven.
Deze beperkte keuzemogelijkheid is echter een rechtstreeks gevolg van het idee 'ieder voor zich, en de PvdA voor ons allen', waarnaar ook zij leven.
Maar het kan ook anders. Om werkelijk verandering te bereiken, om de PvdA wat betreft inhoud, organisatie, mentaliteit en persoonlijke belichaming fundamenteel aan te passen, is meer nodig. Rottenberg merkte terecht op dat het essentieel is om nog enige tijd op eigen benen te blijven staan.
Maar om de kracht, het intellect en de moed op te brengen om dat te doen, moeten de vernieuwers meer gewicht in de weegschaal kunnen leggen dan nu mogelijk is. Hoe enthousiast de auteurs van Niet Nix ook zijn, ze zijn maar met 21 zielen.
Het grote manco van deze tijd is dat geen enkele groep vernieuwers in staat is een onafhankelijke positie in te nemen. Ten tijde van de vorige Tweede Kamer-verkiezingen timmerden de Jonge Socialisten, de aan de PvdA gelieerde jongerenorganisatie, aardig aan de weg. Ze wisten hun voorzitter Sharon Dijksma op een verkiesbare plaats te krijgen. Sindsdien kent ons parlement de jongste volksvertegenwoordiger ooit.
Als de tijd daar is en het beginselprogramma van de PvdA herschreven gaat worden, zullen het de vernieuwende geluiden zijn van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, die doorklinken in de actualiteit. Ondertussen koesteren de Niet Nix'ers zich in het licht van de schijnwerpers.
Het beeld is duidelijk. Om de zo veel tijd staat een groep PvdA-vernieuwers op, die zich even kan verheugen in de aandacht voor hun ideeën. Uiteraard verschillen die ideeën hier en daar aardig van elkaar; een wetenschappelijk bureau neemt andere materie onder de loep dan een jongerenorganisatie. Desalniettemin is een opmerkelijke overeenkomst waar te nemen in hun opvattingen over de vernieuwing van de partij waar ze het uiteindelijk allemaal voor doen.
Het vreemde is echter dat op het moment dat een groepje vernieuwers een parlementslid mag leveren, een beginselprogramma mag herschrijven of de politieke aandacht trekt met een pamflet, ze om de beurt wars zijn van samenwerking met de andere, in de vergetelheid geraakte lotgenoten.
En terwijl ze ieder voor zich met wisselend succes aan de weg timmeren, kan de partijtop verder gaan met een ware verdeel- en heerspolitiek. Om electorale redenen worden de banden aangehaald met hen die op dat moment populariteit genieten, en vergeet men de vroegere lievelingetjes.
Het feit dat wij het zelf zijn die het establishment binnen de PvdA deze royale positie toebedelen, is wellicht typerend voor de individualistische inslag van onze generatie (Nix).
De conclusie kan niet anders luiden dan dat een werkelijke vernieuwing van de PvdA samenwerking vereist van al die vernieuwers die in de marge hun ideeën lanceren. Alleen op die wijze kan een beweging, die wat betreft potentie Nieuw Links evenaart, (maar inhoudelijk daarvan uiteraard zal verschillen) lang genoeg de verleiding weerstaan om opgenomen te worden in de partij.
Alleen op deze manier kan een dergelijke beweging, als zij wel besluit om de PvdA van binnenuit te gaan veranderen, werkelijke vernieuwing bewerkstelligen.
Omar Ramadan is voorzitter van de afdeling Amsterdam van de Jonge Socialisten in de PvdA.