Nooit meer zwijgen

Sommige discussies lijken nooit een stap verder te komen. Vorige week - tijdens een bijeenkomst in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam - kwaakten mediadeskundigen en allochtone woordvoerders weer eens in koor dat over minderheden niet voorzichtig genoeg kan worden bericht....

THEO VAN STEGEREN

De bevrijdende dissonant kwam van Nico Haasbroek, chef van het NOS-Journaal. Hij beklaagde zich erover dat zijn redacteuren, terwijl de ruïnes in de Haagse Schilderswijk nog nasmeulden, meteen maar voor de optie 'brandstichting met racistische motieven' hadden gekozen. Hij had ze voorgehouden dat het te vroeg was om bijvoorbeeld problemen met schuldeisers of met de Turkse geheime dienst als alternatieve verklaring voor de brandstichting uit te sluiten. Dat had geholpen, maar het voorval op zichzelf bleef hem dwarszitten. 'Journalisten', sprak Haasbroek uitdagend, 'zijn geïndoctrineerd met het idee dat migranten zielig zijn.'

Haasbroek heeft gelijk. Tegelijkertijd overdrijft hij, want de pers reageert koeler op minderheden dan ze in lange tijd heeft gedaan. Inderdaad, tot voor kort konden vluchtelingen, moslims, vrouwen en verslaafden bij veel journalisten nauwelijks kwaad doen. Uit angst voor de reactie van extreem-rechts werd bijvoorbeeld de groeiende criminaliteit onder allochtonen loyaal verzwegen. Mensen die er toch over begonnen, heetten paranoïde of xenofoob te zijn, of hadden, zo luidde de uitdrukking, die ene verkeerde krant gelezen.

Eind jaren tachtig echter baanden de criminologische rapporten, verontrustende statistieken en verhalen over Marokkaanse jeugdbendes zich toch een weg naar buiten. Het tijdperk van ideologisch bepaalde solidariteit liep toen ook bij de pers ten einde. Bovendien was het criminele gedrag van allochtone jongeren tot onder het raam van elke journalist geëscaleerd.

Het geflirt met underdogs leidde tot historische vergissingen. Tijdens de Vietnamoorlog mocht de Noord-Vietnamese Vietcong zich in de status van zielige partij verheugen. De Amerikaanse president Lyndon Johnson was de oorlogsmisdadiger, zijn Noord-Vietnamese collega Ho Chi Minh de stakker die het allemaal overkwam.

De vooringenomenheid van de pers ging ver over de rand toen in 1972 een bloedige Vietcongaanval waarbij vele duizenden doden vielen minimale aandacht kreeg, terwijl de daaropvolgende 'kerstbombardementen' van de Amerikanen in commentaren zonder pardon met de bombardementen op Hirosjima en Hitler-Duitsland werden vergeleken.

Schever had de pers niet kunnen schaatsen: volgens latere opgave van de Noord-Vietnamezen zelf eisten de kerstbombardementen tussen de dertien- en zestienhonderd doden, veel minder dan het aantal slachtoffers van hun eigen bombardementen en een fractie van de tol die de bombardementen op Dresden en Hirosjima hadden geëist.

De teloorgang van 'underdogjournalistiek' is niet alleen het gevolg van verdwijnende ideologieën. Ook de opkomst van pseudo-underdogs heeft daar flink toe bijgedragen. Soms waren het pr-bureaus die de publicitaire waarde van gespeelde zieligheid ontdekten. Toen de provincie Biafra zich in 1968 van Nigeria probeerde los te maken, reageerde de wereldopinie aanvankelijk lauw. Tot de Biafranen de Zwitserse pr-firma Mark Press inschakelden. Het bureau verspreidde het nieuws dat de oorlog een hongersnood veroorzaakte die dagelijks aan vijftigduizend kinderen het leven kostte. De toestromende cameraploegen kregen hongerende kinderen voorgetoverd, die snel van her en der naar één centrale plaats waren vervoerd. De wereld zag voor het eerst kinderen op televisie sterven en Biafra verwierf zich ieders sympathie.

Toen de bekende Britse tv-presentator Michael Nicholson later hoorde dat er in de verste verte geen vijftigduizend kinderen per dag waren gestorven, erkende hij dat ook vijf stervende kinderen er vijf te veel zijn. 'Maar' zei hij, 'daar gaat het niet om. We hadden het op dat moment gewoon helemaal bij het verkeerde eind. We waren zoals zo vaak slachtoffers van opzettelijk verspreide desinformatie.'

Soortgelijk gepland bedrog heeft zich overigens in de Golfoorlog en in het voormalige Joegoslavië herhaald, zij het niet altijd met evenveel succes.

Ook in kleiner verband heeft de pseudo-underdog toegeslagen. Een spectaculair, zij het kortstondig, succes oogstte Jules Croiset die zijn eigen antisemitische ontvoering ensceneerde. Na Croisets 'ontvoering' volgde de gefingeerde mishandeling door skinheads van een Duits gehandicapt meisje, en vorige week waren er nog de verzonnen brandstichting en racistische dreigbrieven ten huize van een moslimvriendelijk Hagenaar. De hele of halve waarheden die de pers over dit soort kwesties publiceerde, zijn breed uitgemeten en hebben de meeste redacties voorzichtiger gemaakt.

Op een andere manier ondergroeven ook de geheel of gedeeltelijk onbewezen incestzaken in Epe en op Terschelling het vertrouwen van journalisten in de gekwelde medemens.

Geen debat in het tropeninstituut kan de groei naar professionele distantie keren. De pers moet feiten als feiten durven presenteren. Voor hulp en bescherming kan de echte underdog, als het goed is, elders in de samenleving terecht.

Theo van Stegeren

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden