Niet in vrije tijd bevallen

Drie dagen vóór haar bevalling daagde mevrouw Blair (advocaat) haar man en zijn regering voor de rechter. De inzet was een ruimere regeling van het ouderschapsverlof....

Yvonne Berkeljon

Gewone werkende vrouwen hebben zwangerschapsverlof. Samen met het bevallingsverlof is dat zestien weken. Daarna wordt veelal nog vakantie opgenomen. Ook vrouwen werkzaam in het onderwijs hebben zestien weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Van opname van vakantiedagen na die periode is in het onderwijs geen sprake, of het moet zo zijn dat het einde van het verlof toevallig samenvalt met het begin van een schoolvakantie. Gezien de hoeveelheid schoolvakanties valt zwangerschaps- en bevallingsverlof altijd (deels) in één of meer schoolvakanties, zonder dat de rechtspositieregelingen in het onderwijs de mogelijkheid bieden, de vakantie nadien op een of andere wijze in te halen. Discriminatie, vindt de Commissie Gelijke Behandeling, want zwangerschap treft alleen vrouwen en dus zijn het uitsluitend vrouwen die om een dergelijke reden reden niet hun volledige vakantie kunnen verzilveren.

Terwijl men bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen druk doende was te beslissen of en hoe het rechtspositiereglement moest worden aangepast, stapte de eerste 'gedupeerde' naar de rechter. Dertien vakantiedagen had zij gemist doordat haar zwangerschapsverlof samenviel met kerst- en krokusvakantie. De kantonrechter te Middelburg ging voorbij aan de gestelde discriminatie, maar kwam de docente wel langs andere weg te hulp. Dat ging als volgt: het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat slechts met instemming van de werknemer niet-gewerkte dagen wegens zwangerschap met vakantiedagen mogen worden verrekend. En het BW is ook van toepassing op alle onderwijsgevenden die niet rechtstreeks als ambtenaar bij de overheid zijn aangesteld. De kantonrechter bood de tegensputterende werkgever, het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) Zeeland, vervolgens de gelegenheid uit te leggen waarom het bepaalde in het BW niet van toepassing zou zijn.

Opmerkelijk is dat de kantonrechter in het tussenvonnis overwoog dat de vakanties in het onderwijs zonder meer riant mogen worden genoemd, maar dat dat dan ook een zeer belangrijk voordeel van het werken in het onderwijs is. Dat betekent echter niet, zo vervolgde de kantonrechter, dat daarom het risico van afwezigheid wegens zwangerschap tijdens de schoolvakanties uitsluitend door de werknemer gedragen moet worden. De kantonrechter dacht ook met de wetgever mee en suggereerde een regeling die het mogelijk maakt de aantasting van 'de thans maatschappelijk gebruikelijke duur van totaal zes weken vakantie' te compenseren.

Uit het eindvonnis van afgelopen januari blijkt dat het ROC er niet in is geslaagd de kantonrechter ervan te overtuigen dat de BW-bepalingen niet van toepassing zijn. Ook het ROC-standpunt dat het belang van continuïteit van het onderwijs niet toelaat dat onderwijsgevenden vakantie opnemen buiten de schoolvakanties, imponeerde de kantonrechter niet. De docente mag dus haar dertien vakantiedagen alsnog opnemen. Hoe? Joost mag het weten, maar deze kantonrechter heeft wel een idee: 'Uiteraard zal redelijk overleg meningsverschillen zoveel mogelijk moeten voorkomen'. We helpen het hopen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden