WeerbaarMartin van der Giesen
‘Laat mij maar rondscharrelen’
Hoe blijf je mentaal overeind in tijden van tegenslag, een zoveelste lockdown bijvoorbeeld? Fotograaf Martin van der Giesen (46) ontdekte dat zijn directe omgeving afspeuren naar beeld helpt om minder angst te voelen.
Het huis met de overwoekerende, plompe klimop is slechts één tafereel in Numansdorp dat fotograaf Martin van der Giesen (46) bijna dagelijks aandachtig bekijkt, ook al is hij er al honderden keren voorbij gelopen. Die klimop verandert continu van vorm, ziet hij, maar vormt toch een fijn vast ijkpunt dat hem op de route naar de supermarkt gerust weet te stellen. En niet onbelangrijk: hij ziet er een mooi beeld in.
Hij vindt ‘heel veel dingen spannend’, legt Van der Giesen uit. ‘Jaren geleden kreeg ik een angststoornis aan mijn broek. En ik heb autisme.’ De supermarkt is als stortvloed aan prikkels een paniekaanvaluitlokker gebleken; die schreeuwende rijen producten, muziek, de kans om bekenden tegen te komen die een praatje willen maken. Het helpt om een omweg te nemen en te speuren naar beeld, ontdekte hij. ‘Ik vind het leuk, en het geeft rust in mijn hoofd.’
Hoe werkt dat precies?
‘Goed om me heen kijken werkt als een soort mindfulness. Als ik een spannende afspraak heb, zorg ik dat ik een uur of anderhalf uur van tevoren al in de buurt ben. Dan kan ik nog even rustig de wijk afstropen. Door me onderweg te focussen op details in de omgeving, laat ik geen ruimte voor negatieve of spannende gedachten. Die afleiding zorgt ervoor dat ik een soort van ontspannen in zo’n afspraak stap. Helemaal ontspannen ben ik helaas nooit.’
Wat hebben de taferelen waar uw oog op valt gemeen?
‘Ik ben geboeid door oudere, verwaarloosde gebouwen waarvoor mensen in de loop van de tijd allemaal bouwkundige oplossingen hebben verzonnen. Aangetimmerde stukjes of juist afgebroken muurtjes, een schutting die om een elektriciteitskastje heen is gebouwd. Maar ook gekke begroeiing op plekken waar eigenlijk geen plantjes horen, ‘stoepsla’ noem ik dat, of een verkeersbord dat door iemands snoeiwerk net niet in een heg verdwijnt.
‘Ik zie er iets geruststellends in. Het knullige onvermogen van mensen om de wereld naar hun zin te vormen, dat we gewoon wat aanpruttelen.
‘Ik hou van vergane glorie. Dat maakt mij misschien ook wel een romanticus: ik probeer de charme en schoonheid te zien in iets van weleer, in iets wat ooit mooier was dan het nu is. De laatste tijd ga ik graag naar industrieterreinen, zoals de Spaanse Polder en Waalhaven in Rotterdam. Die doen een beetje denken aan België, waar de smoezelige pareltjes voor het oprapen liggen. Ook in Nederland is genoeg België te vinden, alleen wordt hier wat sneller gesloopt. Ik fotografeer graag de laatste stuiptrekkingen van een gebouw dat binnenkort plat gaat.’
Heeft de neiging om verdwijnende of vervallen plekken vast te leggen iets te maken met uw moeite met verandering?
‘Daar heb ik niet eerder zo over nagedacht, maar het zou best kunnen dat het een gevoel van controle geeft. Ik licht vaak kleine stukjes uit het grote geheel. Als ik bijvoorbeeld een groot gebouw bekijk, fotografeer ik het tegeltje dat verkeerd is geplaatst of kader ik een rare vlek op de muur. Misschien kun je het zien als een poging om de wereld als voortrazend geheel behapbaarder te maken.
‘Het klinkt een beetje dwangmatig, maar ik deel wijken in mijn eigen omgeving vaak op in delen. Dan loop ik alle straten en steegjes af, ook de plekken die me eigenlijk oninteressant leken, om maar niks te missen. Ik geef mezelf de opdracht om elke wandeling op zoek te gaan naar iets wat ik interessant vind, of gek.
‘Ook als je denkt dat er niks is, is er altijd wel iets. Laat mij maar rondscharrelen.’
Bent u of kent u iemand die een goede manier heeft gevonden om mentaal gezond te blijven in deze tijd van tegenslag? Mail naar e.vanveen@volkskrant.nl