Islamitische landen willen 'Vaticaan van Welvaartspartij' laten uitgroeien tot centrum van hun unie In fundamentalistische modelstad Konya is anijsdrank raki een doodzonde
De muziek van de ney, een lange houten fluit, gaat door merg en been in de tombe van Mevlana Rumi, de grootste mysticus uit de islamitische traditie....
Van onze verslaggever
Henk Müller
KONYA
Het uiterlijk van de Yeüil Türbe, zoals de moskee met de groene minaret bekendstaat, weerspiegelt architectonisch de ideeën van Rumi. De dertiende-eeuwse mysticus zag de ziel als een riet dat afgesneden is van zijn rietveld, van God. De klagende tonen van de ney, de rieten fluit, zingen van het verlangen terug te keren naar dat rietveld waar de ziel thuishoort.
Het is dat een mysticus zich niet in zijn graf omkeert, maar Rumi, de bekendste vertegenwoordiger van een liberale, tolerante islam, zou verbaasd zijn geweest over het aantal geheel gesluierde vrouwen dat zijn graf bezoekt.
Een van de familieleden legt bij Rumi's graf uit dat de verhouding tussen de mysticus en zijn vriend Shamsuddin, de 'Zon van het geloof', niets onoorbaars had. 'Het is een volkomen spirituele verhouding geweest die Mevlana Rumi tot zijn grootste dichtwerken inspireerde. Van homoseksuele gevoelens was geen sprake', aldus de man. Feit is dat zijn vriend Rumi inspireerde tot de Mathnawi, een van de omvangrijkste spirituele dichtwerken in de islam. Vol van lofzang op wijn en erotiek.
Vlakbij Rumi's graf staat een bord met een voor hem karakteristieke uitspraak. Iedereen is welkom in deze moskee, staat er te lezen. Moslim, christen maar vooral ook ongelovigen. Want wie is Mevlana Rumi om te oordelen of God moslims meer lief heeft dan ongelovigen? Gods liefde is ondoorgrondelijk, aldus de mysticus.
Inmiddels is Konya, in Midden-Turkije, het centrum van de fundamentalistische beweging. Het is het Vaticaan van de Welzijnspartij van premier Erbakan. Afbeeldingen van Rumi, de moskee en dansende derwisjen - de volgelingen van Rumi die hem beroemd hebben gemaakt totdat Atatürk ze verbood - sieren de folders en boeken van de gemeente Konya. Rumi was een twijfelaar. Dat kun je van de leiders en burgemeesters van de Welzijnspartij niet zeggen.
Halil Ürün is burgemeester sinds 1989. 'Wij zijn volgelingen van Rumi. Wij dragen zijn boodschap van tolerantie uit. Ik zeg niet dat moslims beter zijn. Wie ben ik om dat te beweren. Maar we moeten ervoor zorgen dat we Gods wil uitvoeren. Zo winnen we Zijn liefde.'
En niet te vergeten: stemmen.
Want de burgemeester heeft er sinds zijn aantreden voor gezorgd dat Konya het schoolvoorbeeld is van een fundamentalistische stad. Van hieruit begon premier Erbakan zijn politieke carrière. Nergens zie je zoveel gesluierde vrouwen en nergens is het zo moeilijk aan alcohol te komen. Het is een doodzonde om met de nationale anijsdrank raki gezien te worden in de stad.
Dat levert 's avonds in de buitenwijken van Konya fraaie taferelen op. Mannen die, al dan niet in groepjes, in de auto flessen raki tot zich nemen. Nergens in Turkije wordt zoveel sterke drank gedronken als in Konya.
De burgemeester omringt zich met jonge, dynamische gelovigen als Ahmet Köseoglu (29). De directeur voor cultuur, pers en protocol legt op het gemeentehuis uit dat Konya zijn succes te danken heeft aan efficiency. 'Er ligt nu asfalt op de wegen. We hebben het openbaar vervoer verbeterd. We zorgen dat de stad schoon is en we zijn grote supermarkten begonnen met een heel geringe winstmarge, zodat inwoners goedkoop kunnen inkopen.'
Hij wijst op een enorme supermarkt achter het gemeentehuis. De gemeente bouwde de grootste supermarkt van Turkije. Van concurrentievervalsing door de gemeente is geen sprake, meent hij.
'De stad is 45 kilometer breed', vervolgt Köseoglu. 'Het was voor jongens onmogelijk om te sporten in dat ene stadion hier in het centrum. Daarom hebben we overal sportvoorzieningen laten bouwen. We hebben basisscholen en ziekenhuizen gebouwd. Dat heeft vruchten afgeworpen.'
Meer dan 50 procent van de bevolking stemde in 1994 op de Welzijnspartij. Op dit moment zou in sommige wijken van de stad, die een miljoen inwoners heeft, bijna 70 procent voor de Welzijnspartij stemmen.
De stad wordt steeds rijker. Vorig jaar exporteerde Konya voor driehonderd miljoen gulden naar het buitenland. Dit jaar zal de export naar verwachting verdubbelen. Konya biedt een merkwaardige mix van ouderwets en modern. De ambtenaren, aanhangers van de Welzijnspartij, zijn zeer westers gekleed. Er werken nauwelijks vrouwen. Een enkele met sluier uitgezonderd. Veel gesluierde vrouwen zijn te vinden in een zeer Amerikaans aandoend park met restaurant tegenover het gemeentehuis. Je kunt er onder een waterval lunchen.
Het complex is in anderhalf jaar uit de grond gestampt. Eigenaar is de Kombassan-groep, een islamitische maatschappij met een omzet van miljarden guldens. De groep timmert sinds kort overal in fundamentalistisch Turkije aan de weg. Het geld komt voor een groot gedeelte uit Duitsland en andere Europese landen. Ook islamitische landen geven gul, want Konya is het beoogde centrum van de op te richten unie van islamitische landen.
Maar zover is het nog niet. Voorlopig vindt de burgemeester het genoeg als Konya behalve centrum van Turkije ook centrum van de wereld wordt. En als de wereld dat nu niet wil? 'Wij zijn één met het volk, wij houden van de mensen. Ik bezoek ze thuis. Veertig gezinnen per dag, tweeduizend mensen per maand. Ik zegen de huwelijken in, ik bezoek ze als er mensen zijn overleden. Ook in de weekeinden. Wij hebben het volk achter ons. De kranten en tv zijn tegen ons, maar wij hebben geen media meer nodig. Wij doen onze propaganda face to face. Wij openen ons hart en de mensen volgen ons. Waarom zou u bang zijn? Wij zijn de liberaalste mensen ter wereld. Vraag het op straat.'
Daar blijkt het vertrouwen tegen te vallen. Niemand spreekt tegen dat de burgemeester de infrastructuur van de stad heeft verbeterd. Zoals niemand met naam en toenaam in de krant wil om twijfels te uiten over de tolerantie van de fundamentalisten.
Een vrouwelijke nakomeling van Rumi was actief in de sociaal-democratische beweging. Maar ze kreeg - nakomeling van de vereerde Rumi of niet - dreigtelefoontjes om daar mee op te houden. Ook moest ze net als andere vrouwen 'decent' gekleed over straat gaan. Verleden jaar is ze op straat overvallen en neergestoken. Ze is met al haar activiteiten gestopt en komt nauwelijks nog buiten. De daders zijn nooit gevonden.