Die ene leerlingDaisy en Aicha

‘Ik wilde voorkomen dat ze in de pauze zouden rondbazuinen wie de iPhone van de juf had gestolen’

In de rubriek Die ene leerling vertellen leerkrachten, docenten en hoogleraren over de leerling die hun kijk op het vak veranderde. Daisy Mertens (33) van basisschool De Vuurvogel in Helmond werd geconfronteerd met een leerling die haar telefoon had meegenomen.

Rik Kuiper
null Beeld Hedy Tjin
Beeld Hedy Tjin

‘Toen ik die middag rond vijf uur naar huis wilde gaan, bleek mijn telefoon niet op mijn bureau te liggen. Ik zocht op het toilet, bij het kopieerapparaat, in de berging. Maar helaas, daar vond ik hem niet. ‘Misschien heeft een leerling hem meegenomen’, opperde een collega. Maar dat weigerde ik te geloven.

‘We zochten door, vonden niets. Uiteindelijk besloot ik op een computer in te loggen en de functie ‘Vind mijn iPhone’ te gebruiken. Er verscheen een blauw bolletje op de kaart. Mijn telefoon bleek zich een flink eind van school te bevinden, ergens rond een pleintje. Een collega spoorde me aan de leerlingenlijst te pakken. En ja hoor, drie leerlingen uit mijn groep 7 bleken daar in de buurt te wonen. We belden hun ouders. Hadden zij iets gezien, was de telefoon per ongeluk in een tas terechtgekomen? Geen resultaat.

‘Nadat we op het politiebureau aangifte hadden gedaan, reden we naar dat pleintje. Daar lag de telefoon nog, zagen we op de kaart, al leek het blauwe bolletje wel wat verschoven. We lieten de iPhone een alarmsignaal afgeven. Zo vonden we hem. In de struiken. Wat nu? Hoe moest ik de dader vinden? Ik wist het niet.

‘De volgende ochtend suggereerde een collega dat ik de klas ermee moest confronteren: niemand mocht naar huis voordat de waarheid op tafel lag. Dat leek me geen goed idee. Stel dat ik dat kind was, zou ik dan bekennen? Waarschijnlijk niet. En dus deed ik het anders. Zonder de leerlingen te vertellen wat de aanleiding was, begon ik een gesprek over vertrouwen. Dat kon je schenden, maar daarna vaak ook weer herstellen. Ik benadrukte dat mensen fouten mogen maken. Ondertussen keken we hoe de kinderen reageerden. We zagen niets bijzonders.

‘Toen vertelde ik over mijn telefoon. Ik zei dat ik met alle leerlingen een gesprekje wilde voeren, waarbij ik dezelfde vraag zou stellen: heb je iets gezien of gehoord? De eerste 24 gesprekken leverden niets op. En toen kwam de laatste leerling, een meisje dat niets zei te weten, maar wel erg gespannen leek. Ik vroeg door, maar ze liet niets los. ‘Ik denk dat je wel iets weet’, zei ik, ‘maar dat je het niet durft te vertellen, omdat het over iemand gaat die dicht bij je staat.’ Dat bleek de doorbraak. ‘Ik wil niet dat diegene straf krijgt’, zei ze. Ik vertelde haar dat ik dat niet kon beloven, maar wel dat die leerling een nieuwe kans zou krijgen. Dat begreep ze. Toen noemde ze de namen van twee meiden.

‘Ik riep er een bij me. De vlotste van de twee. Heb je iets gezien of gehoord? Nee, niets. Toen dat andere meisje, Aicha, stiller van aard. Ook zij wist niets, beweerde ze. Ik besloot een omweg te nemen. Dat werkt soms. ‘Voel je je rot over wat er is gebeurd?’, vroeg ik. ‘Denk je dat ik boos word?’

‘Nu barstte Aicha in tranen uit. Ja, zij had de telefoon meegenomen. En in de struiken gegooid nadat we haar ouders hadden gebeld. Ik was opgelucht, vooral voor haar. Nadat ik haar getroost had, gingen we terug de klas in. Daar heb ik de leerlingen in de kring gezet. We moesten er meteen over praten, vond ik, want ik wilde voorkomen dat ze in de pauze op het plein zouden rondbazuinen wie de telefoon van de juf had gestolen.

‘Aicha wilde het zelf aan de klas vertellen. Daarna spraken we er met z’n allen over door. En ik sloot af met een metafoor. ‘Een vaas kan stuk vallen’, zei ik. ‘Maar als je je best doet, kun je de scherven weer aan elkaar lijmen.’ Toen was het goed. Niemand heeft er ooit nog over gerept.

‘Achteraf ben ik blij dat ik het zo heb opgelost. Met een hardere aanpak had niemand het durven toegeven, denk ik. Of misschien ook wel, maar dan zou het gepaard zijn gegaan met hoge druk en veel angst. Dit paste beter bij mij. Ik heb een veilige omgeving geschapen en ben met een open blik blijven kijken. Ik heb Aicha de kans gegeven haar misstap zelf toe te geven. Hopelijk heeft ze geleerd dat ze voortaan eerlijk kan zijn.’

Aicha heet in werkelijkheid anders.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden