ColumnPeter Buwalda

‘Het probleem is’, zegt Jet, ‘dat ik niks meer mag zeggen. Jij brult meteen: niks verklappen’

null Beeld

We halen het beste in elkaar boven.

Peter Buwalda

Ik was natuurlijk al anal, qua m’n boekjes, dat gaf ik hier al eens ruiterlijk toe, ontroerend was dat, maar volgens mijn ambulant psychiater is het alleen maar erger geworden. ‘Komt door Mike’, zegt ze, ‘jullie steken elkaar aan.’

Mike is mijn kleine broertje uit Venlo, iedere maand lezen we simultaan een roman. Om de honderd bladzijden evalueren we, nachtelijke telefonades waarin het echt alleen over de afgelopen honderd bladzijden gaat. Zou er tijdens het bellen worden ingebroken in Venlo of Amsterdam, dan is het: ‘Momentje, ik bel zo terug.’ De ander zal een kwartiertje later niet vragen wat er gaande was, interesseert ons niet, degene die zojuist een kerel met een honkbalknuppel heeft uitgeschakeld, opent met: ‘Nee, ja, ik denk eerlijk gezegd dat Willem Augustijn bipolair was, zoiets, maar dat herkenden ze in de 18de eeuw natuurlijk niet.’ (Lezersvraag: welk boek hebben de anaaltjes deze maand gelezen? Onder de goede inzenders verloot de uitgever, denk ik, een exemplaar, of anders misschien de schrijver.)

Wat Jet bedoelt met ‘foute vrienden’ zit hem bijvoorbeeld in niks, maar dan ook níks, willen weten over het verhaal. Dat heb ik, na lang verzet, inderdaad van Mike overgenomen. Eerste maakte ik er grapjes over, dan was hij De welwillenden aan het lezen, het epos over Max Aue, SS’er van professie, en dan mocht ik niks loslaten over de eventuele afloop van de Tweede Wereldoorlog, ‘Sst... niks verklappen’, theoretisch konden de moffen gewoon winnen namelijk, ‘Het is een roman, Peet’.

Goed punt, zei die. De broers hebben erna nog vaak gedebatteerd of het ook mis kan gaan, als je van tevoren helemaal niks weet. ‘Neem Jean Rhys’, zei ik. ‘Niks verklappen’, zei Mike. ‘Maar ik moet toch een voorbeeld geven?’ ‘Ja, maar zonder iets te verklappen, graag.’ ‘Oké... haar beroemdste boek, Wide Sargasso Sea, gaat verder waar een ander beroemd boek ophoudt.’ ‘Zeg maar één keer hardop welk ander beroemd boek’, onderbrak Mike zijn grote broer, ‘dan lees ik dat wel even eerst, voor ik aan die Jean Zaragoza begin.’ (Lezersvraag: over welk boek hadden de anaaltjes het? De uitgever verloot er weer eentje, de schrijver m/v niet, waarom niet mag ik denk ik niet verklappen.)

‘Het probleem is’, zegt Jet, ‘dat ik ook niks meer mag zeggen over een boek. Maar ook niet over een column van iemand. Jij brult meteen: niks verklappen. Echt niet chill, hoor.’

Mja. Klopt wel. Ook minder inhoudelijk slaat er gekte over. De boekjes zelf, de objecten, ze schoonmaken bijvoorbeeld, met Glassex. Mike kocht vroeger nooit boeken, hij viel nog liever morsdood neer dan een gulden uit te geven aan een boek, maar tegenwoordig behandelt hij ieder exemplaar in zijn collectie als een Rembrandt.

Ik nu ook. Ik poets boeken met een zacht doekje en wat Jif. ‘Cif’, zegt Jet. ‘Niks verklappen’, zeg ik.

Vroeger zeiden mijn jaarclubg’noten dat ik elke dag chili con carne at. Gelul, verweerde ik me, soms eet ik spinaziepasta, maar het begint erop te lijken dat ze g’lijk hadden. Door Mike ben ik erachter gekomen dat bijna alle boeken die ik in de jaren negentig naar mijn domicilie sleepte bruine chilispetters op hun ruggetjes dragen. Bij de Vestdijks kun je dat forensisch hard maken, omdat die altijd naast elkaar zijn blijven staan (Verzamelde romans, delen 1 t/m 52). ‘Kijk’, zei ik tegen Jet, ‘congruente spettersporen, alsof er iemand voorover aan de diarree is geweest. Maar het was Haantje, die Haaster met z’n voorhoofd in z’n bord duwde. Proeven?’

‘Nee.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden