Friesland, de onschuld voorbij

Friesland is in de ban van de criminaliteit. Een reeks van moorden heeft de provincie opgeschrikt. Fryslân, 'it bêste lân fan ierde'?...

door Wio Joustra

'MET HET initiatief ''Licht Geeft Zicht'' vragen wij de gemeenten een aantal fietspaden te verlichten, met name die langs de Kleasterwei, de Keningswei en de Mûntsewei.'

Duizend handtekeningen onder deze petitie aan de gemeentebesturen van Kollumerland en Achtkarspelen is het doel, zegt de vrouw achter de toonbank van bakkerij Krook in Kollumerzwaag. En dat zal wel lukken. 'Een halfje tarwe?'. 'Wilt u dan ook even tekenen?' Niemand die nee zegt. Ook al wekt het allemaal een beetje de schijn van mosterd na de maaltijd.

Want op een van deze fietspaden fietste de 16-jarige Marianne Vaatstra in de vroege ochtend van 1 mei. Ze reed van Kollum, waar ze met vrienden de Kollumer Kaasdagen had bezocht, terug naar de ouderlijke woning in Zwaagwesteinde toen ze op brute wijze werd vermoord. Met haar handen op de rug gebonden werd ze verkracht en daarna werd haar keel doorgesneden.

'Mede door de gewelddadige moord op Marianne Vaatstra is het veiligheidsgevoel sterk gedaald', staat in de aanhef van de petitie. Korpschef Foeke Wagenaar van de Regiopolitie Friesland: 'Ik kan me dat gevoel van onveiligheid volstrekt voorstellen. Zeker als ouder van kinderen in die leeftijd. Als je daar woont, denk je: wat gebeurt hier? Zo'n gebeurtenis heeft een grote impact in een kleine gemeenschap.'

Ruim zes weken na de moord, die het hele noordoosten van Friesland schokte, weet Gré Prins-Beerstra (53) precies wat die impact is geweest. Ze is voorzitter van de Stichting Dorpsfeesten in Zwaagwesteinde, heeft nauwe contacten met de jongerengroep 'Tapakke' (aanpakken) en onderhoudt als pedicure haar contacten met ouderen in 'de Westerein' dat ruim vijfduizend inwoners telt.

Wat haar is opgevallen, is hoe verschillend ouderen en jongeren op de dramatische gebeurtenis hebben gereageerd. 'Waar het in deze wereld naartoe moet, ik weet het niet', vat ze de reactie van ouderen samen. 'Maar ja, dat zeiden beppe en mem, en nu begin ik zelf ook al. Het is kennelijk een soort cirkel die rondkomt naarmate je op meer dingen terug kunt kijken.'

De houding van de jongeren typeert ze door een meisje uit de vriendenkring van Marianne aan te halen, die over de dader zei: 'Ach, die man zal in zijn jeugd wel geen driewieler hebben gehad en daarom nu met trauma's rondlopen.' Het cynisme, de onverschilligheid die uit die houding spreken, schokte Gré, maar ze heeft er wel een verklaring voor.

'De jongeren maken mee dat er geen politie op het dorp is. Wij hadden dat nog wel en dat boezemde ontzag in. Als je iets uitspookte, zeiden je ouders: ik zeg het tegen agent die en die, en dan deed je het in je broek. Daar ging een preventieve werking van uit. Maar de politie is van het platteland weggehaald naar de grote stad.

'Het gevolg is dat de plattelandsjeugd van nu ermee opgroeit dat fietsen worden gestolen, dat er inbraken worden gepleegd en dat er geen sociale controle meer is. Geen wonder dat ze zeggen: 't is nu een keer zo. Het is hier niet anders dan in Amsterdam. Alleen gebeurt het hier op kleinere schaal.'

Cynisme of niet, de jeugd was net als de gehele bevolking van Zwaagwesteinde de eerste week na de dood van Marianne Vaatstra totaal verslagen. Het was muisstil in het dorp. Niemand praatte meer in de winkels. Angst en woede beheersten het dagelijks leven. Angst, omdat de dader nog vrij rondloopt. Woede, omdat dit zomaar een onschuldig jong meisje uit het eigen dorp kon gebeuren. Dagelijks fietsen tientallen kinderen langs de Keningswei op weg naar scholen of uitgaanscentra in Kollum of Buitenpost. 's Avonds rijden nu ouders en taxi's af en aan.

'Het is ingeslagen als een bom', zegt Gré Prins. 'We hadden gezellig Koninginnedag gevierd. Nu is het net alsof die er nooit is geweest. We waren al bezig met de voorbereidingen voor Dantumadeel 2000. Veel mensen die uit deze contreien naar verre landen zijn geëmigreerd, keren in de zomer van 2000 terug om ''thuis'' het millenniumfeest te vieren. Het hele dorp is ermee bezig. Maar de sfeer is van de ene dag op de andere veranderd. De feeststemming sloeg om in verontwaardiging en machteloosheid. Dat is de hele week zo geweest. In de weken daarna hebben we de draad weer opgepakt. Maar we moeten elkaar wel oppeppen.'

De herinnering aan 'de enorme energie die Marianne Vaatstra uitstraalde' helpt daarbij. Maar vooralsnog krijgt Zwaagwesteinde geen rust. De dader is nog voortvluchtig. Dorpsgenoot Piet Smid werd opgepakt op verdenking van de moord. 'Dat sloeg weer in als een bom. Maar men geloofde het niet, men kon het zich niet voorstellen.' DNA-onderzoek pleitte Smid vrij. Hij werd na vier dagen hechtenis in de straat waar hij woont opgewacht met vlaggen en slingers. De buurman die hem aangaf, zal niet langer welkom zijn wanneer hij een celstraf in Veenhuizen heeft uitgezeten.

Dat de woede zich aanvankelijk richtte op het asielzoekerscentrum, het AZC even buiten Kollum, waar Marianne in de fatale nacht langs gefietst moet zijn, is niet verwonderlijk. In de psychologie wordt gesproken van het 'zwarte-schaap-fenomeen'. Nico Frijda, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, verklaarde enkele weken na de moord in de Leeuwarder Courant: 'De dader kan iemand zijn die al eerder een misdaad heeft begaan. Of een vreemdeling. Vreemdelingen worden in beginsel niet vertrouwd. Dat blijft een menselijke eigenschap, ondanks alle pogingen van de beschaving om die karaktertrek de kop in te drukken.'

Gré Prins: 'De jongeren hebben steeds gezegd: het kan ook iemand van onszelf zijn. Ik heb in het dorp nooit agressie tegen asielzoekers waargenomen. Er wordt wel gesuggereerd dat het een vreemde moet zijn geweest omdat de keel doorsnijden niet bij ons past. Maar de hoop dat het juist níet iemand uit het AZC is, hoor je veel meer. De sfeer die ik waarneem is dat er tussen blank en zwart niet zoveel verschil zit, maar dat niemand het recht heeft zo'n moord te plegen.'

Korpschef Wagenaar: 'Dat het doorsnijden van kelen niet bij ons past, is feitelijk onjuist. Het is in Friesland vaker voorgekomen dat daders hun slachtoffers de keel doorsneden. Op puur rationele gronden is het AZC bij het buurtonderzoek betrokken, maar er is niets dat op een dader uit het centrum wijst.'

Na de moord op Marianne Vaatstra volgen nog twee moorden in Friesland. Op 31 mei werd een man levenloos aangetroffen in het recreatiegebied De Groene Ster bij Leeuwarden. Overdag zonnen en baden ouders er met kinderen; wanneer het duister invalt, is het een ontmoetingsplaats voor homo's. De man blijkt zodanig met een vuurwapen te zijn toegetakeld dat identificatie tot nu toe onmogelijk is. Het enige aanknopingspunt is een grote tatoeage op de bovenarm. Buitenlandse experts zijn ingeschakeld om het hoofd van het slachtoffer te 'restaureren'.

Vier dagen later wordt in Vrouwenparochie de 42-jarige Eddy Bakker met geweld om het leven gebracht. Bakker is een bekende drugsdealer in het dorp. Binnen enkele dagen worden twee jongemannen, gebruikers en klanten van het slachtoffer, uit het nabijgelegen Stanneburen opgepakt. 'Opgelost', zegt Wagenaar met enige trots. Het recherchebijstandsteam, dat vanwege de criminele drukte in Friesland voornamelijk uit Groningse en Drentse rechercheurs bestond, is nagenoeg ontbonden.

Friesland is in de ban van de zware criminaliteit. Het lijkt alsof er steeds meer moorden worden gepleegd en dat de methodes een steeds gewelddadiger karakter krijgen. Een greep uit de laatste vier jaar: een echtpaar in Sneek wordt op brute wijze omgebracht; twee 'zinloos-geweld'-moorden, op Meindert Tjoelker in Leeuwarden en op Albert Geert de Ruiter in Grou; de Anjumer 'pensionmoorden'; de 'kofferbakmoord' op een tippelaarster uit Groningen; een moeder uit Leeuwarden die haar kind ombrengt en vervolgens zichzelf. Voor een beetje thrillerschrijver is Friesland een goudmijn.

In de antichambre van korpschef Wagenaar op het hoofdbureau in Leeuwarden hangt een missiestatement van de Regiopolitie. 'Politie Friesland werkt aan veiligheid en leefbaarheid', luidt het kort maar krachtig. Er zijn mensen die zweren bij de rust en de stilte van het platteland en die de grote stad verguizen, juist vanwege de 'onveiligheid' en de 'onleefbaarheid' daar.

Maar is Fryslân nog wel it bêste lân fan ierde?

'Dit is een van de veiligste regio's van Nederland', zegt de 50-jarige Wagenaar. 'Hier geldt de wet van de kleine getallen.' Wagenaar kan het weten. Hij is een zoon van het Friese land. Vader was veehandelaar in de zuidwesthoek. De zoon werd als politieman groot in Amsterdam. Hij liep er op straat, was chef van de verkeerspolitie en chef van een district dat twee keer zo groot is als het grootste district in Friesland, gaf er leiding aan een ingrijpende reorganisatie en kwam uiteindelijk terecht in de vijfhoofdige korpsleiding. Zijn benoeming in Friesland, in februari van dit jaar, geldt als de terugkeer van een verloren zoon.

De moord in De Groene Ster is een 'lastige', geeft Wagenaar toe. De politie is geneigd aan een afrekening in het criminele circuit te denken. 'Maar we weten niet eens wie het is, dus het kan van alles zijn.' Over de oplossing van de moord op Marianne Vaatstra is hij positief. Er zijn nadere bijzonderheden bekend. Zeer waarschijnlijk was het één dader, wellicht een serieverkrachter, een machtswellusteling die totale controle over zijn slachtoffer wilde. Vrouwen die zijn verkracht op een wijze die lijkt op die van Marianne, zijn opgeroepen uit de anonimiteit te treden. Er zijn sporen van genetisch materiaal. Er is een blauwe Volvo van het type 340/360 gesignaleerd. Met een nachtelijke wandelaar wil de politie in contact komen.

Wagenaar bestrijdt de opvatting dat er op het platteland te weinig politie is. 'Je krijgt de sterkte die je nodig hebt. Waar we last van hebben, is een te hoog ambitieniveau, een markt met een oneindige vraag en een bevolking met hoge verwachtingen. Dat neemt niet weg dat we ook hier de discussie aangaan over buurtgebonden werken. Op het platteland wordt veel menskracht ingezet voor noodhulp, terwijl er relatief weinig vraag naar is.'

De beleving van een moordzaak op het platteland is anders dan die in de grote stad. Gré Prins ervaart het als positief dat ze onder deze omstandigheden op het platteland woont. 'Hoe kleiner de gemeenschap, hoe groter de klap. Dit overkomt je als gemeenschap. Er vindt een gezamenlijk rouwproces plaats. Je kunt het gevoel gemakkelijker delen dan in de stad.' Of het gevoel van onveiligheid nu groter is dan voor de moord op Marianne? 'Je praat er meer over, je denkt er meer over na. Goh, ook maar eens een ander slot op de deur. Maar we zitten niet allemaal te trillen van angst. We zijn vooral boos. We voelen ons vooral machteloos. En we kijken nu al als een berg op tegen Koninginnedag 2000.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden