'Eindelijk eens echt lekker eten'
Els en Ingelies uit Rumpt verdienen een ster...
Waarom Els en Ingelies? ‘Ik wil Mac van Dinther uitnodigen om eindelijk eens echt lekker te komen eten bij Els en mij in Rumpt’, schreef Ingelies Nieuwland. Let op dat ‘eindelijk eens echt’. Nogal brutaal als je bedenkt dat de uitnodiging is gericht aan iemand voor wie eten in een toprestaurant net zo gewoon is als de afhaalchinees.
Hoe zitten we erbij? Rumpt is een dorpje aan de Linge met achthonderd inwoners en jaloersmakend mooie huizen. Ingelies, net 50, teamleidster bij een woningbouwvereniging, bezit een boerderij uit 1900 die is verbouwd tot een droomhuis met een woonkeuken en een grote open woonkamer. De tafel is gedekt met damast, uit boxen klinken weemoedig stemmende fado’s, het haardvuur knappert. De noten die staan te drogen komen uit de joekel van een tuin achter het huis. Het paradijs bestaat, en wordt bewoond door Ingelies en haar vrouw Loes. Els (55) koopt in voor Wereldwinkels. Ze is de buurvrouw. Net zo’n mooi huis.
Wat eten we? Het menu van de dag is op een schoolbord gekalkt dat op tafel staat: gamba met korianderdip; zachte geitenkaas met portsiroop; getrokken sjalottensoep; stoofvlees van rund van Landgoed Mariënwaerdt, haricots verts met pecannoten en paddestoelentagliatelle; walnotenparfait van noten uit eigen tuin.
Smaakt het? Drie hoogtepunten die in geen enkel restaurant zouden misstaan: de gamba, het sjalottensoepje en de notenparfait. De eerste is goudbruin gefrituurd en wordt gepresenteerd op een borrelglaasje dipsaus waarin citroen en tomaat lekker combineren met de pittige smaak van verse koriander. Het is Ingelies’ lievelingsrecept.
De sjalottensoep komt uit de pan van Els. Het is een krachtige bouillon van in boter aangezette sjalot die de hele ochtend heeft staan trekken met jeneverbes, tijm en laurier. De soep is vlak voor het opdienen even fluwelig gemaakt met een scheutje room. Fantastisch, vindt ook Ingelies. ‘Jammer dat het maar zo’n klein bakkie is, buur.’
Het dessert, fantastisch romig notenijs, is gemaakt door Loes. Dat is eigenlijk vals spelen. Maar de gesuikerde walnoten heeft Ingelies zelf gemaakt.
Wat daartussen zit mag er ook zijn. De licht gesmolten geitenkaas ligt op een laagje frisse bladspinazie en is besprenkeld met zoete portsiroop. De stoverij is van Black Angus-rund, een glorieus vleeskoeienras; de tagliatelle heeft nog beet. Het stoofpeertje is in deze ménage à trois een tikje te veel. Hij combineert nog wel bij het stoofvlees, maar botst met de boontjes. De peertjes waren te mooi om te laten liggen, bekent Els.
Hoe is de bediening? Wanneer we weggaan worden we uitgezwaaid tot aan de dijk. Waar zie je dat nog in de moderne tophoreca?
Wat kost het? Een fles wijn. Wel een goede: Bordeaux Grand Cru van een goed jaar. De hele avond niet meer gezien trouwens. We drinken wijnen van wijngoed De Rijsakker, ook uit Rumpt. De rode wordt lekkerder naarmate je er meer van drinkt, constateert Ingelies verrast. Dank je de koekoek. Even serieus: als we dit in een restaurant voorgezet hadden gekregen, hadden we zonder morren 50 euro gelapt. Zonder wijn.
Komen we terug? Als Michelin ooit een gids maakt van amateurkoks, verdienen Els en Ingelies minstens een ster. Maar stralen doen ze zo ook al.