Een steuncomité als ‘burgerplicht’
Groep zet zich in voor een algemeen recht op afvalligheid...
AMSTERDAM Het moet geen ‘de familie van Ayaan Hirsi Ali revisited’ worden, zegt Cisca Dresselhuys. Daarom is de hoofdredacteur van het feministische maandblad Opzij blij dat niet alleen de vertrouwelingen van Hirsi Ali – waartoe ook Dresselhuys hoort – op de ledenlijst van het steuncomité voor ex-moslims staan.
Naast de ‘usual suspects’ (Dresselhuys, Theodor Holman, Afshin Ellian, Paul Cliteur) staan er op de lijst met veertien namen ook bekende Nederlanders met een islamitische achtergrond (schrijfster Nahed Selim) en van linkse signatuur, zoals Arjo Klamer, hoogleraar economie en adviseur van de SP, en Jos de Beus, politicoloog en PvdA-prominent. En zelfs een bekende Belg, Dirk Verhofstadt, een liberale publicist en broer van de Belgische premier. Binnenkort zal het steuncomité – dat het recht op de vrijheid van religie en geloofsafval gegarandeerd wil zien – zo’n 150 mensen vragen een verklaring te ondertekenen, onder wie alle fractievoorzitters. De lijst met namen moet ‘zo breed mogelijk’ worden, zegt filosoof Cliteur.
Hoewel de leden benadrukken dat de principes van het steuncomité de partijpolitiek overstijgen, lijkt het onmogelijk die buiten de deur te houden. Nog op dezelfde dag dat de namen van het steuncomité bekend zijn geworden, betwijfelt De Beus of het een succes wordt. Hij ontving, ook uit bevriende PvdA-kring, ‘negatieve’ reacties over zijn betrokkenheid. ‘Hoe kun je je nu inlaten met zo’n ongeleid projectiel als die Ehsan Jami? (de bedreigde voorzitter van het comité voor ex-moslims, red.)’ Of: ‘Wat doe jij tussen die neoconservatieven als Ellian?’
De Beus vindt dat de PvdA zich duidelijker moet uitlaten over het recht op afvalligheid. Hij vindt dat partijleider Wouter Bos zich resoluter in het debat moet mengen. ‘Al was het maar om het PvdA-meppen een halt toe te roepen.’
Hij verzucht: ‘Te veel deelnemers aan het islamdebat zijn louter op confrontatie uit.’
Dat onderschrijft Herman Philipse, hoogleraar wijsbegeerte. Daarom moet het steuncomité volgens hem vermijden dat het overkomt als een ‘ideologisch clubje gedreven atheïsten’. Philipse heeft zijn betrokkenheid nog niet toegezegd. ‘De ledenlijst moet evenwichtiger: meer vrouwen en moslims. Anders krijgt je een averechts effect: daar heb je die ex-Ayaan-adepten weer.’
Arjo Klamer relativeert: ‘Ik ben links en toch heb ik me niet laten afschrikken door de Hirsi Ali-kliek. Ik vind het mooi dat er VVD’ers en SP’ers in zitten.’ Net als de meeste leden, wil Klamer ‘niet fulmineren tegen de islam of een godsdienst, maar pleiten voor de vrijheid om wel of niet te geloven.’ Verhofstadt zet zich in ‘voor individualisme en het recht op zelfbeschikking’.
Cliteur – die zich in 2004 terugtrok als columnist, uit angst voor bedreigingen uit islamitische hoek – zal zich nu niet volop in het islamdebat storten, maar vond het ‘kinderachtig’ om weg te duiken toen het steuncomité een appèl op hem deed. Net zoals hij het flauw vindt dat er mensen zijn die zeggen dat afvalligheid een privézaak is die je niet van de daken schreeuwt. ‘Ik begrijp heel goed dat mensen hun ouders geen pijn willen doen, en het voor zichzelf houden. Maar als anderen dat wél publiekelijk kenbaar willen maken, hebben ze dat recht.’
Schrijver en journalist Max Pam: ‘Ik meen dat het een eenvoudige burgerplicht is mensen te steunen die worden bedreigd omdat zij niet langer tot een religie willen horen. Ongeacht of die religie nu christendom, islam of communisme heet, en ongeacht of de bedreigde een slechte schrijver is, een onhandige jonge politicus of een voormalige geheim agent.’
Voorzitter Michiel Hegener, auteur van Vrijheid van Godsdienst, benadrukt dat het steuncomité niet gelieerd is aan het comité voor ex-moslims. Het is wel ‘gesynchroniseerd’ aan Jami’s comité. ‘That’s all.’ Socioloog Herman Vuijsje zou ook geen zitting willen nemen in een ‘steuncomité voor Jami’, zegt hij. ‘Sommige van zijn uitspraken vind ik in het kader van waar hij naar streeft ongelukkig. Maar ik wil niet al te preuts zijn. Deze zaak is zo belangrijk, daar zijn Jami’s versprekingen onbelangrijk bij.’
Jami’s uitlatingen waren voor Zeki Arslan van multicultureel instituut Forum wel aanleiding nee te zeggen tegen het steuncomité. ‘De wijze waarop de discussie zich heeft ontwikkeld, was voor mij reden er van af te zien.’
Volgens Nahed Selim – de enige vrijzinnige moslima op de lijst – gaat het niet om Jami, maar om het principe. Zij begrijpt evenwel waarom moslims aarzelen zich aan te sluiten. ‘Moslims van bijvoorbeeld Turkse of Egyptische afkomst hebben banden met het moederland. Ze bezoeken er familie. Door zoiets te ondertekenen, kan je daar problemen krijgen met fundamentalistische groeperingen. Dat toont alleen maar aan hoe hard de internationale inspanningen voor het recht op geloof en geloofsverandering nodig zijn.’